dinsdag 10 december 2002

DE MOORD

In míjn tuin …

... is een moord gepleegd. De dader is voortvluchtig: hij steeg onmiddellijk op met het corpus van het delict stevig in de snavel geklemd. Zijn medeplichtige bleef achter. Dat was ik: medeplichtig door nalatigheid. Hoe hééft het zover kunnen komen …
In de buurt was een reiger gesignaleerd, maar nog nooit in mijn tuin. Die is klein en dichtbegroeid en royaal voorzien van bomen: geen goede landingsplaats voor een vogel in de rubriek 'zeer groot'. Maar voor alle zekerheid ging ik toch op zoek naar een net om de vijver mee af te dekken. Wat ik vond was precies genoeg voor de helft van de vijver. Nou ja, dat was tenminste íets. Ik prikte het net met bamboestokjes vast en ging tevreden naar binnen. Bij ons kwam toch nooit een reiger.
Tot die middag, laat in de herfst. Mijn dochter was thuis en wij hadden een genoeglijke keuvelmiddag. Plotseling landde er een reiger op de pergola. Wat een beest! Wij zijn gewend aan koolmeesjes. Vol ontzag keken wij toe hoe hij poten en vleugels opvouwde, zijn snavel introk en zo, teruggebracht tot hanteerbare proporties, rustig op de pergola ging zitten. Niets aan de hand. Hij viel eigenlijk best mee. Laat maar lekker zitten, besloten wij en keuvelden verder met één oog op de pergola gericht. Dit hielden we met ons drieën een uur vol, toen kwam de reiger overeind. Met een bijna elegant sprongetje landde hij op de tegels, naast de vijver. Nu werd het toch wel een beetje spannend. Hij zou toch niet … Nee, daar lag het net. Maar dat had de reiger in het afgelopen uur ook wel gezien en hij zette zich in beweging. Uiterst traag werd de ene stramme poot voor de andere gezet. Drie pauzes laste hij in. Wat een sloom beest! Dat kon toch nooit wat worden als díe een vis moest vangen. Gefascineerd bleven wij kijken - het was toch ook wel heel bijzonder, zo'n grote vogel van zo dichtbij te zien.

Daar ging hij de hoek van de vijver om, het net was nu ruimschoots gepasseerd. Mijn dochter, die een betere kijk op dieren heeft dan ik, zei: "Als hij op die steen gaat staan, jagen we hem weg." Zo'n sloom beest. Maar voor we wisten wat er gebeurde sprong het slome beest in de vijver, ging kopje onder en kwam met een dikke goudvis weer boven! Nooit eerder zó'n metamorfose meegemaakt. Wij hapten naar adem, waren woedend en direct daarop zeer schuldbewust. De reiger sloeg zijn vleugels uit, de buit was binnen en bedachtzaam, bijna statig, steeg hij op. Einde van de eerste kennismaking.
Inmiddels maken wij er ons niet meer zo druk om: het visbestand moet toch ook op peil gehouden worden. Maar als we hem zien, jagen we de reiger wel weg. Gisteren nog. "Krrék!" klonk het verontwaardigd. Hij hoort erbij nu, ook in míjn tuin.

December 2002