woensdag 4 mei 2011

ZAAIEN OP DE STRIJKPLANK

In míjn tuin …
  zullen ook deze zomer de zelfgezaaide eenjarigen niet ontbreken, ondanks mijn voornemen daar niet meer aan te beginnen. Want waar laat je al dat verspeende grut?! Het multifunctionele spijlenbedje, waarmee ik er vorig jaar een soort etagère voor geknutseld had, is naar mijn jongste zoon gegaan: om hondje Noah van zijn vriendin bij onverwachte ontmoetingen met zijn kater Tijger te behoeden voor een plons in hun vijvertje. Het binnen voorzaaien kon ik nu wel vergeten. Toen zij gingen samenwonen hadden ze weliswaar alles dubbel, maar zo’n handig spijlenbedje was er natuurlijk niet bij. De helft van de dubbele inboedel werd opgeruimd, afgedankt of bij de wederzijdse ouders opgeslagen. Zíjn strijkplank belandde bij ons op zolder. ‘zgan’, want jonge mensen strijken niet meer; ze trekken hun schone kleren rechtstreeks uit de droger. Ik ben niet jong meer en strijk bijna alles; misschien verslijt ik nog wel een strijkplank.

Hondje Noah kan nét niet door de schutting -
kater Tijger wél: tot ziens!
Tussen wassen en strijken door bezaaide ik het boomspiegeltje van onze veldesdoorn met dieppurperen korenbloemen en dieppaarsblauwe juffertjes in het groen. Want er zijn ook zaadjes te koop die gewoon buiten kiemen. In de moestuinbakken strooide ik kwistig zaden rond van radijs, rode uien en gekleurde sla. Het was net zo spannend als binnen zaaien: elke dag kijken of er iets bovenkwam en toen het zover was, wist ik wat ik miste door het zaaien binnen over te slaan. Maar de was moest worden opgehangen, op zolder.
En toen viel het kwartje: werkeloos stond daar de zgan strijkplank, met nota bene ook nog zo’n rekje eraan voor de gestreken was! Ik klapte de plank uit voor het raam op de logeerkamer, vol op de zon: één lang ‘zaaibed’, op precies de goede hoogte! Mijn bak met zaadjes leverde een spannende verzameling op: twee soorten zonnebloemen, witte en gemengde cosmea, een witte tabaksplant, hazenstaartjes, kattensnorren, tomaatjes, wilde afrikanen, zegekruid - een verzameling om van te watertanden.

Daar stond ik weer potgrond te mengen met zand, naamstickertjes op cocktailprikkers te plakken, voorzichtig te zaaien en te sproeien in wát ik maar aan bakken kon vinden. Veel te veel, maar omdat het al april was in plaats van februari, zou ik het op de strijkplank misschien net redden tot half mei: dan mag alles naar buiten!
Óók de witte geurende lathyrus, speciaal voor deze zomer: want in augustus gaan ze trouwen, mijn zoon en schoondochter, als alles bloeit in mijn zaailingentuin!

Mei 2011