woensdag 10 december 2008

SPUTTERS EN BADMUSSEN


In míjn tuin …
… hebben in de afgelopen decennia steeds meer vogelsoorten hun intrek, of beter: hun dóórtrek, genomen. Op het bouwrijp gemaakte weiland van toen pionierden we met koolmezen, maar met het toenemen van het groen in de nieuwe wijk nam ook de diversiteit in het vogelbestand toe. Elke nieuwe soort die zich aandiende beschouwde ik als een persoonlijk succes en compliment aan mijn tuin. Onzin natuurlijk: ze vlogen door het hele dorp, maar toch probeerde ik het succes vast te leggen, met mijn fototoestel. “Nee, die donkere vlek daar links, dát is de ransuil!”

Mereljong
Met de digitale camera van nu lukt het iets beter. Ik kan er van alles op instellen, maar helaas ben ikzelf niet meegedigitaliseerd en vind ik nog steeds dat “… dat ding het gewoon moet dóen!” Zéker als ik vanachter het slaapkamerraam ineens vier puttertjes in de berk zie zitten. Dat wil ik delen met het nageslacht en in de haast om het fototoestel op te halen val ik bijna van de trap. Met twee treden tegelijk ren ik weer naar boven, want vogels kunnen zomaar opvliegen en één sperwer is genoeg om ze voor een heel uur de bosjes in te jagen.
Hijgend sta ik voor het raam; gelukkig! ze zitten er nog! Daar heb ik ze voor de lens en ik druk af. In één flits zijn alle putters weg - en heb ik een foto gemaakt van flitslicht, spiegelend in het raam. Sufferd.

Maar deze is gelukt, min of meer!

Later zie ik vanuit hetzelfde raam een troepje mussen op het dak van de berging. In een achtergebleven plas badderen elf mussen op een rij: elf badmussen! Het is een lust voor het oog, maar ik gun me nauwelijks de tijd om te kijken en struikel over mijn eigen benen de trap af: foto maken! De flitser schakel ik uit en ik zoom alvast in. Gehaast druk ik af, foto na foto, maar ze zijn allemaal onscherp: de sluitertijd is langer en ik kan met één hand de camera niet stil houden. Met twee handen om het toestel buig ik uit het raam en rrrrt! alle badmussen weg!
Ik vertel mijn man van mijn pech. “Mussen? Goh, gisteren zaten daar putters, wel zeven!” Ik plof. Zéven badderende putters, zéven sputters! En daar wist ik niks van! Maar mijn man heeft genoten: geen gestruikel op de trap, geen geroep van “Kom eens kijken!”. En zo hoort het eigenlijk ook: stil genieten en ze niet verstoren, de ‘sputters’ en de ‘badmussen’, op doortrek in onze tuin!

December 2008