vrijdag 13 april 2018

NIEUWE ARTIKELEN


NIEUWE 'BLAD' ARTIKELEN VERSCHIJNEN IN
JUNI 2018

(aanklikken voor vergroting!)
Hoera! Het is zover: voorjaar in de tuin en in je hoofd en
overal! Wat heb ik ernaar uitgekeken. En niet als enige:
in het vogelhokje vlakbij het raam broedt een pimpeltje;
 drie meter verder  heeft de merel haar nest  in de taxus,
 nog geen twee meter boven  de grond. Tikje riskant  en 
al ons koffiedik strooi ik uit rond deze kraamkamer: om
belangstellende buurtkatten te weren. Tot op heden (de
 jongen  zijn  nog niet uit het ei) gaat  het goed. We  zijn
nú al plaatsvervangend trots!



Hier aanklikken: ALLE COLUMNS
Hier aanklikken: ALLE HEGGENMUSSEN
Hier aanklikken: ALLE TUINKALENDERS
Hier aanklikken: ALLE TUINFOTO'S

OUDBOLLIG

In míjn tuin ...



… was het lang afzien in de kortste maand van het jaar. Normaal gesproken toch de opmaat naar het voorjaar. Siberisch is overdreven, maar gevoelsmatig kwamen de temperaturen in februari een flink eind uit die richting.
Onverwacht, want winter, mwah, dat stelde al jaren niks meer voor. Gewoon op de eerste de beste zonnige dag, in februari dus, de tuin in en aan de slag. Hoe eerder ik de tuin in kan, hoe liever het me is. Maar het enige wat ik er nu in die ijstijd kon doen was voer strooien om het tuinvogelbestand op peil te houden.
Gelukkig wordt het altijd vanzelf weer april en dan komt ook alles weer goed: zon, voorjaarsbuitjes, de bollen in bloei, kikkers kwakend en blakend in de sloot en jong grut in de vogelnesten. O, kon het altijd voorjaar zijn!

Dichter Herman Gorter (1864-1927) schreef er lyrisch over: ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid: ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit dat …’. Tot zover, want Gorter was bepaald niet kort van stof. Ruim twee jaar werkte hij aan zijn epos ‘Mei’. Het telt 4381 regels en het verscheen in het voorjaar van 1889. ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ zou wel eens de beroemdste dichtregel uit de Nederlandse poëzie kunnen zijn; het is in ieder geval de meest geciteerde. Dat lijkt mij een bewezen indicatie voor ons collectief verlangen naar het voorjaar!
En dan is er werk aan de winkel. Want we gaan wel voor groei en bloei, maar het kan ook uit de hand lopen. Dat is waar ik in mijn tuin al sinds jaar en dag mee word geconfronteerd. Een handvol ooit gepote sneeuwklokjes hebben zich, onder mijn toeziend oog, uitgebreid tot ware kolonies, een Keukenhofje waardig, en daar heeft mijn genadeloze gespit bij het planten van nieuwe aanwinsten geen noemenswaardige schade aan toegebracht. Het sneeuwklokjesblad verdwijnt trouwens net zo vanzelf en geruisloos als het opkomt, dus waar zou ik me druk om maken. Bovendien: wat je niet ziet, kun je ook niet weghalen, tóch?!

Sneeuwklokjes: oudbollige 'evergreens' in mijn tuin
Het zal wel met aangeboren gemakzucht te maken hebben; niets menselijks is mij vreemd. En zolang ik niet aan een verzorgingshuis toe ben (en mijn omgeving daar ook zo over denkt) blijf ik natuurlijk baas in eigen tuin. Ook dit jaar zullen zich weer nieuwe hebbeplanten aandienen die ik, als vanouds, bovenop de ondergrondse sneeuwklokjes ga planten!
Ik heb er meer dan genoeg van, in mijn oudbollige tuin.

WANDELBOEKJE


Heggenmussen
Kleinood uit 1904
Snuffelend in mijn boekenkast tussen de vele tuinboeken stuit ik op het kleine ‘Wandelboekje’ van E. Heimans en Jac. P. Thijsse. Derde druk, Amsterdam – 1904 – W. Versluys. Het is bedoeld ‘… voor Natuurvrienden.’ Daar reken ik mijzelf ook toe en voorzichtig doe ik het boekje open - het heeft zijn beste tijd wel gehad.

In het Voorbericht geven de samenstellers een toelichting op het hoe en waarom van dit kleinood. Het is bedoeld om aan kinderen mee te geven op wandelingen ‘om te leeren opmerken; … en met open oogen rond te zien in de natuur, en dat tevens eenig antwoord moest geven op vele van de vragen over levende-natuur-voorwerpen, die kinderen hun ouders of onderwijzers op dergelijke wandelingen plegen te stellen.’ Kom daar nu nog eens om. Na drie paginaatjes wordt de inleiding besloten met deze volzin: ‘En hiermee zij ook dit boekje ieder aanbevolen, die gelooft, dat kennis en liefde voor de natuur zoo jong mogelijk moet aangebracht worden, en dat een innige omgang met onze mooie en belangwekkende bloemen- en dierenwereld ook het armste leven iets rijker kan maken.’

Nu voel ik mij nog meer aangesproken; honderdveertien jaren vallen als bij toverslag weg. Want door het jaar heen mag ik mijn kleinkinderen graag wijzen op planten en beestjes in mijn tuin en ook als ik niet voor honderd procent hun aandacht heb, denk ik toch dat er iets van mijn enthousiasme in die kleine hersenpannetjes achterblijft. Wacht maar tot ze volwassen zijn en hun eerste eigen huis met tuin betrekken: dan komen oma’s tuinverhalen vanzelf weer bovendrijven!
Voorzichtig sla ik de bladzijden om. Een prachtige tekening van een winterkoninkje. ‘of Klein Jantje’ staat erachter. Een bladzijde verder wordt de merel genoemd: merel (gieteling of zwarte lijster). Zeer lezenswaard zijn ook de besprekingen per maand, te beginnen met maart. Maar nu is het april, met ‘Kikkervischje of Donderpadden’. 

'Donderpadden'
In keurige rubriekjes wordt de maand besproken: ‘in park en tuin, in de duinen, op den akker en in den moestuin’.
Ha, een moestuintje heb ik óók en dat is nog leeg. Het ‘Wandelboekje’ raadt koolsoorten aan maar daar heb ik geen ruimte voor. ‘… boonen worden gelegd.’ Dat klinkt overzichtelijk en vooral ook niet moeilijk. ‘Andijvie, kropsla, spinazie, knollen en wortelen worden gezaaid, uien en mangelwortelen geplant.’ Hé, dat komt in de richting van de AH-moestuintjes op de vensterbank. Alleen ben ik daar de mangelwortelen nog niet tegengekomen. Zijn dat wortelen die gemangeld moeten worden: ‘zwaar in verdrukking gebracht’?
In 1790 verscheen het boek ‘Het gebruik van de Schaarsheid- of Mangelwortel’. Koeien die met deze wortels gevoerd worden ‘… geeven beide uitmuntende melk en boter.’ Maar ik heb geen koeien. Alleen die moestuinpotjes met groenten en ook nog zonnebloemen.
Het bijzondere ‘Wandelboekje’ met prachtige zwart/verschoten wit tekeningen zet ik voorzichtig terug in de boekenkast.

TUINKALENDER APRIL/MEI



TUINKALENDER



 Voor niets gaat de zon op: wil je buiten zitten dan moeten eerst de overwinterde tuinmeubels schoon geschrobd.

 Maak de balans op: welke planten hebben het ijskoude vroege voorjaar niet overleefd?

 Ze zijn vervangbaar door dezelfde soort of misschien wel iets totaal anders!

 De grootste koukleumen, onze kuipplanten, stonden die hele koude winter binnen, maar nu mogen ze naar buiten. Wel in etappes laten wennen.

 Kijk de rozen na op doodgevroren takken (even aan de ‘bast’ krabben). Knip het dode hout weg en bind alles wat groen is aan.

 Dat geldt ook voor alle andere klimmers.

 Liefde voor de tuin kan ook door de maag als je een moestuintje bezit. Helemaal vol planten met je favoriete groenten.

 In mijn moestuintje hoort boerenkool daar ook bij: met stip nummer 1 op het menu van mijn kleinzonen!

 Maar ook sla en radijs. Die zijn relatief gauw klaar, zowel qua groei als bereiding.

 Beplant een paar potten met zomerbollen.

 Wees bij het snoeien van hagen bedacht op vogelnesten; ze hadden het zwaar in de afgelopen winter.

 Zorg dagelijks voor vers water in hun drinkschalen, want zelf maken ze geen onderscheid tussen drink- en badwater.

 En natuurlijk bij elk bezoek aan de tuin slakken vangen en onkruidjes wegtrekken.