zondag 15 september 2002

WINTERMOOI MET WINTERGROEN

Heggenmussen

September/oktober: een typisch 'overgangsgebied', om in weertermen te spreken. We kunnen alle kanten op met warme nazomerdagen, striemende herfstbuien en vanaf half oktober zelfs al nachtvorst. Weerman of -vrouw: een boeiend beroep met veel afwisseling!
HET WEER
En ook al zitten ze er voor het noorden regelmatig naast, voor de tuinier is het toch nuttig om het weerbericht in de gaten te houden. Moeten we sproeien of komt er regen? Kunnen de kuipplanten nog even buiten blijven staan of gaat het al vriezen vannacht? Ik herinner mij een jaar waarin mijn datura (engelentrompet), typisch een vorstgevoelige kuipplant, in november nog vrolijk buiten stond te bloeien. In december prijkte de laatste knalrode bloem triomfantelijk in een van de stokrozen. Géén gezicht. In december wil ook het oog rust als je de tuin inkijkt. Kom maar op met die nachtvorst in oktober: lekker alles op zijn tijd en geen getreuzel.
V.l.n.r. laurier, klimop en skimmia rubella, buxus!
Er is nog tijd genoeg nu om de tuin 'winterklaar' te maken. En daarmee bedoel ik natuurlijk niet alles afknippen en een dikke laag turfmolm aanbrengen. Eigenlijk bedoel ik: de tuin 'wintermóói' maken, waarbij je best mag zien dat het winter is. Eenjarigen trek je met wortel en al uit de grond en lelijke geknakte stengels gaan ook naar de compostbak. Dat wel.
WINTERGROEN
Maar zorg ook voor wat groenblijvers. En dan niet verspreid door de hele tuin, maar in een paar (kleine) groepjes bij elkaar. Mooie combinaties, goed zichtbaar vanuit het huis. Heb je nog ergens een conifeer staan die aan de onderkant zo bruin geworden is? Die kan mooi opgesnoeid worden tot een bol, kegel of vierkant blok op stam. Een grapje in de tuin mág. Zo'n stam geeft ruimte voor onderbeplanting. Een buxusbol of -blok klinkt wat afgezaagd zo langzamerhand, maar het is nu eenmaal de meest geschikte plant voor dit doel.


Skimmia japonica
Wil je er wat kleur in hebben dan beland je bij de skimmia's. Om bessen te krijgen zijn een vrouwelijke én een mannelijke plant nodig. Skimmia japonica (vrouwelijk) heeft frisgroen blad en vrolijke rode bessen waar de vogels niet dol op zijn. Skimmia rubella (mannelijk) is wat meer ingetogen met donkergroen blad en donkerrode bloemschermen. Prachtig te combineren deze laatste met bergenia (schoenlappersplant) waarvan het blad in de winter ook rode kleurschakeringen krijgt.
Rhododendrons zullen je dankbaar zijn voor een wintergroene onderbeplanting, bijvoorbeeld met geranium macrorrhizum: een uitstekende bescherming voor de oppervlakkig wortelende 'rhodo's'.


Pachysandra terminalis in bloei
In de schaduw is pachysandra terminalis een mooie groenblijvende bodembedekker. Stel je even voor: op een (schaduw)muur bevestig je een paar (zwartgeverfde) trellischermen van 60 x 180 cm. op gelijke afstand van elkaar. Voor elk scherm plant je hedera (klimop). Netjes aanbinden en uiteindelijk strak snoeien langs de omtrek van de schermen: mooie blokken klimop worden dat. Aan de voet van de trellischermen beplant je een strook van minstens een halve meter diep met pachysandra terminalis, over de hele breedte. Puur design! Verstop tulpenbollen, wel van één soort, tussen de pachysandra's voor een vrolijke noot in het voorjaar en bel even als het klaar is: het lijkt me prachtig!

TEXTUUR
Ook heel geschikt voor onderbeplanting in de schaduw is polypodium vulgare (eikvaren), met weer een heel andere bladvorm dan bijvoorbeeld buxus. Als je uitsluitend groene planten met elkaar combineert wordt de textuur belangrijk: hoe zijn de afzonderlijke planten opgebouwd, zijn er duidelijk waarneembare verschillen in hun bladvorm, glanst het blad of juist niet? Zo wordt een groep planten in één kleur boeiend. Het geeft rust in de tuin zonder saai te worden.
Haagjes van buxus, taxus, liguster of hulst, zomaar ergens in de tuin, bijvoorbeeld in een verspringend streeppatroon of in een traditioneel vierkant, zijn strak gesnoeid een lust voor het oog in de winter (hier even wat sneeuw graag!). In de zomer zullen ze tussen een uitbundige beplanting nauwelijks opvallen: ook een boeiende afwisseling.
Euonymus, buxus en skimmia
op een rij
Mooi blad in zomer en winter levert de helleborus (kerstroos of nieskruid). Wanneer aan het eind van de winter de bloemknoppen verschijnen heeft het blad zijn beste tijd gehad. Dat kan dan zonder bezwaar worden afgeknipt: bijna gelijk met de bloemen verschijnt het nieuwe blad.
Ook blauwe druifjes kunnen een rol spelen in een groene combinatie met hun grasachtige blad dat in september al boven de grond komt. Plant ze daarvoor in een mooie pol bij elkaar.
GEUREN EN KLEUREN
Als je toch graag een kleurtje ziet is erica carnea (winterheide) een geschikte plant. Maar kleur is ook te vinden in de stengels van bladverliezende struiken zoals cornus alba 'Sibirica' (kornoelje): felrood. Of in de doornige takken van rubus phoenicolasius (japanse wijnbes): roodbruin. Die van hydrangea petiolaris (klimmende hortensia) mogen er ook zijn.
In mijn tuin staat naast de rode kornoelje een viburnum bodnantense 'Dawn'. Een toevallige, maar gelukkige combinatie, want deze viburnum bloeit de hele winter, tenzij het vriest, met witroze bloemtrosjes en dat kleurt mooi bij de rode stengels van de kornoelje. Daar komt nog eens bij dat de bloemen van deze viburnum heerlijk geuren: een aangename verrassing midden in de winter!
Viburnum bodnantense 'Dawn'
Voor geur kun je ook een mahonia japonica aanplanten, wintergroen, met trossen gele bloempjes die verrukkelijk ruiken en later gevolgd worden door glanzende donkere bessen. Ook de daphnes zijn goede winterbloeiers met een sterke geur.

STILLEVEN
Maar mooie plaatjes creëer je niet alleen met planten. Een beeld op de juiste plek, misschien met als achtergrond een groenblijvende haag als een passe-partout om het beeld heen, kan juist in de winter op een aangename manier onze aandacht trekken.
Of zet een teakhouten stoel, die weer en wind trotseert, op een plekje in de luwte zodat je met een warme jas aan toch even buiten kunt zitten.
Aan de druif boven onze tuintafel hangt ook in de winter een kroonluchtertje voor zes kaarsen. Bij windstil weer steken we ze aan.
Een hekje van hout of ijzer, strak of met romantische krullen, kan de sfeer in je tuin net dat beetje extra geven. En je móet er even bij stilstaan.
UITWUIVERS
Misschien hoor je dan ook het ruisen van de grassen die onze tuin in beweging zetten tot de vorst hen bevangt. Miscanthus en carex hebben wintergroene soorten, maar er zijn nog veel meer soorten met mooie herfstkleuren die zeker tot de vorst een bijdrage leveren aan onze wintertuin.
Geen tijd nu voor sombere herfstgedachten. Ga naar buiten, snuif de frisse geuren op en maak je tuin 'wintermooi'.

September 2002

dinsdag 10 september 2002

EEN WESPENNEST


In míjn tuin …
 
... hebben wij al de hele zomer zicht op een prachtig wespennest in de beukenhaag van onze achterburen. Het hangt met de vliegopening naar onze kant, zo'n twee meter boven het terras. Het beginstadium van dit nest hebben we gemist - je moet zoiets bij toeval ontdekken.

Op een ochtend wees ik mijn man op een ver overhangende tak van de beukenhaag: ik voorzag verwikkelingen met onze bruidssluier. Knippen dus. Een  damessnoeischaartje was voldoende geweest voor zo'n dunne tak, maar mannen pakken de dingen graag groot aan en dus kwam de mijne met de heggenschaar om de hoek. Dat knipt knap lastig, vooral als er ook nog een trellischerm in de weg zit. Bij de derde verwoede poging was het raak: een stuk of vijf wespen schoten als een raket uit de beukenhaag en troffen doel: mijn man werd gestoken in pols en gezicht. Vooral zijn gezicht: aanvankelijk zat zijn linkeroog half dicht, maar naarmate de week vorderde zakte de zwelling naar beneden om uiteindelijk helemaal te verdwijnen. En toen was het al weer over.

Wespennest!
Intussen waren wij wel heel nieuwsgierig geworden naar de bewoners van het fraaie, bijna ronde bouwwerkje dat in de haag bleek te hangen. Het zag eruit als papiermaché, maar doorstond alle weertypen! Nu hebben wij een goedgevulde boekenkast, maar over wespen konden we maar bitter weinig vinden. Naar de boekhandel dus met het gezwollen oog, want lezen is weten. 
Mijn man kwam thuis met Bellmanns 'Gids van Bijen, Wespen en Mieren' (uitg. Tirion). Ziezo, nu kunnen we even vooruit! Wat leuk: 'onze' wespen stonden er ook in. Het bleek de 'middelste wesp' te zijn (dolichovespula media). In de buurt van het nest agressief, maar verder niet lastig.

Dat klopt: wij hebben er barbecue-end en taart etend totaal geen last van gehad. Ook de achterburen niet: het nest mocht van hen blijven. Daar waren wij heel blij mee, want volgens Bellmann heeft deze niet erg algemeen voorkomende wesp veel te lijden van bestrijding door de mens omdat hun nesten vrij gemakkelijk (nou …) ontdekt worden.
In de loop van de zomer werd het nest aan de buitenkant voortdurend uitgebreid met schelpvormige kamertjes tot het uiteindelijk zo'n vijfentwintig centimeter lang was. De middelste wesp leeft maar kort - in september al valt het volk uiteen. Wat voorlopig blijft is het zicht op een waar kunstwerk van fijngekauwd hout (uit de pergola!), zomaar in mijn tuin …

September 2002