vrijdag 10 april 2009

KAPPEN


In míjn tuin …
... sta ik er niet alleen voor. Onzin, vindt mijn man het, dat ik al het zware werk zelf zou moeten doen. “Morgen haal ik de klimop eruit,” belooft hij.
Het gaat om de klimop achter de regenton, die vorig jaar in een storm door de wind werd losgezongen van de muur. (Die uitdrukking wilde ik ook graag eens gebruiken.)
Mijn monnikskappen
Het meeste hadden we al weggeknipt en afgevoerd, maar tussen de hoog bloeiende monnikskappen en rudbeckia’s konden we stronk en wortels niet weg krijgen. Nu komen die planten net boven het maaiveld uit, dus dit is hét moment.
Twee weken later ben ik nog even in de tuin bezig. Over een uur heb ik een afspraak met de kapper. Kan het nog? Welja en ik haal de schop. De klimop moet er nu maar eens uit.
Mijn rudbeckia's
Eerst spit ik de rudbeckia’s op, zodat de wortels van de klimop bereikbaar worden. Daar kijkt mijn man om de hoek: “Dat zou ík toch doen!” “Ja, morgen! Maar dat is twee weken geleden!” “Stop maar!” roept mijn man, “Morgen haal ik hem eruit!” Ondertussen schep ik door: de kapper wacht én de rudbeckia’s. Er zit niets anders op en mijn man haalt zijn jas - de klimop staat op een koude hoek. Daar komt hij aan, met de Grote Bijl! “Weet jij waar mijn laarzen zijn?” “Linksonder in de kast, achter de bak.” Míjn tuinmuiltjes staan voor het instappen, naast de achterdeur, maar zijn laarzen kunnen wel opgeborgen worden, voor die paar keer per jaar dat ze nodig zijn.
Ik deins achteruit als mijn man tenslotte uithaalt met de bijl. Het is duidelijk dat hij nu definitief wil kappen met deze klimop. Hij wrikt de schop er nog eens onder en drukt de steel dan dwars door de monnikskappen heen. “Pas op!” roep ik. “O, dat loopt wel weer uit,” drúk, drúk. Als ik even later op resten klimopwortel wijs, zegt hij precies het omgekeerde: “Dat loopt écht niet meer uit.” Heerlijk, een man die al je zorgen wegneemt! Het lijkt mij maar het beste om in de achtertuin alvast een paar boventallige buxussen op te graven, voor nieuw groen achter de regenton.
Uiteindelijk heb ik nog tien minuten om de buxus te planten, de rudbeckia’s terug te zetten en de boel op te ruimen, voor ik naar de kapper ga. Maar ‘morgen’ is de klimop eindelijk weg!
De kapper kapt mij knap, maar mijn man kapt nog knapper dan de kapper: de klimopstronk in mijn tuin!

April 2009