vrijdag 5 juli 2019

HUILEBALKEN


In míjn tuin ...

… is het sneven en sneuvelen zodra ik mij daar vertoon. Soms verbeeld ik mij zelfs een siddering waar te nemen, als ik alleen al de deur opendoe. Komt daar misschien die bekende spreuk ‘de wind eronder hebben’ vandaan? Feit is wel dat ik met straffe hand regeer, daar buiten, omdat ik, net als Vadertje Staat, het beste voor heb met mijn plantenkinderen. Met de beste bedoelingen: dat zij uitgroeien tot de mooiste exemplaren van hun soort!
Feit is ook dat veel van mijn planten totaal niet berekend zijn op een straffe hand, van wie dan ook. Een straffe wind is ook lastig, maar nu eenmaal onderdeel van de natuur.
Vanwege die straffe wind heb ik in de loop der jaren trouwens een aardige voorraad opgebouwd aan steunmaterialen. Voornamelijk het bekende systeem met een groene ‘poot’, voorzien van een rubberen houdertje voor verschillende maten steunringen. Werkt uitstekend. En eenvoudig: gewoon de ring tijdens de groei met de plant mee omhoog schuiven. 

Clematis recta purpurea,
aan een rekje
Maar voor mijn Clematis recta Purpurea is dat toch niet genoeg. Want die doet het bijna té goed, op de klei. In het voorjaar knip ik de stengels van het afgelopen jaar laag af en hup! daar komen de nieuwe scheuten linea recta! in rap tempo omhoog. En elk jaar zijn het er meer: de plant treft geen enkele blaam.
De stengels lopen inderdaad purper uit, maar verkleuren geleidelijk naar groen, terwijl de toppen hun purperen kleur behouden. Ze zien er qua omvang stevig uit, maar dat is gezichtsbedrog want de stengels zijn hol, zoals dat ook het geval is bij die grote berenklauwen, Heracleum. In de praktijk, overgeleverd aan mijn verzorging, blijken ze toch wel kwetsbaar. Ik besteed dan ook veel aandacht aan deze purperen schone en leid de stengels zorgvuldig omhoog, langs een rekje waaraan ze voorzichtig en met beleid worden aangebonden. Maar beleid of niet, en ik doe het natuurlijk niet expres, toch krijg ik het elk jaar weer voor elkaar om bij deze behandeling minimaal één van die best wel dikke, maar dus holle stengels ‘om te leggen’: knak! Die doet het niet meer. Het is gebeurd voor je het weet en onherroepelijk, niet meer te herstellen. ‘Oen!’ roep ik naar mezelf, want ik weet: zelfs een ezel stoot zich in het gemeen geen twee keer aan dezelfde steen. Wàs ik maar een ezel: dan kon ik ongegeneerd een potje huilebalken om mijn geklungel in die aan mij overgeleverde tuin …


Geen opmerkingen: