vrijdag 10 januari 2014

WOUW! VUURPIJLEN! (Reseda odorata! Kniphofia!)

Heggenmussen
    

Er was eens een kindje op moeders schoot (Tolmiea menziesii). Vanonder zijn slaapmutsje (Eschscholtzia) keek hij met zijn blauwe babyoogjes (Nemophila menziesii) vrolijk om zich heen en riep: “Pawpaw!” (“Asimina triloba!”) De onschuld (Omphalodes) zelve. Het kindje groeide voorspoedig en zo werd het kleine slaapbolletje (Papaver somniferum) al gauw een grote jongen. 

Vrouwenmantel, Alchemilla mollis
Op oudejaarsavond trok zijn moeder haar vrouwenmantel (Alchemilla mollis) aan en mocht hij samen met zijn vader op straat vuurwerk (Dictamnus pilea) afsteken. Mooi siervuurwerk als fonteinkruid (Potamogeton) en parelkruid (Lithospermum), maar ook duizendknoop (Polygonum) en fijnstraal (Erigeron).
Hij werd nog groter, was soms een kruidje-roer-me-niet (Mimosa pudica), en had een brede belangstelling voor alles waar ook andere grotere jongens belangstelling voor hebben. In de snackbar bestellen ze bereklauw (Acanthus), eh, nee: bereóór! (Arctotis!) Of is het toch iets anders? Nou ja, wat dan ook. En ze kijken gezamenlijk - mannentrouw! (Plumbago!) - uit naar hét feest van het jaar: oudejaarsdag. Al lang van tevoren bestellen ze als vlijtige liesjes (Impatiens) hun wintervuurpijlen (Veltheimia bracteata), vuursalie (Salvia splendens), steenraketten 
Duizendknoop,
Polygonum


Chinese klokjes, Forsythia
(Erysimum), Duitse pijp (Aristolochia macrophylla), Chinese 
klokjes (Forsythia) natuurlijk en niet te vergeten donderblad (Sempervivum tectorum). Granaatappels (Punica granatum), Japans pijlkruid (Sagittaria japonica), gewoon pijlkruid (Sagittaria sagittifolia), kogelbloemen (Trollius) en kogeldistels (Echinops). En een klein kanon (Pilea) moet er ook bij. Met een beetje pech hou je daar een egelskop (Sparganium) aan over. Een ratelpopulier (Populus tremula) was natuurlijk ook geweldig geweest, tatatatata, maar die trek je zomaar niet uit de grond. Een mooie gouden regen (Laburnum) moet om dezelfde reden vergeten worden. 

Klaproosjes, Papaver 
Jammer. Maar om onderweg achteloos over je schouder te gooien zijn klaproosjes (Papaver) zeer geschikt. Uiteraard moet alles geoefend worden en dat is nog een heel karwij (Carum carvi); je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen. De schaapskoppen (Hydrangea paniculata) oefenen met schietwilg (Salix alba), springbalsemien (Impatiens), steenbreek (Saxifraga) en buskruit, niet te vergeten. Knalt beter dan kruidje-roer-mij-niet (Mimosa pudica). Puinlook (Allium karataviense) blijft achter.

Ereprijs,Veronica

Begijntjes (Silene) schrikken zich een slaapmutsje (Eschscholtzia), als ze de volgende ochtend in hun tuintje geplooide sneeuwklokjes aantreffen naast gestippelde zonneroosjes en gevlekte dovenetel. Dat is dan de nachtschade (Solanum), veroorzaakt door die rare snijbonen (Phaseolus vulgaris). Wat zouden de oudjes op hun pantoffeltjes (Calceolaria) ze graag eens aan de ezelsoren (Stachys lanata) trekken, maar zo’n actie zou waarschijnlijk een vervelend (muize)staartje (Arisarum proboscideum) krijgen. Wie weet wat er dán tegen hun ruit (Thalictrum) gegooid zou kunnen worden. Vast niet de ereprijs (Veronica) voor doortastend optreden! In het beste geval blijft het bij kwetsen (Prunus domestica) en word je uitgemaakt voor zuurbes (Berberis). Dan maar aan de valeriaan (Centranthus). En zo gaat het verzet als een nachtkaars (Oenothera) uit ...

Kattensnor,
Cleome


Ondertussen hebben ook dieren zwaar te lijden. Met de kattenstaart (Lythrum) tussen de pootjes drukken katten hun snor (Cleome). De hond laat nog even zijn hondstanden (Erythronium) zien, maar zoekt dan hop! (Humulus!) een goed heenkomen. Het paard slaat nerveus met zijn staart (Equisetum), terwijl de reiger zijn bek (Erodium) diep in de veren steekt. Een haan probeert met kraailook (Allium vineale) en het opzetten van zijn hanekam (Celosia) de kippen in toom te houden.

Cosmos
Tegelijkertijd verdwijnt er voor miljoenen aan euro’s in de (Cosmos), eh, lucht: deze munten (Mentha) zijn dus letterlijk in rook opgegaan. Dit jaar zegge (Carex) en schrijven: 70 miljoen. Er is zelfs geen wildemanskruid (Pulsatilla) tegen gewassen en ieder jaar opnieuw vallen er slachtoffers. Als het meevalt is gips (Gypsophila) afdoende, maar afgerukte mansoren (Asarum europaeum) en beschadigde meisjesogen (Coreopsis) herstel je niet met nieskruid (Helleborus foetidus) en ogentroost (Euphrasia) of zoiets als een poederkwast (Haemanthus coccineus). En bij een afgerukte hand kom je met een uitgestoken vinger (Fatsia) ook niet ver. Zakdoekjes (Davidia involucrata) schieten tekort.

Mansoor, Asarum
Vaak breekt er brand uit; er kunnen bij brand netelige (Urta dioica) situaties ontstaan. Dat is met vrouwentranen (Dicentra formosa) niet te blussen: de rapen (Brassica rapa) zijn gaar.
Maar het idee om de vuurwerkoverlast aan de wilgen (Salix) te hangen, vindt jaar in jaar uit geen gehoor. Ook niet nu er weer een dode is gevallen en behalve handen ook een aantal ogen gemist moeten worden.
Op alle denkbare gebieden in ons land kunnen we beschikken over specialisten. Die zijn er ook voor professioneel vuurwerk. Één keer per jaar een fantastisch vuurwerk voor elk dorp en elke stad - zou het ooit zo ver komen met de beschaving?
In onze toch redelijk (tamelijk) georganiseerde maatschappij ligt het niet zo gemakkelijk. De meeste stemmen gelden, maar ook het recht van de sterksten of ‘diepgewortelde’ tradities en dat is níet altijd redelijk (verstandig).
Ik zoek na het oorverdovende geknal de stilte op in mijn tuin: plantaardig vuurwerk - óók mooi! Een goed 2014!

Januari 2014

1 opmerking:

Anoniem zei

Heel knap (vuur)werk!
A