Uit
1644 dateert het schilderij ‘Polderlandschap’ met weilanden, wat molens,
kerktorens en natuurlijk een vaart, met daarboven veel bewolking. Zo zag de schilder Jan van Goyen ons landschap
driehonderdtweeënzeventig jaar geleden. Natuurlijk is er sindsdien veel
veranderd - door ruilverkaveling,
bijvoorbeeld, zijn in de vorige eeuw de polders drastisch ‘gestroomlijnd’. De
weilanden van toen zijn inmiddels voor een deel ook belegd met snelwegen en we
hebben er onze huizen op gebouwd. Toch wordt dit ‘nieuwe’ landschap nog steeds
gewaardeerd: het hoort bij ons, in ons kikkerlandje.
Maar
nu ligt er een ‘Actieplan Bos en Hout’ waarin de Nederlandse bos- en houtsector
(ja, die hebben we óók) pleit voor 100.000 hectare nieuw bos. Het plan is
tijdens de Klimaattop op 26 oktober jl. aangeboden aan Staatssecretaris Sharon
Dijksma en beoogt drie doelen: bomen leveren een duurzame grondstof (hout),
slaan CO2 op (broeikasgas, verantwoordelijk voor klimaatverandering) en
daarnaast is bos het hele jaar een recreatieplek bij uitstek. Waarom zouden we
daar niet méér van willen hebben?
'Polderlandschap', Jan van Goyen -1644- |
Want
niet iedereen laat zich overtuigen door deze voordelen. Landbouwers zien meer
bos als een bedreiging voor de voedselproductie en er zijn twijfels over de
effectiviteit: het zou dertig jaar duren voor nieuw aangelegd bos effectief is.
En dan zijn er ook nog de bezwaren omdat ‘bos’ niet hóórt in ons platte
landschap. De inpoldering van de Zuiderzee heeft ook veel voeten in de aarde
gehad, ook letterlijk trouwens, maar daar ging het om plat (landbouw)land, dus
dat valt hier niet zo op. En last but not least: wat gaat dat kosten allemaal!
In
Ten Boer zijn we blij met ons Ten Boerster bos. Het is een fijne wandelplek met
een echte ‘bosbeleving’. Ik weet dat puristen er anders over denken: een bos …
dat hóórt hier niet! Maar met de voortschrijdende verstening van de
particuliere tuintjes in het achterhoofd moeten we blij zijn met dit initiatief
uit de zeventiger jaren: ons eigen dorpsbos.
En
kunnen we zelf nog iets bijdragen? Daar is nog wel even een boompje over op te zetten!
Want het hoeft niet altijd om grote bomen te gaan. Veel bomen zijn ‘op stam
geënt’ verkrijgbaar: met een traag groeiende onderstam.
Midden
in mijn voortuin staat Acer campestre ‘Elsrijk’: een geënte veldesdoorn, die na
enige tientallen jaren, wel met jaarlijkse vormsnoei van zijn bol, niet hoger
is dan 4 meter. Wat verderop plantten we een meidoorntje, Crataegus monogyna,
nu tussen 4 en 5 meter hoog en goed bebladerd. Helaas komt er maar één tak in
bloei, maar voor de gemiste geur kunnen we in het Ten Boerster bos onze neus
ophalen: daar is de meidoorn goed vertegenwoordigd.
Echt
een kleintje is Fraxinus excelsior ‘Nana’, een bol-esje dat na tien jaar een
hoogte bereikt van 1½ meter. Als het ietsje meer mag zijn, zou ik graag mijn
favoriet aanraden: de krentenboom, Amelanchier lamarckii, die maximaal 12 meter
hoog wordt. Geen miniboom, maar ‘de krent’ heeft jaarrond vele goede
eigenschappen. Witte voorjaarsbloesem, blauwe zomerkrenten, oranje herfstblad,
fraai winters silhouet!
Acer campestre 'Elsrijk' |
Onze 'nieuwe' krentenboom, Amelanchier |
Samengevat:
je tuin hoeft geen bos te worden, maar elke boom is wel mooi meegenomen!
November 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten