vrijdag 10 mei 2002

DE MEREL

In míjn tuin …



... gaat ook wel eens iets mis. En dat ligt dan niet aan het weer of zo, maar gewoon aan mij.
Links van het paadje stonden prachtige zwarte parkiettulpen en rechts ging ik zomerbollen planten. In mijn hurk nam ik de tulpen mee: ik zat er zo'n beetje bovenop en alle kopjes hingen naar de grond. Later kwamen ze wel weer overeind, maar allemaal met hetzelfde bochtje in de steel. Dus hurkers: altijd eerst achter je kijken!
In de kamperfoelie groeit clematis 'Mme. LeCoultre'. Een van mijn favoriete bezigheden in de tuin is knoppen tellen (vóórpret!). De clematis zat wel diep in de kamperfoelie - die laatste moest ik maar eens uitdunnen. Knip, knip: zat er ook een clematisstengel tussen en ik kon zo drie knoppen van mijn optelsommetje aftrekken.
In het langslopen aangetaste rozenblaadjes afplukken kostte mij laatst de mooiste rozenknop in de 'Zépherine Drouhin'.
Soms ben ikzelf de klos. Ik zit gehurkt op de stoep te wieden en achter mij passeert een fietser: "Hoi!" Moet ik links of rechts kijken om terug te groeten? Daar ontstaat de eerste verwarring in mijn evenwichtsorgaan. Snel draai ik mijn hoofd naar links, roep: "Hoi!" tegen de rug van de fietser en rol in één beweging achterover op de stoep, volledig uit balans. De fietser, die wél weet hoe in balans te blijven (vóór je kijken!) heeft het gelukkig niet gezien. Dat is dan nog íets.
Met het omzagen van een boom in de buurt was een merel haar nest met al één ei erin kwijtgeraakt. Ik weet nu waar 'je ei niet kwijt kunnen' vandaan komt - de arme merel was totaal van slag en probeerde uiteindelijk op een smal vogelhokje bij mij voor het raam een nest te bouwen. Maar alles viel er af. Om haar te helpen maakte ik een mandje vast op het hokje en ja hoor! na een paar dagen was het nest klaar! Wij zaten eerste rang. Mijn man schoof eventuele opstapjes voor katten opzij en van dag tot dag leefden wij mee met dit vogelgeluk. Tot er op een avond een kat verscheen. Op mijn armgezwaai reageerde hij niet, dus deed ik het raampje open, vlak naast het nest, en  riep: "Sshh!!" Daar ging de kat … maar ook de merel! Ik moet iets gedacht hebben van 'ik en de merel tegen de kat', maar het was natuurlijk ongelooflijk stom. Mijn man zei dat ook! Na twee uur was de merel nóg niet terug - de jongen moesten nu wel dood zijn. Mijn schuld. Ik sliep slecht. Om zes uur merkte ik dat mijn man al naar beneden was - om de dode jongen uit het nest te halen? Nee, hij zat op de bank en zei: "De merel is net even weg." Wat fantastisch: het leven ging gewoon door! Iets wat onherstelbaar leek was goed gekomen. In míjn tuin … was een wondertje gebeurd.

Mei 2002