zaterdag 12 juni 2021

NIEUWE ARTIKELEN

 



                                                   NIEUWE ARTIKELEN 
                                      VERSCHIJNEN  IN AUGUSTUS 2021 


DAN  IS HET NOG STEEDS VOLOP  ZOMER
 EN GENIETEN WE DAARVAN IN ONZE TUIN  
WAAR NOG STEEDS VEEL TE BELEVEN IS -
EN ALS WE HET ZELF GEPLANT HEBBEN (!)
OOK AL WAT FRUIT GEPLUKT EN GENOTEN
KAN   WORDEN. BLAUWE BESSEN, ZÓ VAN
DE STRUIK:  EEN DELICATESSE! OOK  NIET
 TE VERSMADEN:  BRAMEN,  RIJPE APPELS 
    EN WAT DIES MEER ZIJ. FIJNE ZOMER, OOK  
       IN JE TUIN!       





donderdag 10 juni 2021

BODEMBEDEKKERS

 

In míjn tuin...

… ondervind ik dagelijks aan den lijve hoe fijn het is om daar bezig te zijn en dan ook nog resultaat te zien. Maar wat je ook aan den lijve ondervindt, is het toenemend aantal levensjaren, waar de lichamelijke conditie niet altijd in meegaat. In het vroege voorjaar ben ik dus maar eens begonnen met het letterlijk vergroenen van dit aan mij toevertrouwde stukje aarde. Voor vereenvoudiging en minder werk, maar natuurlijk ook voor de verandering; weer eens iets nieuws.

Samengevat kwam ik zo uit bij bodembedekkers, bij voorkeur groenblijvend. Dan ligt gras misschien voor de hand. Daar kun je hele voetbalvelden mee beplanten: ijzersterk, goed beloopbaar en te maaien met een zitmaaier - wat wil een mens nog meer. Maar nee, dit mens wil helemaal niet ‘zitmaaien’ en ook graag nog wat variatie in de beplanting - en dat is wonderwel gelukt.

Een nog kleine verzameling planten heeft inmiddels zijn opwachting gemaakt. Het aantal tinten groen is daarmee weliswaar bescheiden, maar in ieder geval voorlopig genoeg. Deze groenblijvers zijn stuk voor stuk ook vorstbestendig. De laatste winter was er weliswaar een van de zachte soort, maar dat kan verkeren.

Sedum spurium

In het kort komt mijn beplanting dus vooral neer op bladhoudende bodembedekkers, die wel in hoogte enigszins variëren. De laagste soort is Sedum spurium, roze vetkruid: een mooi dichtgroeiend zodevormend vetplantje met in de zomer paarsroze bloemhoofdjes. Je mag ze afknippen, maar dan doe je de vlinders tekort, want die vinden deze hoofdjes heel aantrekkelijk. Knippen kan ook nog ná de zomer. 

Voor de nodige variatie kun je een gedeelte beplanten met Asarum europaeum, mansoor. Deze bodembedekker heeft mooi glanzende oorvormige blaadjes met een doorsnede van zo’n 6 tot 8 cm. De kleine rozerode bloemen houden zich schuil onder het blad, wat (vind ik) geen bezwaar is; ze dragen natuurlijk wel bij aan de verdichting van deze beplanting. Voor een bijzonder accent in de groene border plant je zwart gras: Ophiopogon planiscapus ‘Niger’, slangenbaard. Deze plant bloeit in juli en augustus met kleine witroze  bloemen.

Pachysandra terminalis

En dan is er ook nog Pachysandra terminalis, een stevig bebladerde bodembedekker, die al vroeg in het seizoen bloeit met kleine witte bloemen, óók in de schaduw. Is net als klimop wintergroen en behoeft vrijwel geen onderhoud. Als je de uitlopers voorzichtig wat in de grond drukt, zullen ze daar gemakkelijk wortelen.

Zorg voor een onkruidvrije ondergrond en blijf wieden: tot alle bodembedekkers elkaar gevonden hebben.

Én zorg voor een fijne stoel - éven zitten, pfff… in je vergroende tuin …

ZOMER IN AANTOCHT!

 

Heggenmussen

Toch elk jaar weer iets om naar uit te kijken: de tuin in de zomer! Op zijn mooist - of op háár mooist? Uitgangspunt voor dit soort vraagstukken is het Latijn en dan gaat het hier om ‘hortus’ en dat is mannelijk. En wie houdt zich bezig met aanleg en onderhoud van deze hortus? Inderdaad: de hortulanus, verantwoordelijk voor het beheer van een botanische tuin. Maar toch kent het Latijn ook het woord hortulana, ofwel: tuinierster. Had ik dit niet opgezocht, ik had het niet geweten, heb er nog nooit iemand over gehoord.

Maar of je nu een hortulanus of een hortulana bent, de zomer is voor álle tuinliefhebbers toch wel het mooiste seizoen van het jaar. Alles komt nu echt in bloei en we kunnen er volop buiten van genieten. Een voorrecht, in ons dichtbevolkte land, waarvan we ons niet altijd bewust zijn. Talloos veel mensen moeten het zonder een tuin doen, terwijl er helaas ook nog steeds talloos veel tuinen betegeld worden. 


Made (with) love: madeliefjes!

Heel lang geleden belde ik met ‘het gemeentehuis’: over een ‘verplichting voor een bepaald percentage groen bij alle huizen’. De reactie was eigenlijk voorspelbaar: gaat u die tuintjes dan onderhouden? Plan van de baan. Zou het verschil maken als alle huizen zonder tuin standaard opgeleverd konden worden met een gemetselde plantenbak? Elke halve m² is tenslotte meegenomen.

Feit is wel dat het klimaat niet persé afhankelijk is van met zorg aangelegde tuinen. Een braakliggend terrein, begroeid met ‘onkruid’ voldoet uitstekend en heeft zelfs een belangrijke functie als leverancier van voedsel voor insecten en andere dieren, die op hun beurt ook een belangrijke schakel zijn in de natuur en onze tuinen.


Taxusvogel in top

Toch zijn tuiniers over het algemeen verwoede ‘onkruiduittrekkers’ en ik sluit mijzelf niet uit. Wij zijn ook welbekend met de term ‘woekerplanten’ en kiezen bij voorkeur het onschuldiger tuinplantenarsenaal. Want tuinieren moet wel leuk blijven. En smaken verschillen: dat moet vooral óók zo blijven. Alleen de namen al van het ‘onkruid’: heermoes, zevenblad, varkensgras, berenklauw, weegbree, fijnstraal, akkerdistel, brandnetel, wolfskers en doornappel - ze spreken voor zich.

Opmerkelijk: vingerhoedskruid, taxus en de peulen van goudenregen, erkende tuinplanten, zijn giftig - en daar hebben we dan weer géén probleem mee. 


Vingerhoedskruid

De meeste planten uit het eerste rijtje zullen we in onze tuinen waarschijnlijk niet snel aantreffen - als we ze al zouden herkennen. Wat dat betreft is het bezit van tuinliteratuur handig om planten te determineren, hoewel tegenwoordig vrijwel iedereen is uitgerust met een smartphone; nog gemakkelijker, want die heeft iedereen altijd en overal en te pas en te onpas bij zich.

Hoe dan ook: terug naar de tuin, want daar leveren we, met welke planten dan ook, op termijn toch een positieve bijdrage aan het klimaat: op onze eigen vierkante meters. Blijf gerust het  onkruid wieden, waarbij er niets op tegen is om het ergens ‘uit het zicht’ in de tuin terug te  planten ten behoeve van de beestjes die óók hun rol hebben in de natuur. Want onkruid heeft  ook positieve eigenschappen. Brandnetels bijvoorbeeld, waarmee we thee kunnen zetten,  trekken vogels en insecten aan, en zevenblad, paardenbloemen en madeliefjes kunnen we  zelfs eten. Op internet vond ik onder andere dit eenvoudige recept voor zevenbladthee: 

Snijd 30 gram vers zevenblad, Aegopodium podagraria, fijn en kook dit 10 minuten in 6  deciliter water. Dan zeven en naar smaak honing toevoegen. Drink smakelijk! 


Paardenbloemen

Mochten er in de afgelopen natte winter planten verloren gegaan zijn, dan geeft dat nu ruimte  voor de aanschaf van nieuwe planten. En misschien zelfs een nieuwe bestemming voor de  vrijgekomen ruimte. Ik zal geen reclame maken voor de leverancier, maar in het afgelopen  voorjaar heb ik binnen op mijn vensterbank een arsenaal aan (eetbare) plantjes verzameld en opgekweekt, die inmiddels rijp en wel de stap naar buiten hebben gezet. Mijn moestuintje, in  de winter wel eens aangezien voor kattenbak, had ik afgedekt, zodat ik mijn kwekelingen van  diverse groenten in schone aarde kon uitplanten en daar plukken wij nu de ‘vruchten’ van  voor een gezonde maaltijd, buiten in de warme zomerzon! 



TUINKALENDER



 Het gazon vraagt weer aandacht: maaien, maar ook beluchten en van mest voorzien. 

 Na de eerste groeispurt heeft de beplanting in de borders nu ook behoefte aan bemesting. 

 Verwijder regelmatig het onkruid en dan ook meteen de uitgebloeide bloemen. 

... maar spaar de zaaddoosjes!

 Houd het terras (met regelmaat!) milieuvriendelijk onkruidvrij (met harde bezem!). 

 Potplanten liefst dagelijks water geven met eens per week vloeibare mest. 

► Bij aanhoudende droogte sproeien - niet te snel en gecontroleerd! 

 Een regenton is ‘zelfvoorzienend’. 

 De klimplanten maken hun naam waar: bind ze op tijd aan. 

 Voorzie de vogels van een bad met lekker fris water - mag ook uit de regenton. 

                                  

 Ze steunen ons in de strijd tegen slakkenvraat - de aanhouder wint! 

 Snoeien, eerste helft juni: haagbeuk (Carpinus betulus) en cipres (Cupressocyparis leylandii). Tweede helft juni: buxus, taxus en beuk (Fagus sylvatica). Eind juni, begin juli: hulst (Ilex) en laurierkers (Prunus laurocerasus). Liguster tot oktober. 

 Snoei buxus op een bewolkte dag om ‘zonnebrand’ te voorkomen. 

 Op vakantie? Laat de tuin niet onverzorgd achter en zet alvast gevulde gieters klaar. 

 Geniet na het aarzelende voorjaar van een mooie zomer.