vrijdag 8 maart 2013

NIEUWE ARTIKELEN


NIEUWE ARTIKELEN VERSCHIJNEN
OP 12 APRIL 2013!



DOVENETELS - HOE MOOI WIL JE HET HEBBEN?!


MOORDWIJF

In míjn tuin …

... is het een komen en gaan. In een bonte stoet, gevlekt, gestreept, gemarmerd of effen, komt het poezenvolk voorbij. Ieder over zijn eigen platgetreden pad. Behoedzaam tasten de pootjes een weg af over de groene rozetjes van het schildersverdriet langs het vijvertje. Het fluweelzachte kattenneusje snifsnuft aan het vijverwater en daar likt een klein roze tongetje lik lik het water op. Druppels vallen terug, even kijkt poes achter zich: heb ik mijn rijk nog alleen? Ja hoor, en de vijver is nog niet leeg. Maar met een behendig sprongetje keert poesje op zijn schreden terug, rekt zich nog eens uit en verdwijnt door de heg, op zoek naar vermaak in de buurtuin. Ik vind het prima allemaal, even afgezien van de uitglijders over kattenpoep, maar dat hoort erbij.



Een beveiligd vogelhokje - het werkt!
Wat er ook bij hoort, is de aangeboren jachtlust van de poesjes - kunnen ze niks aan doen. En toch heb ik daar moeite mee. Af en toe een vogelslachtoffertje, dat wil ik ze nog wel vergeven. Maar het zwarte monstertje dat hier nu rondloopt, maakt het echt te bont. Eerst besprong hij het vogelhokje dat hoog aan de muur hangt; de sporen van zijn nagels staan in lange krassen op het leien dakje. En de pot met narcissenbollen op de standaard eronder heb ik weg moeten halen, om brokken te voorkomen. Nu dook hij op uit de buxusbollen bij het voederzuiltje en hapte in dezelfde seconde een vogeltje van de vogelvoertaart af! Ik begreep dat  dát vogeltje niet meer te redden was en nam me voor om gaas over de buxus te leggen. Maar er was nog geen uur voorbij of ik zag de sluipmoordenaar uithalen naar een merel, op dezelfde taart!

Een gazen plafond voor onze moordkat - het werkt!

Deze groenlingen hoeven zich alleen om elkaar druk te maken!
Gelukkig kon de merel ontsnappen, met achterlating van één staartveer; die schade was te overzien. Toch tijd voor actie. In de garage lag nog gaas: dat kon ik om het zuiltje heen over de buxus plooien. Dáár kwam de lustmoordenaar niet meer doorheen. Onder het vogelhokje aan de muur bond ik ook een reep gaas, zodat de standaard met de narcissenbollenpot weer op zijn plek terug kon. Het hielp! Tot mijn man ’s ochtends om zeven uur een harde klap hoorde: naast de achterdeur lag een van de twee hoge bloembakken ondersteboven. Tussen de geknakte schoenlappersbladeren vond ik zwarte donsveertjes en het vogelhokje erboven, waarin altijd een koolmees overnacht(te),  hing scheef ...
Je zou er een moordwijf van worden, zo’n moordkat in je tuin.

Maart 2013

STINSENPLANTEN ROND ONS STEENHUIS

Heggenmussen


Sneeuwklokjes tussen het blad van longkruid:
stinsenplanten
Stinzenplanten: vooral voorjaarsbloeiers met opvallende bloemen. De officiële schrijfwijze is ‘stinsenplanten’, met een ‘s’. Het woord ‘stins’ komt uit het Fries en is een samentrekking van het Friese woord ‘stenhus’: stenen huis, een in vroeger tijden versterkte en met stenen gebouwde adellijke woning in Friesland. In Groningen, met zijn borgen, noemde men deze planten ‘börgbloumkes’. Ook in de Vechtstreek en op andere Utrechtse landgoederen werd deze beplanting toegepast en daar nam men de Friese benaming over: ‘stinsenplanten’. Pas na 1950 werd de naam ‘stinsenplant’ officieel gebruikt in de betekenis, zoals wij die nu kennen.

Met de opkomst van de Engelse landschapsstijl aan het eind van de achttiende eeuw kwam er meer belangstelling voor een natuurlijke manier van tuinieren en daarmee ook voor planten die op een natuurlijke manier verwilderen. Het zijn vooral bolgewassen, die uit Midden en Zuid Europa geïmporteerd werden: bollen waren in die tijd, nog zonder vliegtuigen, gemakkelijker te vervoeren. Maar ook vaste planten komen voor op de lijst.

Lenteklokje, Leucojum vernum
Bolgewasjes als sneeuwklokje, Galanthus, en lenteklokje, Leucojum vernum, werden hier al sinds het einde van de Middeleeuwen aangeplant. Ze konden zich in ons klimaat goed handhaven. En natuurlijk kwamen er in ons eigen gebied ook al planten voor, die zich spontaan vermeerderen, zoals de vingerhelmbloem, Corydalis solida. Een familielid van deze plant is de holwortel, Corydalis cava. Die heeft, net als de winterakoniet, Eranthis hyemalis, geen Nederlandse oorsprong, maar komt wel uit Europa. Deze planten konden hier goed ‘aarden’ en verspreidden zich op natuurlijke wijze. Daarnaast is er nog een categorie stinsenplanten die uit Azië geïmporteerd is. Een goed voorbeeld is de keizerskroon, Fritillaria imperialis. Die groeit en bloeit hier prima, maar verwildert niet.

Waarschijnlijk zonder dat we ons ervan bewust zijn, hebben ook wij stinsenplanten in onze tuin, bij ons steenhuis. Het zijn in ieder geval planten die hun kwaliteit bewezen hebben, in de afgelopen eeuwen. Veel ‘stinsenbolletjes’, om ze zo maar even samen te vatten, breiden zich dus vanzelf uit. Je kunt ze een handje helpen door ze na of zelfs tijdens de bloei (sneeuwklokjes) op te graven en te delen. Verspreid over de tuin terugplanten en na verloop van wat jaren kun je uitkijken op een bloemenweelde als in de tuin van de Ennemaborg in Midwolda: één paars/wit tapijt van boerenkrokussen, Crocus tomassinianus, en sneeuwklokjes! Zon in de vroege voorjaarstuin brengen de winterakonieten, Eranthis hyemalis, in de periode januari-maart. Als je ze afwisselt met vaste plant bosgeelster, Gagea lutea, blijft het geel tot mei. Op een beschaduwde plaats kan daar ook nog de gele anemoon bij, Anemone ranunculoides; die bloeit in maart en april. Voor een vervolg tot juni kan de (vaste plant) voorjaarszonnebloem zorgen, Doronicum pardalianches.

Blauwe druifjes, Muscari botryoides, met op de achtergrond lathyrus vernus
Ook de blauwe druifjes, Muscari botryoides, behoren tot de stinsenplanten, net als lentebloeier van het jaar lelietje-der-dalen, Convallaria majalis. Waarschijnlijk hebben we deze plantjes al sinds jaar en dag in onze tuin, net als het longkruid, Pulmonaria, een vaste plant die zich gemakkelijk uitbreidt en al vroeg in het seizoen (nú!) bloemknoppen heeft. Nog een vroegbloeiende vaste stinseplant is de holwortel, Corydales cava, met roodpaarse of witte bloempjes. Deze plant heeft geen wortels, maar groeit op een knol. En die is inderdaad hol! Bij de verspreiding van de zaadjes spelen mieren een belangrijke rol. Ze zijn dol op het aanhangseltje van de zaden, het ‘mierenbroodje’, en bij het transport van deze broodjes verspreiden ze vanzelf de zaden.
Kievitsbloem, Fritillaria meleagris
Ook leuk is vogelmelk, Ornithogalum umbellatum. De ‘gewone’ vogelmelk: wit, en dus niet de oranje soort; vergis je niet! En dan natuurlijk het lenteklokje, Leucojum vernum. Dit bolgewasje houdt een beetje het midden tussen een sneeuwklokje en het lelietje-der-dalen, maar dan wel op een hoger stengeltje. Bij mij is ie aan verwilderen nog niet toegekomen, maar zo gaat dat nu eenmaal bij planten waar je dat graag zou zien. Gelukkig breiden de kievitsbloemen, Fritillaria meleagris, zich wél gestaag uit. Prachtige klokken in wit en rood, waarvan de laatste een fraai blokjespatroon hebben. Verder zijn ze geliefd bij het rode leliehaantje, maar die valt gelukkig nogal op, zodat je dit insect goed kunt vangen (pas op, ze laten zich heel gemakkelijk vallen) en langs de sloot ofzo kunt loslaten.

Dit zijn maar een paar soorten uit de lange rij van stinsenplanten. Akeleien, maagdenpalm, sterhyacint, herfsttijloos en nog vele andere horen er ook bij. En adderwortel, een naam die regelrecht uit de middeleeuwen komt, doet mee. Maar pas op! De tuin zal zich vanzelf vullen, met al die verwilderingsklanten. Beleid bij het planten is noodzakelijk - we wonen dan wel in ‘steenhuizen’, het zijn géén borgen!
Elders genieten kan ook: in de Hortus Haren (in maart elke zondagmiddag, 14.00 uur, een rondleiding), in Domies Toen in Pieterburen en in de stad Groningen, april/mei: Noorderplantsoen, Coendersborg, Sterrebos, Stadspark.
Geniet van börgbloumkes!

'Börgbloumke' Corydalis cava, holwortel
Maart 2013

MAART

TUINKALENDER



Wachtend op meer licht ...

 Ruim oude plantenresten op. Stop ze in de compostbak of knip ze ter plekke in vingerlange stukken: om te composteren onder het nieuwe blad.

Snippers!
 Laat hortensiabloemen nog even aan de struik: ter bescherming van de nieuwe knoppen.

 Hortensia ‘Annabelle’ en de pluimhortensia kunnen wél teruggesnoeid worden tot vlak boven de onderste knoppen: ze bloeien op het nieuwe hout. Van het ‘oude’ hout kun je stekken snijden.

 Strooi mest tussen de planten, ook in de moestuin.

Ahhh! Dahlia's!
 Kies de mooiste eenjarigen uit en zaai ze binnen voor.

 Dahlia- en andere knollen kunnen opgepot worden en alvast binnen uitlopen; dan heb je na half mei buiten eerder plezier van de bloemen.

 Meer sneeuwklokjes? Graaf ze op, deel ze en plant ze weer terug.

 Schrob terras en vlonder met water uit de regenton en een harde bezem/borstel.
Clematis Étoile Violette:
nu terugknippen

 In de tweede helft van maart lavendel terugknippen, maar nooit in de verhoute stengel!

 Zodra het gras gaat groeien, kan er gemaaid worden: op de hoogste stand!

 Knip laatbloeiende clematis nu ver terug: tot op 20 à 30 cm. Of op verschillende hoogtes. Bind ze tijdens de groei regelmatig aan.

Rosa Bonica, snoeien
doet groeien én bloeien!
 Snoei de rozen. Als je ze niet snoeit, bloeien ze ook. Vooral met een beetje rozenmest.


 Verwijder onkruid en kijk uit naar slakken, nu ze zich nog niet voortgeplant hebben.

 Zondag 31 maart: ZOMERTIJD! Wij gaan er in daglicht één uur op vooruit - dus ook de klok: van 02.00 naar 03.00 uur!

Maart 2013

DRENTSCHE A: OUDEMOLENSCHE DIEP

DRENTSCHE A: OUDEMOLENSCHE DIEP



6 maart 2013: rustig weer en met een geluwde wind prima wandelweer. We gaan wandelen in het stroomgebied van de Drentsche A. Route 3 van Staatsbosbeheer 'Oudemolensediep' 7 km. Deze route liepen we al diverse keren, maar dat is wel even geleden. We worden verwelkomd door een polletje sneeuwklokjes!
Op weg vanaf Herberg 'De Fazant' in Oudemolen naar de eerste afslag links. Daar blijkt een parkeerplek te zijn, maar wij leggen als vanouds aan bij de herberg: voor bier en bitterballen na de geleverde prestatie.
Achter de molshopen verrijst korenmolen 'De Zwaluw' uit 1837.

Het beekdal van het Oudemolensche Diep

Het landschap is gevarieerd - maar je kunt nog altijd door de bomen de bosjes zien.
Voetstappen in ooit nog vochtig beton
en tractorsporen in vochtig land





Een lang pad met aan het eind een picknickset, herinneren we ons. Maar de beentjes doen het nog best: lekker doorstappen.


Het Oudemolensche Diep duikt weer op
met zijn snelstromend water
We passeren over de smalle houten voetbrug; even verder zal het Oudemolensche Diep overgaan in het Schipborgsche Diep.

We volgen nu een bospaadje door een gebied met hoogteverschillen
Even de veters knopen
en verder langs het fietspad,
richting de Gasterense duinen


Voor we rechtsaf slaan blijven we even kijken bij de Schotse Hooglanders


maar oogcontact maken, dat valt niet mee!
Gelukkig kunnen ze dit dan óók niet lezen.
(aanklikken voor vergroting)
We steken over: naar de Gasterense duinen.

Nóg een kleine kudde: Schoonebeker heideschapen

Met koeienleggings en op
hoge hakken!
De laatste etappe van deze wandeling 
Pas op! Overstekend wild!
In de verte is de molen alweer te zien










Nog een blik op het
Oudemolensche Diep



Het eind komt nu ook in zicht.
We laten ook dit bruggetje achter ons





















en genieten van het zonlicht in de lisdodden
want bier en bitterballen: dat is er nog niet bij, op een woensdagmiddag in maart!

FEBRUARI

TUINFOTO’S

Over oud blad hoef ik me geen zorgen te maken:
het bolgoed groeit er moeiteloos doorheen!

En zo ziet dat eruit: kleingeknipte dode stengels
van het vorige seizoen.
Dat wordt een prima mulchlaag!

Weinig tuinfoto's deze maand; zelfs toen die
ene dag de zon scheen, vond ik het te koud buiten.

Soms móet je naar buiten: om maatregelen te nemen.
Gaas over de buxus, tegen verrassingsaanvallen op
vogels van een 'moordkat'!