maandag 15 februari 2010

RUIMEN

Heggenmussen


Wij Nederlanders zijn een proper volkje. De uitdrukking ‘opgeruimd staat netjes’ wordt dan ook meestal letterlijk gebruikt. Vooral ook door ondernemers, die er hun bedrijfsnaam van maken en je tegen betaling komen helpen met het opruimen van je zolder, je kasten, je hele huis of je bureau. Prima! Maar volgens Van Dale dienen we deze uitdrukking ironisch te gebruiken en wel ‘in toepassing op het vertrekken van lastig of vervelend gezelschap’.
In januari kwamen ironie en letterlijke betekenis bij elkaar in Boskoop, toen daar twee larven van de Oost-Aziatische boktor (Anoplophora chinensis), alsmede acht uitvlieggaten van deze boktor werden aangetroffen. De vondst werd voortvarend aangepakt en in een straal van honderd meter rond de vindplek werden alle levende bomen en struiken geruimd. Binnen een straal van twee kilometer werd de handel stilgelegd.
Tot dan was het ‘geruimd worden’ voorbehouden aan dieren, al dan niet in nood. Nu blijken ook planten niet aan deze maatregel te ontkomen.

Dit is niet het werk van een boktor!
De boktor is in Nederland geen onbekend verschijnsel, zij het dat door het steeds ‘schoner’ worden van onze bossen in de vorige eeuw veel soorten zijn verdwenen. Nog steeds actief is de Huisboktor (Hylotrupes bajulus), in de houtsector een van de schadelijkste insecten. Een belangrijk verschil met de Oost-Aziatische boktor is de leefomgeving van de vraatzuchtige larven. Die van de Huisboktor leven in dood hout, die van de Oost-Aziatische in levend hout.
De Huisboktor behoort tot de zogenaamde ‘drooghoutboorders’. Hij leeft zelf slechts twee weken, maar de larven die hij bij voorkeur in dood naaldhout achterlaat, kunnen daar in vier tot vijf, soms zelfs tien jaar, verwoestend werk verrichten. Het meest tastbare bewijs van hun aanwezigheid leveren de ovale uitvliegopeningen. In de winter, in onverwarmde ruimten, bewegen ze nauwelijks, maar in de zomer kunnen ze zich verraden met hun hoorbaar geknaag. Dus goed luisteren, zodra de temperatuur weer stijgt! Eenmaal ontdekt, zijn ze afdoend te bestrijden. En alle ellende is eenvoudig te voorkomen met een goed dekkende laag verf, beits of lak. Voor levende bomen vormt de Huisboktor geen bedreiging. En omgekeerd vormt de Oost-Aziatische boktor geen bedreiging voor onze bouwwerken, want die zet zijn larven af in levend hout.

Ook doelwit: de esdoorn
Het grootste probleem daarbij is, dat deze larven zich dwars door de stam een weg vreten, waardoor sapstromen onderbroken worden, zodat takken kunnen afbreken en zelfs hele bomen het loodje leggen. Wie zijn eigen groen wil controleren, moet op zoek naar uitvlieggaten in de waardplanten. Waardplanten zijn voedselleverancier voor organismen die niet in staat zijn om zelf voedsel te produceren: de parasieten. Het woord ‘parasiet’ is afgeleid van het Grieks ‘parasitos’: ‘eten aan de tafel van een ander’. Het Latijnse ‘parasitus’ betekent ‘tafelschuimer’, ofwel klaploper. Nu weten we waar we het over hebben.
Niet in déze appelboom ...

De larven van de Oost-Aziatische boktor parasiteren bij voorkeur op deze zeventien waardplanten: esdoorn, paardekastanje, els, berk, haagbeuk, citrusplanten, hazelaar, rotsmispel, beuk, lagerstroemia, appel, plataan, populier, kers, peer, wilg en iep. Nu weten we ook, waar we moeten zoeken.
Hoewel het woord ‘ruimen’ een bittere bijsmaak heeft, is het in het geval van de Oost-Aziatische boktor een noodzakelijke maatregel. De natuurlijke leefomgeving voor deze boktor is Azië en daar heeft hij ook zijn natuurlijke vijanden, die hier niet voorkomen. Door de export van levende planten is de Oost-Aziatische boktor al op meerdere plaatsen buiten Azië gesignaleerd. Als deze boktor de kans zou krijgen zich daar te vestigen, zou het niet meevallen de populatie alsnog uit te roeien.
In 1997 werd het eerste exemplaar in Europa aangetroffen, in Italië, in het ‘vrije veld’. In 2003 volgde Frankrijk en in 2004 trof men de boktor in Duitsland zowel in geïmporteerde planten als in het vrije veld aan. Engeland volgde in 2008. Ook in de Verenigde Staten zijn ze gesignaleerd.
De vondsten in Boskoop nu staan niet op zichzelf. In 2008 al zijn waardplanten verwijderd in Honselersdijk, nadat daar eind 2007 de Oost-Aziatische boktor werd aangetroffen bij een importeur van esdoorns. In juni 2008 vond men een boktor in Berghem en een maand later een in Enschede. Helemaal nieuw is het verschijnsel dus niet.
De verwachting is dat een twintigtal inspecteurs in de derde week van februari hun zoektocht kunnen beëindigen en dat dan alle bedrijven weer volop kunnen handelen en leveren aan tuincentra en andere afnemers. Zodat iedereen dan weer volop bomen en struiken zal kunnen aanplanten.
En dat is hard nodig, nu Nederland een bedroevende zevenenveertigste plaats bezet op de Groene Ranglijst 2010. Dit is een internationale lijst van honderddrieënzestig landen, die elke twee jaar wordt opgesteld door milieu-experts van de universiteiten van Yale en Colombia. Criteria voor de beoordeling zijn een gezonde leefomgeving, de kwaliteit van de lucht, het watermanagement (kom op, Willem Alexander!) en biodiversiteit. Weliswaar is Nederland in de afgelopen twee jaar acht plaatsen gestegen, maar we liggen ver achter op landen als Frankrijk, Engeland, Duitsland en Italië. Aan de afmetingen van ons land ligt het niet, want op de eerste plaats staat IJsland.
Dus voor de komende twee jaar: met zijn allen de schouders eronder, koningshuis en regering achter de broek zitten, veel groen aanplanten en een beetje bewuster leven. Want een zevenenveertigste plaats, daar moeten we geen genoegen mee nemen!

Februari 2010