zaterdag 15 april 2006

ORANJE BLANJE BLEU

Heggenmussen


Wie de tuintrends in de afgelopen jaren een beetje heeft gevolgd, zal niet vreemd opkijken van de felle kleurtjes die langzaam maar zeker het tuinterrein veroveren. De tuin wordt steeds meer gezien als een onderdeel van onze woonomgeving, compleet met bankstel, eethoek, een buitenkeuken en zelfs een douche. En niet te vergeten: een kachel, want het blijft wel Hollands. En zoals binnen de ‘naturellen’ van Jan des Bouvrie worden ingeruild voor retrobehangetjes en typische jaren-70 kleurtjes, gebeurt dat ook buiten.
AFRIKAANTJES
Alle tinten groen, paars, geel, nou ja, het hele scala aan kleuren, is ‘in’, tot en met oranje. Wie durfde er nog oranje afrikaantjes te planten in de afgelopen decennia? Hooguit een zachtgele variant en dan ook nog uitsluitend ‘functioneel’: om bodemaaltjes te verdrijven! Maar nu ben je een trendvolger als je oranje afrikaantjes plant. En waarschijnlijk politiek correct als je meteen overstapt op de Latijnse naam: Tagetes. Want het luistert nauw, tegenwoordig, met afrikaantjes, negerzoenen en de Zwarte Piet. (Wat gaan de Engelstaligen doen met ‘dutch’?!)
Onze afrikaantjes zijn eenjarigen, slechts 20 cm hoog en verkrijgbaar in een mooi kleurenspectrum: van wit (Eskimo) via citroengeel (Lemon Gem) en oranje (Orange Gem) naar oranjebruin (Paprika Gem). Ze geuren en trekken bijen aan. Weliswaar de hele zomer, maar nog niet in april.

Oranje!
KONINGINNEDAG
Als we Koninginnedag willen vieren met een oranje accent in de tuin, zullen we moeten uitwijken naar andere Oranjeklanten. Wat te denken van hyacint ‘Gipsy Queen’ in zalmoranje? Hoe dan ook koninklijk, zeker in combinatie met tulp ‘Prinses Irene’: oranje met paarsgroene strepen - ook wel weer een beetje ‘gipsy’. Voor de ingetogenen onder ons is er de leliebloemige tulp ‘Ballerina’, waarvan de kleur door bollenexpert Jacqueline van der Kloet wordt omschreven als ‘beschaafd oranje’ (Toveren met bollen, uitg. Groenboekerij). Iets minder beschaafd misschien, maar wel heel uitbundig, vier je Koninginnedag met een grootbloemige oranjerode keizerskroon: Fritillaria imperialis ‘Rubra Maxima’. Wordt het Koningshuisgehalte je te hoog, neem dan Fritillaria imperialis ‘Aurora’, in dezelfde kleur en met dezelfde kwaliteiten: ook een meter hoog. Wie elk jaar op 30 april een oranje plant wil hebben, kiest voor Epimedium ‘Orangekönigin’; een vaste plant, 35 cm hoog, die van april tot juni oranjegeel bloeit en ook nog eens wintergroen is. Tot zover Koninginnedag.
KONING VOETBAL
Want na 30 april zijn er nog veel meer mogelijkheden met oranje planten en waarom zouden we niet, met het WK Voetbal in het vooruitzicht?! Als je bloembakken hebt onder de ramen van de bovenverdieping kun je daar eenjarige klimmende (maar nu hangende) Oost-Indische kers in zaaien (Tropaeolum majus). Dat levert prachtige oranje slingers op; veel leuker dan plastic vlaggetjes. Nog meer oranje eenjarigen voor potten op het terras en bij de entree zijn te vinden bij de Petunia’s. Zo zou je Petunia ‘Callibrachoa Calli Orange’ kunnen combineren met de abrikooskleurige mini-hangpetunia ‘Million Bells Apricot’. En ja, ik vind ook dat kwekers wel wat klantvriendelijker zouden mogen zijn met de benaming van hun producten. We willen best naar een Begonia ‘Flamboyant’ vragen (diep oranjerood, kleine bloemen), maar Begonia ‘Illumination Apricot’ (zacht abrikoos met geel, dubbele bloemen) vraagt al iets meer lef. Je mag niet wijzen, is ons geleerd, maar als het om planten gaat, is de verleiding vaak groot om dat wél te doen: “Díe graag!” En zo kom je thuis met ook nog een Petunia Surfinia ‘Victorin Apricot’ (gemêleerd abrikoos)!
Mochten onze jongens het WK Voetbal winnen, dan zullen wij automatisch nog meer gecharmeerd raken van de kleur oranje. Dat is psycho-logisch. De vraag naar oranjebloeiende planten zal toenemen.
In het boekje ‘Gebruik en verzorging van vaste planten’ (tweede druk, 1965) van Mien Ruys geeft zij in het hoofdstuk ‘Vaste planten gerangschikt naar kleur’ een royale opsomming onder het kopje ‘oranje’. In ‘Kleur in de tuin’ (derde druk, 1992) van Elisabeth de Lestrieux zoek je vergeefs naar klip en klaar ‘oranje’. Je zult in het ‘Register op kleur’ een keuze moeten maken uit ‘Abrikoos’, ‘Herfstkleur’ of ‘Vlammende kleuren’. En misschien nog ‘Spannende basten’. Op ‘oranje’ rust een taboe.
BLOEIEND ORANJE
Papaver
Maar ze zijn er wel degelijk, de oranje-bloeiers. Probeer eens iets uit. Oranje trekt zonder meer de aandacht. Het is een warme, vrolijke kleur met opwekkende eigenschappen. In combinatie met rood en geel mag je rekenen op een warme uitstraling. Naast paars geeft oranje een opwekkend ‘hip’ effect, waar je niet gemakkelijk langs zult kijken. Is het je vooral te doen om een kleine opleving in een rustige border, kies dan voor een zachtoranje tint tussen wit, grijsgroen en violet of zelfs roze.

In mei bloeien behalve de kant-en-klare eenjarigen ook knikkend nagelkruid: Geum ‘Carlskaer’ en wolfsmelk: Euphorbia griffithii ‘Dixter’ en ‘Fireglow’. Vaste papavers (Papaver oriëntale en -spicatum) doen mee in knal- en zachtoranje en Trollius ‘Orange Princess’ is ook van de partij.
De maand juni brengt in aanloop naar het WK nog meer spektakel. De Turkse lelie, Lilium martagon, komt in bloei en de naald van Cleopatra, Eremurus ‘Pinocchio’ zal met zijn anderhalve meter en koperkleurig oranje alle aandacht trekken. Duizendblad, Achillea millefolium, is met ‘Terracotta’, ‘Lachsschönheit’ en ‘Marmelade’ ook goed vertegenwoordigd. En dan de goudsbloem met zijn typische zaadjes: Calendula officinalis. Deze eenjarige bloeit van juni tot september en wordt nog wel eens aangeplant om zijn mierenverdrijvende eigenschappen. Minder bekend is, dat de goudsbloem ook bijen verjaagt, die zo nuttig zijn voor de bestuiving van onze planten. Meenemen in de overweging! De daglelie, Hemerocallis, kun je waarschijnlijk het best in bloei kopen: hier zijn zóveel schakeringen in oranje - dat moet je gewoon zien. In juni naar de kweker dus. Ook in bloei nu de welbekende dropplant, in warm oranje: Agastache barbari ‘Firebird’ (vast). Of in gewoon oranje: Agastache ‘Acapulca Orange’ (eenjarig).
In juli kleurt de tuin steeds meer oranje (nu maar hopen dat ons nationale elftal gewonnen heeft!) met nóg een (vaste) Agastache: rupestris ‘Terracotta’, met Helenium ‘Chipperfield Orange’, Ligularia dentata ‘Orange Queen’, Potentilla en nog veel meer. Vóór jullie geen oranje meer kunnen zien, moet ik toch ook nog even het vingerhoedskruid (Digitalis ferruginea) noemen, de Crocosmia’s en natuurlijk de Dahlia’s. Dan heb ik de oranjebloeiende rododendrons, de Japanse esdoorns (Acer palmatum), alsmede alle oranje bes-dragers wel overgeslagen, maar het zal iedereen nu toch wel duidelijk zijn, dat oranje ons veel te bieden heeft.
Oranje boven!
April 2006

maandag 10 april 2006

TROMPE L'OEIL


In míjn tuin …
… zijn heel wat stijlen en sferen verzameld. Strakke vormsnoei, een romantisch hekje onder een boog met oude druivenranken, grindtegels en zelfs nog spoorbielzen. Modieuze grassen staan naast een ordinaire ligusterhaag en druiven vormen een mediterraan dak boven het terras. De zo hollandse forsythia is gemoderniseerd tot een bolboompje en de klimop wordt streng in blokken gesnoeid - geen ontsnappen mogelijk voor jonge uitlopers.

Ook mijn eigen stijl is er terug te vinden: in het ‘pergolaterrasje’ onder de ‘gemeenteboom’. De boom, een es, dateert uit de tijd dat dat deel van de tuin nog ‘gemeentegrond’ was. Waar vroeger de stoep lag, en dus ook een stevig zandbed, heb ik een klein terras aangelegd. Er past precies een bistroset op met het tafeltje vol snuisterijen en op hete zomerdagen een koud kleintje pils. Een hoge heg biedt rugdekking en twee halfhoge haagjes aan weerskanten vormen balustrades.
De pergola erboven heb ik zelf getimmerd, uitgaande van de filosofie: eenvoud is het beste. Dat bleek vorig jaar niet helemaal te kloppen: één staander van het bouwsel stond plotseling scheef: een spijker was doorgeroest! Ik zette de staander weer recht en sloeg er een nieuwe spijker in. Nou ja, ‘slóeg’ - duwen had ook gekund, zo zacht was het hout. Deze winter lagen na een storm twee van de vier liggers schuin op de pergola - ze zaten nog maar aan één kant vast. Die heb ik weer op hun plaats geschoven; nieuwe spijkers moeten er nog in. En daarmee is mijn bouwsel tot een bouwval geworden en toe aan vervanging.

Zéphérine Drouhin
Maar dan moet eerst de beplanting verwijderd worden. Om één staander kronkelen dikke lianen van de kamperfoelie, die zich royaal en schaduwrijk over de liggers gedrapeerd heeft. In bloei verspreidt hij ’s avonds een onweerstaanbare geur. De clematis bij de tweede staander is nog bezig aan te slaan - zo’n proces moet je niet verstoren.
Bij paal 3 werkt mijn roos ‘Zéphérine Drouhin’ aan een comeback, na een paar mindere jaren. Die móet nog een kans krijgen. Net als de rode vaste lathyrus, die ik heb opgedoken in de zielige-planten-hoek van de bouwmarkt; muurbloempjes, voor de helft van de prijs. Ze zag er niet uit, maar de mooie foto op de bijsteker trok mij over de streep en warempel, na een paar jaar begint ze er nu op te lijken! Dat wil ik toch zéker nog een jaar aanzien: de combinatie roos-lathyrus. Aan paal 4 bind ik de hoge poelruit vast. Dús … mijn pergolaatje kan niet gemist worden. Als ik er nog wat spijkers in duw en de planten lopen uit, dan ziet het er weer prachtig uit.
Ja, ik weet het: ’t is gezichtsbedrog. In tuintermen heet dat: een trompe-l’oeil. Hé, díe had ik nog niet, in mijn verzameltuin!

April 2006