zaterdag 10 november 2007

STUKJE INKTZWAMMEN

Onder wiens hoedje...?
In míjn tuin …

… wonen geen kabouters. Allemaal sprookjes! Óf ze spelen onder één hoedje en verstoppen zich allemaal tegelijk, zodra wij naar buiten komen. Hoedjes genoeg in onze tuin. In maten en soorten en soms op de gekste plaatsen
Wat dacht je van drie sliertige witte paddestoelen, horizontaal, nét onder water, in onze eikenhouten regenton! Ik schrok mezélf een hoedje, toen ik het deksel optilde! En of die nu in symbiose leven (met wederzijds profijt) met het eikenhout of met een schimmelig restant rode wijn in dit vat - geen idee. Ik kan het ook niet opzoeken, want er is dus geen kabouter in de buurt om me te vertellen welke paddestoel dit is, van de meer dan honderdduizend soorten die er zijn!
Een paar ken ik trouwens wel. Inktzwammen - ha ha, dat  doe ik zélf (schrijven)! En die rode paddestoel met witte stippen, waarop kabouter Spillebeen zo heen en weer zou wippen, dat is de vliegenzwam. Maar zó kleurrijk heb ik ze niet in mijn tuin.
Bij de voordeur, tussen de treden, groeien bruine paddestoelen die per dag groter worden. Ik kijk elke dag of ze al uit elkaar gespat zijn! Onder de berk staan bijna doorschijnende roodbruine, waarvan de randen franjerig naar buiten krullen.
Klein maar dapper!
Achter, naast de buxus, vond ik een kogelrond kleintje dat er op zijn dunne steeltje maar fragiel bijstond. Even voelen: het hoedje bleek onverwacht hard en het steeltje gaf geen krimp!
Op een restant van de es, waarin ik destijds op advies van de omzagers een fles bleekwater heb leeggegoten, groeit elk jaar een reusachtige hoed. Bruinig met wit en talloze donkerbruine schubbetjes, in vrolijke slingers gerangschikt rond het middelpunt.

Zadelzwam

Die groeit daar in de zomer, als we familiebezoek krijgen. In onze familie hebben wij ook een paddestoelenverzamelaarster. Zij aarzelde geen moment bij het zien van de hoed: “Dat is een zadelzwam!” Daar kon ik me wel iets bij voorstellen en ik kon hem nu ook opzoeken in ons ‘Praktisch handboek Paddestoelen’, dat helemaal niet praktisch is, omdat mijn paddestoelen van bijna alle plaatjes wel íets hebben. Officieel heet de zadelzwam Polyporus Squamosus en volgens het boek wordt hij ook bewoond(!): door kleine kevertjes, die meehelpen met de verspreiding van deze zwam.

Kabouters was leuker geweest, maar als ik nu rode mutsjes brei, voor die kevertjes, wordt het hier toch een beetje een sprookjestuin.
Gewoon mooi
In een stompje van de kaardebol ...












November 2007