Heggenmussen
Het leven is vol verrassingen, zeker óók voor een schrijvend tuinier. Soms zijn ze onaangenaam, zoals wanneer de wilgenhoutrups bijna al je bomen aantast, waaronder de favoriete krentenboom. Maar misschien is daarna de verrassing wel des te groter, als je een nieuw krentenboompje vindt, al flink aan de maat en vol trosjes krenten op uitdagende lange steeltjes: wie doet ons wat! Naast de stronk van de gekapte lijsterbes groeit fier en verrassend snel een nieuwe loot: je kunt hem bijna zíen groeien. Misschien kan hij straks door het gat in het trellisscherm, dat we om de stam van zijn onfortuinlijke voorganger hadden geknutseld. En of het nog niet genoeg was, verraste mijn zo toegetakelde appelboom mij door op precies de goede hoogte naar links én naar rechts uit te lopen. Door deze uitlopertjes langs een horizontale bamboestok te leiden, zal alsnog het oorspronkelijke doel bereikt worden: een platte leiboom!
Een nieuwe krentenboom, Aconitum lamarckii |
Nóg een verrassing: ik werd ‘ontboden’, ter redactie van deze krant, voor een kennelijk dringende mededeling. Altijd weer spannend: een tikfout is snel gemaakt! Maar mijn attente redacteuren onthaalden mij op een prachtig boeket ter gelegenheid van deze honderdste aflevering van de ‘Heggenmussen’! En dat wilden ze ook nog graag vastleggen op de gevoelige plaat, buiten voor het pand van Blue Mule. Ter hoogte van de verkeerslichten. Heel wat automobilisten hebben het tafereel gadegeslagen, want mij heb je niet zomaar op de foto. Gelukkig duurt het tien jaar, voor er wéér honderd Heggenmussen geschreven zijn!
De Amaryllis van mevrouw Arkema |
Late Clivia |
En het bleef maar verrassen, de afgelopen weken. Twintig prachtige gele rozen kreeg ik, als dank voor een artikel over de passie van de gulle gever, omdat er zulke leuke reacties op waren gekomen. Je zou er verlegen van worden.
Voor nog meer verrassingen, en dat geldt voor iedere tuinier, hoef je in deze tijd van het jaar maar naar buiten te lopen. Ondanks de droogte van de afgelopen maanden, maar misschien wel dankzij hier en daar een beetje bijgieten, is het een feest van kleuren en geuren. O, die geuren! De lelietjes van dalen woekeren door de hele tuin met hun onaantrekkelijke blad en dan ben je al gauw geneigd er snel een paar uit te trekken. Maar als ze bloeien, begin mei, met hun heerlijke geur, zou je er de tuin mee vol willen hebben. Niet doen, hoor! Want in juni is het de beurt aan vele andere planten, die minstens zo lekker ruiken.
Mme. Alfred Carrière, geurige grootbloemige klimroos |
Eerst de lucht in, met een paar klimmers. Een blauwe regen (Wisteria sinensis) moet je vooral onder je open slaapkamerraam aanbinden, voor zoete dromen. Als hij na de bloei gesnoeid wordt, bloeit hij misschien in september nog een keer. Er is ook een blauwe regen met witte bloemen. Sterk geurend in de avonduren is de kamperfoelie. De wilde kamperfoelie, Lonicera periclymenum, ruik je zelfs op honderden meters afstand. Wel opletten bij de aanschaf: niet alle kamperfoelies geuren. Voor (klim)rozen geldt dat ook en als je helemaal zeker wilt zijn van rozengeur, ga dan in juni op een zonnige dag naar een kweker of een voorbeeldtuin, zoals De Beemd in Warffum, en ‘keur’ de rozen op kleur en geur. Nog een hoge geurbrenger is de Toscaanse jasmijn (Trachelospermum jasminoides). Deze tot zes meter klimmende heester is groenblijvend en draagt van juni tot oktober witte stervormige bloemetjes. Eigenlijk is het een kuipplant, maar op een beschutte plek, die in de winter droog blijft, kan hij tot vijftien graden vorst verdragen. Mocht hij de winterse kou bovengronds niet overleven, dan zal hij in het voorjaar toch opnieuw uitlopen. Laat je vooral goed informeren! Wie niet per se in zijn luie tuinstoel met geur bediend hoeft te worden en ervoor in beweging wil komen, moet eens gaan ruiken aan de bloemen van de klimhortensia, Hydrangea petiolaris. Een geurtje, zo subtiel, dat je er gemakkelijk aan voorbij loopt. Voor de liefhebber.
Pioen 'Sarah Bernhardt' vóór het ging regenen |
Wandel door naar de geurende boerenjasmijn (Philadelphus coronarius ‘Aureus’ heeft ook nog eens mooi frisgroen blad) en van daar naar de pioenen (Paeonia) met hun onovertroffen geur, langs de Phloxen, (mmm, gewoon lekker!), en dan, als je ze toch geplant hebt, ondanks die verschrikkelijke leliehaantjes, door naar de lelies (Lilium) met hun zware, bedwelmende geur: ook voor de liefhebber. Wie niet alleen wil ruiken, maar ook nog proeven, heeft kruiden in zijn tuin. Het blad van kruiden geurt niet alleen in juni, maar het hele jaar. Van kruiden als lavendel, tijm en salie moet het blad opengemaakt (gekneusd of gesneden) en verwarmd worden om de geur vrij te maken. En passant wrijven tussen je vingers kan natuurlijk ook. Nog meer aanraders voor een kruidige rand zijn oregano en rozemarijn (niet gegarandeerd winterhard). In potten op het terras kan basilicum gezaaid worden. Munt móet zelfs in een pot, gezien het hoge woekergehalte. En gezien het plukgemak voor een paar blaadjes in de thee!
Goudbladige jasmijn, Philadelphus aureus |
Het wordt tijd om deze honderdste ‘Heggenmussen’ te beëindigen: buiten lokken de geurige verrassingen!
Juni 2011
2 opmerkingen:
Gefeliciteerd met de 100e heggenmus(sen)! Ik realiseer me nu pas hoevéél dat er eigenlijk zijn! Petje af hoor en ook: ga zo door! En ondertussen lekker genieten van al die (verdiende) verrassingen q:o)
van harte Mimi met je 100e heggenmus....een prestatie !!
gr Martha
Een reactie posten