vrijdag 10 maart 2006

GEVOELIGE TIJDSGEWRICHTEN


In míjn tuin …
… heb ik last van gevoelige tijdsgewrichten. Normaal is het natuurlijk om in de tuin last te hebben van allerlei andere gewrichten en dat heb ik óók wel, maar niet in de eerste maanden van het jaar. Want dan zit ik binnen bij de kachel, zonder bezigheden in de tuin. Maar omdat een mens toch ergens last van moet hebben, is daar mijn probleem met het tijdsgewricht.
Met name heb ik last van het tijdsgewricht van de maand januari. Zo heeft januari eenendertig dagen en dat is op zich niets bijzonders, want we hebben wel zéven maanden met eenendertig dagen. En toch duurt januari veel langer dan die andere zes maanden. Voor mijn gevoel is het de langste maand van het jaar en ook nog de vervelendste. Koud, nat, donker, o zo donker, met maar heel weinig uitzicht op wat meer licht. En totaal geen uitzicht op enig plantaardig leven in de tuin. Daar kun je behoorlijk somber van worden en hoepla: daar komt de ‘gevoelstemperatuur’ van onze weervoorspellers er overheen; tel er nog maar een week bij.
Maar in die laatste week gloort er hoop: februari nadert! De kortste maand van het jaar, peanuts vergeleken bij januari! Wie heeft er nog last van een tijdsgewricht?! Nou ik. Als ik geen koolmees hoor, geen zon zie en het sombere weerbeeld van januari zet zich voort, dan worden de vier weekjes van februari onafzienbaar. Zo gaat dat dus, met keurig afgebakende tijdsgewrichten! Uiteindelijk passeren de dagen precies op tijd en ik zit gewoon te zeuren.
Ik moet naar de kapper: een fris hoofd halen, en dan lekker aan de gang in mijn dappere tuin, die in de kou de moed niet opgegeven heeft. De sneeuwklokjes bloeien en ook ander bolgoed komt al boven. Een dikke merel neemt een bad en een waterig zonnetje flonkert in het opspattende water. Het is maart! We hebben het weer gehad, het wordt weer licht, met aan het eind van de maand het begin van de zomertijd! Dat is nog eens iets om naar uit te kijken!

Dag roodborst!
De tuin ontwaakt, knoppen zwellen en de vroege voorjaarsbloeiers maken zich op voor hún hoogtepunt van het jaar. Vogels proberen een eerste nest te bouwen; hoe moet dat ook alweer? Zelfs door maartse buien laten ze zich niet meer ontmoedigen en ik geniet letterlijk met volle teugen van de frisse voorjaarslucht. Het is tijd om aan de slag te gaan. Opgelucht haal ik mijn tuinspullen tevoorschijn: rozen snoeien, oude stengels afknippen, blad wegharken, “Ja, héél lekker weer!” (tegen de buurvrouw), en de hernieuwde kennismaking met oude bekenden en nieuwe aanwinsten van vorig jaar. In maart klopt alles weer: ik heb geen last meer van gevoelige tijdsgewrichten. Mijn éigen gewrichten moeten uit het vet en dat kan nergens beter dan in mijn maartse tuin!
Maart 2006