donderdag 15 april 2004

APRIL DOET WAT IE WIL

Heggenmussen
Oranje 'Fascination'!




O, wat lagen we voor op ons schema in februari. In maart heeft de natuur dat maar weer even rechtgetrokken; de temperatuur bleef flink onder de maat. Met als prettige bijkomstigheid dat we zo wel veel langer plezier hadden van het vroege bolgoed, zoals sneeuwklokjes en krokussen: die stonden ‘in de koeling’! Misschien brengt april ons wel een lekker ouderwets gemiddelde: geleidelijk wat meer warmte met af en toe een zacht voorjaarsbuitje. En alsjeblieft geen storm meer, dat hebben we nu wel genoeg gehad.
EENJARIGEN
April is in ieder geval een mooie maand om ons te bezinnen op de eenjarigen. Want die zijn absoluut onmisbaar in de tuin. Ze zijn er in een lange reeks van verschijningsvormen en afmetingen: van kruipertjes (Alyssum) tot reuzen (zonnebloemen). En in alle denkbare kleuren. Sommige bloeien de hele zomer door, tot de vorst invalt, terwijl er ook eenjarigen zijn die juist in de nazomer hun steentje bijdragen. Ze zijn uitstekend geschikt voor opkweek in potten, zodat je er naar believen of behoefte mee kunt schuiven op het terras of in de tuin.
ZOMERBOL VAN HET JAAR
Tot de eenjarigen (geen vaste planten) wordt niet alleen ‘zaaigoed’ gerekend, maar ook knolgewassen, zoals bijvoorbeeld knolbegonia’s. Lang zijn ze verguisd - je zet toch geen begonia’s in je tuin! - maar gelukkig zijn ze inmiddels over hun truttige imago heen, zoals dat heet. De knolbegonia is zelfs uitgeroepen tot zomerbol van het jaar 2004: dat moet de laatste twijfelaars toch overtuigen! Ik ben gevallen voor Begonia ‘Dubbel Bouton de Rose’, om de mooie roze kleurtjes, de volle bloemknoppen (dubbel!) en natuurlijk de naam: een verleidelijke belofte. En dan blijken ze ook nog eens te bloeien van juli tot oktober. Dat wordt mijn mooiste pot deze zomer!
Nog zo’n eenjarig knolgewas is de dahlia, al een paar jaar helemaal trendy. En ook goed op te kweken in een ruime pot, wat toch wel veel voordelen heeft. Zeker voor klungelige tuiniers zoals ik, die bij het rooien in de herfst hun schop dwars door de knollen heen steken!
Drijfdahlia
Mijn dahlia’s overwinteren tegenwoordig gewoon in hun pot, droog en vorstvrij in de garage. In het vroege voorjaar haal ik ze uit de pot, verwijder de oude grond zoveel mogelijk en snij hier en daar een rottend knolletje weg. Eventueel delen en oppotten in nieuwe grond ... en daar gáán ze weer! Bij de dahlia’s gaat mijn voorkeur nog steeds uit naar de witte mignondahlia ‘Sneezy’ met haar eenvoudige bloemen én de donkere cactusdahlia ‘Chat Noir’. Maar ‘Arabian Night’ krijgt dit jaar ook een kans. En ‘Fascination’, roze bloem, donker blad, heb ik ook nog. Wat leuk allemaal!
PLANTJES OF ZAADJES?
Plantjes als lobelia, impatiens en petunia, om de bekendste maar even te noemen, moet je gewoon half mei kant-en-klaar kopen. Die zijn over het algemeen niet duur en dat scheelt een hoop werk. Maar het blíjft leuk om zakjes zaad uit te zoeken. Als je kiest voor eenjarigen, die zichzelf uitzaaien, ben je volgend jaar gauw klaar. Nigella (juffertje-in-‘t-groen) is zo’n plantje. Zaai op een zonnige plek en herhaal dat met tussenpozen. Dat is ook een manier om een lange bloeitijd te hebben. En combineer de juffertjes dan met Eschscholtzia (slaapmutsje). Heel bekend is het oranje slaapmutsje. In een boek uit 1965 worden deze door W.R. Oudshoorn nog ‘Juliaantjes’ genoemd. Het kán, oranje ‘Juliaantjes’ naast blauwe ‘juffertjes’, maar je moet een beetje durven. Eschscholtzia is ook verkrijgbaar in wit: ‘Milky White’. Dat kan zéker. Pluk ze om de bloei erin te houden, maar laat aan het eind van het seizoen zo hier en daar wat staan, zodat ook het slaapmutsje zich kan uitzaaien. Zaai bij deze combinaties wat donkere korenbloemen: Centaurea cyanus ‘Black Boy’, die als uitroeptekens nog eens extra de aandacht zullen vestigen op zo’n eenjarigengroepje.
Echium plantagineum ‘Blue Bedder’ (slangenkruid, ook wel bijenvoer genoemd) is met zijn zachtblauwe kleur eveneens goed te combineren met de zachtblauwe nigella’s.
Zaai vergeetmenietjes of koop ze als plantje, want die zaaien zich ongebreideld uit, zonder dat het overigens een plaag wordt. Waar je ze niet wilt hebben, trek je de jonge plantjes gemakkelijk uit de grond. Plant die zaailingetjes bij elkaar in een pot, blauwe strik eromheen en je kunt weer iemand blij maken!
TABAK VAN TABAK
Nu de tabak aan alle kanten afgezworen moet worden, is het voor verstokte rokers misschien een troost te weten dat je tabak (Nicotiana) zonder rookpaal in je tuin mag planten en als je de goede soort kiest, ruikt het nog lekker óók!
Nicotiana sylvestris
Ik heb het over Nicotiana sylvestris, die wel twee meter hoog kan worden en bladeren heeft van 30x60 centimeter. Dat maakt indruk. Bovenin hangen trossen witte buisvormige bloemen, die vooral ’s avonds heerlijk geuren. Zaai ze in mei buiten in de tuin, zon of halfschaduw, of in een grote pot: voor geur op het terras, van juli tot oktober. Je zou wel gek zijn om door deze geur heen nog een sigaret op te steken!
OPIUM VOOR HET VOLK
En nu we het toch over verslaving hebben: wees eens wild met een handjevol papaverzaad (Papaver somniferum)! Gewoon met een weids gebaar uitstrooien in de border. Waar je denkt dat het terechtgekomen is, de grond met de hand even aandrukken. Wel graag in de zon en herhalen mág! Als de zaaddozen niet voortijdig door voorbijgangers worden geplukt, dan komen ze volgend jaar spontaan weer op. Ze zijn er ‘enkel’, gevuld, gefranjerd, met bijzondere zaaddozen (‘Hen and Chickens’) en in een kleurenschema van wit via roze en rood naar bijna zwart. Práchtig!
PLEZIER VOOR DE TUINIER
Neem ook alvast een zakje Cosmos bipinnatus sensation mee (cosmea). Pas in mei en/of juni kunnen ze buiten worden uitgezaaid, maar je moet ze gewoon niet vergeten. De tuin kan beslist niet zonder deze hoge vrolijke bloemen in wit, roze en rood, die tot ver in oktober doorbloeien. Een feestje!
Ook over eenjarigen zijn heel wat boeken verschenen. Lees er eens wat over en laat je inspireren tot de mooiste combinaties, ook met vaste planten. Aanbevolen: ‘Verrassende Eenjarigen’ door Michael King en Marion Nickig (uitg. Terra).
Laat april maar doen wat hij wil: wij gaan zaadjes uitzoeken!

April 2004

zaterdag 10 april 2004

TAKKENBOOMPJES


Acer pseudoplatanus 'brillantissimum'
In míjn tuin …
... staan drie boompjes voor de deur: een cadeau van mijn ouders. Ze staan niet helemaal kaarsrecht en ook niet strak in het gelid. Maar dat is hier de huisstijl: plankjes hangen bij ons ook scheef aan de muur. We hebben drie waterpassen, maar ach, dat is zo'n gedoe.
Nieuw blad!
In het voorjaar lopen de boompjes prachtig uit met oranjeroze blad en zo blijven ze niet onopgemerkt. Het commentaar varieert van: "Wat mooi!" tot "Kunnen die mensen nog wel bij hun voordeur komen?" Eens keek een collectante mij streng aan en vroeg: "Weet u wel wat u hier geplant hebt?" "Zeker," zei ik, "acer pseudoplatanus brillantissimum." "Maar dat worden reusachtige bomen!" probeerde ze mij alsnog bang te maken. "Nee hoor," en ik legde uit hoe dat zit met enten op een onderstam. Zo te zien geloofde ze het maar half en toen ze de oprit afliep keek ze nog eens wantrouwig achterom naar de boompjes, die daar zo onschuldig mooi stonden te wezen.
Goed, ze zouden dus niet reusachtig worden. Maar ze groeiden wel en ik wist de naam dan wel uit mijn hoofd, maar of ze ook gesnoeid moesten worden - daar had ik geen idee van. Zo af en toe knipte ik er eens wat af. Mijn moeder, als gulle gever zeer betrokken, had er wél een idee over: "Je moet ze snoeien." Ja, wie was hier nou de tuinier? Ze deden het toch goed?! Maar toen ze bleef aandringen, gaf ik toe, op een verschrikkelijke manier. Bij elke boom zaagde ik de 'bol' af op zo'n twintig centimeter. Zo, nu waren ze gesnoeid - dat kon geen mens ontkennen! Er stonden drie stammetjes, met elk een paar uitsteeksels. Het deed niet echt meer aan boompjes denken en wie het zag schrok van de aanblik. Ik werd er ook een beetje zenuwachtig van, maar hield zelfverzekerd vol dat dit dé methode was om bolboompjes te snoeien. Wat had ik gedaan! Uit schuldgevoel beulde ik mijn handen af op het maken van drie kransen van de afgeknipte takken. Ik hing ze om de staakjes en maakte mijzelf wijs dat de boompjes hun takken nu weer terug hadden.
Het werd een onzekere winter en in het voorjaar keek ik iedere dag even stiekem of er al wat te zien was. Nog nooit ben ik zo blij geweest met rode puntjes op een boom! Ze deden het nog! Ik knip ze nu elk najaar bij, zodat ze compact en overzichtelijk blijven.
Nooit te oud om te leren in mijn vergevingsgezinde tuin!

April 2004