maandag 15 september 2003

ROMMELPOTJES EN ZIELENPOTEN





Heggenmussen


Je kunt het je bijna niet voorstellen, maar we moeten binnenkort alweer aan nachtvorst gaan denken!! Die zomerse dagen van vorige week - lekker buiten eten - zetten je even helemaal op het verkeerde been, want de natuur gaat ondertussen onverbiddelijk door met de voorbereiding op de herfst. Vooruit dan, nog éven met je ogen dicht genieten van de zon, maar daarna toch echt aan de slag! Want een tuinier is nooit klaar - zolang het niet vriest tenminste.
ROMMELPOTJES EN ZIELENPOTEN
Het is nog steeds de moeite waard om de border netjes te houden: gewoon alles wat je niet aanstaat weghalen en op de composthoop gooien. In droge tijden mag er ook wel eens een gieter water bij de compost. Niet vergeten!
De kale plekken die ontstaan bij het opruim- en afknipwerk moet je even opvullen, met een pot van je terras bijvoorbeeld. Daar zit je nu toch niet meer zo vaak. Het gaat nu even om het plaatje van de tuin. De beplanting is op geen stukken na meer zo dicht als in de zomer, maar nog steeds mooi. Het geeft je trouwens de ruimte om je planten nog eens kritisch te bekijken: was die plant achteraf alle moeite wel waard? Hoe lang heeft hij eigenlijk gebloeid en wat bleef er daarna van over? Een rommelpotje! in goed Gronings. Nou kijk, zo'n plant moet eruit. Ik wil daar zelf nog wel eens moeilijk over doen ("Zielig!") maar het is toch echt beter om een vervanger te zoeken voor de zielenpootplant. Ook als je nog niet weet wat er voor in de plaats komt, moet je de plant weghalen. Anders sta je in het voorjaar weer te twijfelen ("Hij komt toch wel mooi op!"). Bovendien kun je de vrijgekomen plek nu goed onkruidvrij maken en bemesten.

Blauwe druifjes tussen scilla's en pulsatilla en één leucojum
TULPEN EN ZO
Misschien is het wel een goeie plek voor bollen. Dat komt dan goed uit, want over een paar weken is het weer bollenpoottijd. En bollen heb je eigenlijk nooit genoeg. Weet je nog wel hoe je tuin er in het prille voorjaar bijligt? Dan is het káál, hoor! Daar kun je nú wat aan doen. Er is zelfs nog tijd om er wat boekwerkjes op na te slaan. Heel leuk, omdat er ook zoveel combinaties in staan, is 'Toveren met bollen' van Jacqueline van der Kloet (Groen Boekerij). Voor de botanici onder ons is er 'Bol- en Knolgewassen' van Roger Phillips en Martyn Rix (Spectrum) met prachtige foto's van bloem en bol, meer dan duizend soorten(!).
Het aanbod van bollen in tuincentra is tegenwoordig heel behoorlijk. Maar als je echt iets bijzonders wilt moet je bij een bollenspecialist zijn. Je kunt via hun catalogi bestellen, maar deze mensen zijn ook vaak te vinden op de speciale dagen die nu door kwekers worden georganiseerd. Je koopt de bollen van Rita van der Zalm zélf en krijgt er een inspirerend verhaal bij mét combinatieadviezen! (Om maar eens iemand te noemen). Dat is echt heel leuk, hoor! In een 'gewoon' tuincentrum krijg je die adviezen niet en moet je het zelf uitzoeken, wat bij mij neerkomt op tien keer hetzelfde rondje langs de bollen lopen met steeds weer andere combinaties - omdat ze allemáál zo mooi zijn. Een luxeprobleem; wie heeft dat tegenwoordig nog.
DE PLEK
Hoe het zal worden ...
Als je zo rond half oktober alle bollen in huis hebt, kan het plantfeest beginnen. Tot die tijd heb je de bollen koel en luchtig bewaard. Bedenk eerst waar ze moeten komen: de meeste bollen houden van een warme, zonnige standplaats. In het voorjaar (kale boel nog) is dat geen probleem, maar de plantplek moet liefst ook nog zon krijgen nadat bomen en vaste planten zijn uitgelopen. En als je al eerder bollen hebt geplant, moet je even bedenken wáár ook alweer, want daar kun je natuurlijk niet gaan spitten. De blauwe druifjes hebben daar iets op gevonden: die sturen in september alvast wat blad naar boven - verblijfplaats bekend!
Dan de plantafstand: één grote pol voor een groots kleureffect of verspreid over een deel van de tuin voor een subtiel, doorzichtig effect? Dit laatste is vooral mooi bij een (niet té) dichte onderbeplanting. Zomaar een hoge tulp op de kale grond maakt toch wel een kouwelijke indruk en dat doet het voorjaarsgevoel geen goed. Op zoek dus naar 'onderplanten'. Dat kunnen groenblijvende bodembedekkers zijn als pachysandra terminalis, hedera (klimop), erica (winterheide), geranium macrorrhizum, ajuga (zenegroen) of zelfs een laaggeknipt buxusblok. Als je liever iets tijdelijks hebt kun je ook vergeetmenietjes gebruiken. Verzamel de zaailingen in de tuin en tussen de tegels en plant ze boven op de bollen. Fris groen, ook in de winter, en als je er flauw van bent trek je ze er zonder scrupules weer uit. Want zo vermeerderen ze zich ook: zonder scrupules!
Vergeetmenietjes!
DE WERKWIJZE
Voor het planten moet je een aardige dag afwachten, want het is nog een hele klus, waarbij het toch maar even droog moet blijven. Als je grote groepen van één soort wilt planten kun je het beste met de schop een groot plantgat maken. Zorg voor voldoende diepte! Verwerk eventueel wat mest door de uitgegraven grond en strooi een laagje zand op de bodem van het plantgat als het om bollen gaat die niet te nat willen staan, zoals bijvoorbeeld alliums. Leg de bollen er met de goede kant naar boven in (vooral belangrijk bij grote bollen) en bedek ze met de uitgegraven grond. Goed water geven en eventueel beplanten. Breng een laag compost of afgevallen blad aan ter bescherming in perioden met vorst. Wanneer het lang droog blijft mag het water geven nog wel eens herhaald worden, want de bollen moeten nu een goed wortelstelsel ontwikkelen.
Voor het subtiele plantwerk (bol voor bol) kun je gebruik maken van een zogenaamde bollenplanter of een speciaal bollenplantschepje - lang en smal. Beide ondervinden evenveel weerstand in de klei, dat maakt niet veel verschil. Maar als je je tulpenbollen liever niet opgraaft in de zomer en ze dus in de grond laat zitten, moeten ze beslist díep gepoot worden. Wel viermaal de bolgrootte, zo'n twintig centimeter. Dit geldt trouwens ook voor alliums. Zo zullen ze minder snel uitdrogen en dat is belangrijk voor herbloei in het volgende seizoen. Bovendien is er minder kans op beschadiging door vorst. Maar met een bollenplanter haal je zo'n diepte niet in één keer en dan is een schepje handiger. Ook deze solisten bemesten en bedekken. En water geven.
Dan is er ook nog de mandjesmethode: bollen in een mandje ingraven, markeren en na het afsterven van het blad in de zomer met mandje en al weer opgraven. Ik heb er geen ervaring mee, omdat ik mij niet wil binden aan de afmetingen van zo'n mandje. Maar het kan natuurlijk best handig zijn.
Narcissen in
pachysandra terminalis
DE ADMINISTRATIE
Schrijf na het planten meteen even de datum op de verpakking en waar je ze gelaten hebt (achter het hekje, bij de brievenbus - want dat is leuk voor de postbode -, onder de appelboom) en bewaar dat in een 'bollenmap': je eigen naslagwerk. Vooral als je er in het voorjaar nog even bijschrijft hoe het afgelopen is!
Mij dunkt dat we voorlopig genoeg te doen hebben. Bollen poten! een van de leukste karweitjes in deze tijd van het jaar. Wat je noemt: genoegen scheppen in je tuin!

(September 2003)

OVER WATER EN LAATBLOEIERS




Heggenmussen


Het is al weer bijna september: de zomer zit er zo'n beetje op. En wát voor een zomer! Veel mooier kan bijna niet, met al die gesneuvelde records aan zonuren en hoge temperaturen. Veel droger óók niet en dat was natuurlijk minder leuk. Want hoe los je dat op, in een tuin die snakt naar water?
DROOGTE
Ben je asociaal bezig als je de sproeier aanzet of moet je met droge ogen aanzien hoe je planten en je grasmatje eraan gaan? Moeilijk hoor! Je wordt trouwens ook gemakkelijk op het verkeerde been gezet door al die dorre blaadjes die zo herfstig ritselend naar beneden vallen. Het is een natuurlijke reactie van bomen en planten in een poging om de verdamping van vocht (via de bladeren) zoveel mogelijk te beperken. Die bomen en planten zijn dus niet meteen dood en zullen volgend voorjaar weer als vanouds uitlopen. Maar er zijn natuurlijk grenzen en het is niet eenvoudig om de juiste beslissing te nemen. Zelfs regering en TNO kwamen er niet uit! De gulden middenweg dan maar: even geen gras maaien, niet sproeien, maar met een gieter de meest kwetsbare planten 'bedienen' en natuurlijk de potplanten. In zo'n droge zomer blijkt dat een zeer efficiënte manier van tuinieren te zijn, planten in potten. Het water dat je ze geeft komt geheel ten goede aan die ene plant. Voor de potplanten was het dan ook een florissante zomer. Mijn oleander heeft nog niet eerder zo mooi gebloeid.
Cosmea
Als je op vakantie gaat is het voor de tuinoppas ook overzichtelijk watergeven en na de vakantie kun je met al die potten je uitgedunde tuin een flinke oppepper geven. Vooral eenjarigen zijn een succes: die bloeien eindeloos door. Tot laat in de herfst wordt de tuin opgevrolijkt met cosmea's, nicotiana's, malva's en vul verder zelf maar in. Verzamel het zaad wanneer het rijp is (verdroogde zaaddoosjes) en je bent ook voor volgend jaar verzekerd van een fleurige tuin.
Wat ook helpt om je tuin er nog redelijk fris uit te laten zien is het wegknippen van dor blad en dode stengels en natuurlijk zoals altijd de uitgebloeide bloemen.

Zaaddoos van geranium
REGENWATER
Zodra het regent is het zaak zoveel mogelijk regenwater op te vangen - dat komt tenslotte zomaar uit de lucht vallen! Mijn twee regentonnen zijn zó vol en dan steek ik snel een parapluutje op om de gieters te vullen zodat er nog meer water in de tonnen kan. Maar ja, als het daarna een paar dagen droog is ben ik ook zo weer door mijn voorraad heen.
Is er niet ergens een bouwkundig ingenieur die een regenwaterreservoir voor ons kan uitvinden? Een soort waterbed met de maat van die malle kruipruimte onder je huis, waar toch nooit iemand komt, met een aansluiting op de regenpijp en een slangetje naar buiten met een pompje om naar behoeven water te kunnen tappen. Of zoiets. Ook zonder hittegolven moet dat rendabel zijn. Een gat in de markt, dames en heren ingenieurs! In afwachting van deze uitvinding verblijven wij voorlopig dubbend in onze tuinen - zuinig op onze planten, maar óók op het water.
OPKNAPBEURT
Hoewel sommige van onze vaste planten misschien niet zo hoog worden als we van ze gewend zijn, bloeien ze toch net zo mooi als andere jaren. En er is een enorme keus in planten die juist nu (beginnen te) bloeien. Daar moeten we goed gebruik van maken. Nu de temperatuur daalt en de kans op regen met de dag toeneemt is het wel weer verantwoord om nieuwe planten aan te schaffen. Daar kun je nog maanden plezier van hebben.

Sedum spectabile
Zoals sedum (hemelsleutel): maanden vóór én maanden ná de bloei is ie mooi en niet moeilijk in de omgang. Combineer sedum eens met een ook in de herfst bloeiende struikroos, zachtrose, zoals bijvoorbeeld rosa 'Bonica' of rosa 'The Fairy'.
Ook hortensia's zijn van die dankbare tuinbewoners. Mijn favoriet is nog altijd hydrangea arborescens 'Grandiflora' Annabelle. Kleurt mooi bij het zachtblauw van veronica's - de lage soorten vóór de Annabelle of de hoge soorten erachter. Een combinatie met artemisia lactiflora 'Guizhou' (crèmewit) is ook mooi, maar nu om het contrast in de bloemvorm.
En dan de asters! In diverse kleurschakeringen, bloeiwijzen en afmetingen. Mijn lage soort (lila), waarvan ik de naam niet weet omdat het ooit een krijgertje was, is oersterk en superbetrouwbaar. Jaar in jaar uit kan ik op hem rekenen wanneer het in de tuin zichtbaar herfstig wordt. Trakteer jezelf op asters: daar zul je geen spijt van hebben, zeker niet wanneer je de hoge (op pootjes!) combineert met een lage soort.
Aster laevis
Persicaria's, voorheen polygonum (duizendknoop), bloeien al de hele zomer, maar gaan ook in de herfst nog door. Zeer de moeite waard en goed te combineren met chelone obliqua (schildpadbloem), ook zo'n vrolijke laatbloeier. Verkrijgbaar in rose en wit. Een van zijn beste eigenschappen is zijn stevigheid: in weer en wind blijft hij overeind. Maar deze stevige tante mag zich ook graag doen gelden: een beetje een woekertype. Heb je daar de ruimte voor dan is dat een extra voordeel en kun je tante rustig binnenhalen. Combineren met artemisia 'Rosa Schleier' en eupatorium 'Riesenschirm' (lever- of koninginnekruid): steeds hoger!
Hoog wordt ook aconitum carmichaelii 'Arendsii', monnikskap, diepblauw. Mag niet ontbreken, net zomin als de anemonen.
WARME HERFST
Voel je meer voor een warme herfst dan is een geel-rood-oranje tuin helemaal je type. Plant gele rudbeckia's (zonnehoed) in verschillende hoogtes, helianthussen (zonnebloem), uitbundige chrysanten (de laatbloeiers), kniphofia's en natuurlijk helenium 'Moerheim Beauty'. Afwisselen met (hoge) grassen en hier en daar wat pompoenen, want die zijn er ook al weer. Zo'n tuin gloeit je tegemoet in de herfst: een welkome sensatie!
HERFSTHEESTERS
Ben je voor 'grote stappen, gauw thuis' dan kun je een keuze maken uit laatbloeiende heesters: maar één plantgat en een wolk van kleur! Zo niet van bloemen, dan wel van bessen. Een cotoneaster levert massa's rode bessen, een pyracantha (vuurdoorn) geeft, behalve gemene stekels, witte, gele of oranje bessen. Rose of witte bloemen vind je bij de viburnums - als het niet vriest ook nog in de winter.
De callicarpa heeft paarse bessen: goed te combineren met gele herfstbloeiers of witte, zoals bijvoorbeeld cimicifuga (zilverkaars).
Laten we de lavatera's niet vergeten: die bloeien door tot de eerste nachtvorst. Niet gegarandeerd winterhard, maar goed te stekken en anders volop verkrijgbaar in het voorjaar.
Een ceanothus is ook mooi, met zijn lavendelkleurige trossen bloemen, maar die heeft wel een beschutte plek nodig en een beschermlaag op de wortels voor de winter.
Hibiscus syriacus is wél volledig winterhard - 'Woodbridge' is rose, 'Blue Bird' is blauw en 'Diana' is wit.
Laten we maar snel beginnen met het opknappen van onze zongedroogde tuinen: des te langer hebben we er plezier van!

(September 2003)