dinsdag 15 juni 2010

TOP TIEN

Heggenmussen

De junimaand is prachtig! Aangename temperaturen, een buitje op zijn tijd en een tuin die tot volle wasdom komt. Wij tuiniers genieten, maar werken ons soms ook een slag in de rondte om alles op tijd te knippen, maaien, bemesten en water te geven. En hoe meer soorten, hoe meer werk. Dus: hoe minder soorten, hoe minder werk! Vanuit dat idee heb ik mijn plantenverzameling nog eens kritisch bekeken. Niet om te zien wat er weg zou kunnen, maar om te zien welke planten ik beslist niet zou willen missen.
Dat resulteerde in een top tien van planten die niet moeilijk zijn in de omgang en waarmee je een tuin gedurende het gehele jaar een prettig aanzien kunt geven.

(1) Snoeivormen in buxus
Voor de wintermaanden forse groepen buxus (1), in hagen, bolvormen of strakke blokken. Deze struikjes kunnen bemest worden met speciale buxusmest, maar gedroogde koemestkorrels voldoen ook. Buxus sempervirens wordt dertig centimeter tot een meter hoog. Vanaf mei kan buxus worden bijgeknipt, in ieder geval vóór de langste dag. Daarna nog een paar keer snoeien om de buxus goed vertakt en in vorm te houden. Doe dat bij voorkeur op een bewolkte dag om zonnebrand te voorkomen.

(2) Bergenia, schoenlappersplant
Het fijne blad van de buxus geeft een mooi contrast met eveneens wintergroene Bergenia (2) (schoenlappersplant). Daar kun je gerust wat vierkante meters mee bedekken. Ze bloeien al vroeg in het voorjaar, maar zijn ook buiten hun bloeiperiode de moeite waard. Onderhoud: verdord blad en uitgebloeide stengels wegknippen.

(3) Persicaria 'Fire 'Tail'
Mooi bij al dat groen is het vrolijke rood van Persicaria (vroeger polygonum) amplexicaule ‘Fire Tail’ (3). Een forse plant met redelijk groot hartvormig blad en hoge bloeistengels (140 centimeter) met rode bloeiaartjes, de hele zomer tot in de herfst. Hoeft niet gesteund te worden en combineert met álles! Toen ik hem cadeau kreeg, wist ik niet waar ik zo’n rode bloeier moest laten. Later heb ik er nog twee bijgekocht, om andere plekken in de tuin mee op te fleuren en ik wil ze nooit meer kwijt! In het voorjaar de oude stengels opruimen, dat is alles.

(4) Linaria purpurea 'Canon J. Went'
Nog meer hoge bloeiaren, die de tuin luchtig en ongecompliceerd houden, zijn die van Linaria purpurea (4), paars, en Linaria p. ‘Canon J. Went’ (rose). Ze trekken bijen en vlinders aan, worden zeker een meter hoog, bloeien de hele zomer (uitgebloeide aartjes even weghalen) en zaaien zich ongegeneerd uit. Overal. Waar ongewenst (ja, wáár eigenlijk?!) kun je de zaailingen gemakkelijk weghalen.

(5) Aquilegia, akelei
In dezelfde categorie hoort ook de akelei, Aquilegia (5).
Het zijn de snoepjes in de tuin! Zoek een paar soortjes uit, krijg er van tuinvrienden nog wat bij en geniet de rest van je leven in mei en juni van de fijnste bloemvormen in tal van kleurschakeringen en laat je verrassen door nieuwe varianten, want ze kruisen zonder blikken of blozen en nooit wordt het je teveel!

(6) Hortensia 'Annabelle'
Voor een levensgroot contrast kies ik ook hortensia: Hydrangea arborescens ‘Annabelle’ (6). Je wordt er al jaren mee doodgegooid, maar dat is dus niet voor niets. Een zeer betrouwbare hortensia, omdat de bloemen bloeien op het nieuwe hout. En dat wordt pas na de winter gevormd (snoeien in maart), zodat de bloemknoppen niet kunnen bevriezen. Met zijn grote witte, later groenwitte, bloembollen prachtig achter een buxushaag of -blok. Een plantensteun of gewoon een simpel touwtje, is aan te bevelen. Van het snoeisel in maart zijn eenvoudig stekken te maken.

(7) Appelbloesem (Groninger Kroon)
En dan natuurlijk een échte appelboom (7)! De pret begint al in het voorjaar met appelbloesem. Daarna zie je de hele zomer de appeltjes groeien en als het buiten koud wordt, bak je binnen appeltaart! Daar hoef ik niets meer aan toe te voegen.

(8) Doorbloeiers!
Op kleinere schaal en sneller valt er ook te genieten van een aardbeienplant (8). Liefst een flinke doordrager! Het zijn vaak kleine dingen waar je gelukkig van wordt en daar hoort een aardbeienplant ook bij. In een hangmand of een hoge pot, zodat ze lekker kunnen bungelen en schoon blijven.
Wat ik ook niet zou willen missen is mijn Clematis viticella ‘Etoile Violette’ (9).

(9) Clematis Étoile Violette
Probleemloos, met in de zomer wólken paarse bloemen - deze clematis laat mij nooit in de steek. Elke week wat vloeibare mest in het groeiseizoen, dat wel, maar dat heb ik graag voor hem over. Ergens in maart knip ik hem af op een hoogte van 30 á 40 centimeter, daarna denk ik een paar weken dat ik hem doodgeknipt heb tot hij als een razende begint te groeien en dan zijn we weer de beste vriendjes. Al jaren!
Tot slot nog een plantje dat zich onbekommerd uitzaait, als je de bloemen er niet op tijd uitknipt: vrouwenmantel, Alchemilla mollis (10). Bijna ordinair, maar onovertroffen! De blaadjes zijn fluwelen kunstwerkjes, met ’s ochtends vroeg paarlen randjes door guttatie: wanneer de worteldruk toeneemt en het blad nog niet voldoende vocht verdampt, wordt er vocht naar buiten geperst, wat in druppels aan de rand van het blad blijft hangen. Dan de bloemen: wolken zacht groengele bloemetjes, die overal bij passen en geknipt kunnen worden voor de vaas, maar ook gedroogd, voor de winter. Mooi in randen en vakken.

(10) Alchemilla mollis, vrouwenmantel
Tot zover mijn tien favorieten. Favoriet omdat ze mooi zijn, makkelijk en gegarandeerd plezier geven! Enne ... per stuk hebben ze bijna allemaal genoeg aan de oppervlakte van één tegel - kunnen er zomaar tien tegels uit!

Juni 2010

donderdag 10 juni 2010

VOL



In míjn tuin …
... was het in mei al weer een gedrang van jewelste. “Heren, heren!” riep mevrouw tulp naar de alliums. “Ik raak bekneld!” “Ja hoor es, mevrouwtje,” reageerde een paarsaangelopen allium, “het tulpenseizoen is nu wel voorbij, hoor!” Over zijn schouder knikte hij naar het grote blad achter hem: “Wij komen zelf in de verdrukking door die opdringerige herfstanemonen en het is nog niet eens zómer!” 
Alliums tussen het blad van herfstanemonen

Ik houd me maar even stil, want ik ben natuurlijk toch een beetje de onzelieveheer die deze situatie geschapen heeft. Met de beste bedoelingen weliswaar, maar ik moet erkennen dat het wat uit de hand gelopen is. Ze moesten eens weten, wat ik nog in potjes aan eenjarig zaaigoed heb staan! Dat heeft alles te maken met het verlangen naar een nieuw tuinseizoen, als na een lange winter binnen de mooiste bloemen voorgezaaid kunnen worden. De tuin ligt er kaal bij en je kunt je gewoon niet voorstellen dat er in een paar maanden tijd geen stukje grond meer onbedekt zal zijn.
Ik ben me te buiten gegaan aan nigella’s, wilde afrikanen, zonnebloemen, malva’s, blauwe winde en cosmea’s. En dan heb ik het zakje van Groei en Bloei met lief witroze cosmea ‘Daydream’ nog wel naar mijn dochter in Amsterdam gestuurd, voor een roze wolk in háár tuin deze zomer.

Wilde afrikaan
En natuurlijk wist ik me al na een paar weken geen raad meer met al die potjes verspeende zaailingen op de vensterbank. Maar toen zakte kleinzoontje door het oude spijlenbedje, waar ooit mijn eigen kinderen in rondhopsten. Geen nood: opa haalde per omgaande een nieuw en terwijl kleinzoontje en ik daarop wachtten, bedacht ik een nieuwe bestemming voor het bodemloze wrakje. Ik kon het op het voeteneind, of op het hoofdeind, daar maakt zo’n bedje geen onderscheid in, voor het raam zetten met planken op gepaste afstanden, rustend op de spijlen. Genoeg ruimte voor mijn zaailingen! Op enkele na zijn het mooie plantjes geworden, klaar om tot bloei te komen in de groene omlijsting van mijn tuin: op de plaats van boventallige vrouwenmantels, longkruid, violen en lievevrouwebedstro of desnoods in zwarte plastic potten. Ze zullen het wel redden, tussen die druktemakers daar. En volgend jaar doe ik het gewoon wéér, want ook ‘vol’ is een rekbaar begrip - míjn tuin geeft wel mee!

Juni 2010