woensdag 8 december 2010

‘OEHOE’ EN ‘ROEKOE’


In míjn tuin …

... is het weer een en al gehip, gefladder en gebungel. Dat is dan weer leuk aan de winter. Met een flinke voorraad vogelvoer kun je al je gevleugelde vriendjes op een paar meter afstand nog eens goed waarnemen. De boomkruiper is er weer. Als ie stil zit, tegen de berk aan, zie je hem gemakkelijk over het grijze lijfje. Maar dat kan hij zich nu niet permitteren, stilzitten, en ijverig kruipt hij langs richeltjes en schorsjes omhoog, op zoek naar verstopte insecten. Staartmezen zag ik en de specht!
Kool- en pimpelmezen zijn er volop. Maar ook vinken, winterkoning en roodborst komen hun maagjes vullen, voor zover spreeuwen en merels ze de ruimte geven.
Met mijn kleinzoon, bijna anderhalf, kijk ik naar het drukke verkeer in de tuin. Hij leunt ontspannen over de rugleuning van de bank en vermaakt zich ook met de ‘vógels’! Zo klein als hij is, kent hij er al wat bij naam. “Kráaie!” roept hij, als twee grote exemplaren stelling nemen in de es. “Goed zo!” moedig ik hem aan. “Wat zeggen de kraaien?” “Kra, kra!” Heel goed, je mag door naar de volgende ronde! Eksters laten zich nu even niet zien, maar die kent hij ook. Als er een troepje mussen in de veldesdoorn landt, roept hij: “Músse!”
OEHOE zegt de uil
Veel van zijn kennis komt uit prentenboekjes. Het onderwerp boerderij is nu favoriet en waarschijnlijk dankzij een geweldig geheugen weet hij daar nu alles van! De boer, de tractor, honden, poezen, de appelboom, de koe, het kalf, het paard, het veulen en natuurlijk ook de geit, het schaap en het lammetje: hij onthoudt en benoemt álles. Ook de kool, de wortel, de vlinder en de slak. Dól is hij op ‘aardbei’ en ‘druive’ - we hoeven er nooit naar te raden! En ‘eend’jes voeren, ‘kwak’, is ook altijd leuk: dan eet hij alsnog de korstjes, die hij aan zijn boterham niet lust!
“Poes!” roept hij op de bank. Ja, die eet ook van het vogelvoer. Jammer dat ‘duif’ en ‘uil’ het laten afweten, met hun ‘roekoe’ en ‘oehoe’.
Ja sorry hoor, maar ik ben ook zo trots en blij natuurlijk, met iemand die zo mijn belangstelling deelt! Straks samen naar buiten, in het voorjaar, de ‘bloeme’ benoemen, de ‘aardbei’ watergeven en ... Mijn kleinzoon laat zich van de bank glijden: zijn mama komt eraan. “Auto!” roept hij. “Auto!” Ach ja, ‘broembroem’, met ‘wielen’ die ‘dráaie’: zijn belangstelling reikt verder, veel verder dan mijn ‘tuin’!

December 2010