Heggenmussen
In november 2010 schreef ik een opgewekt verhaal over een verrassend gunstige leefomgeving voor bijen: de stad (zie mimi-inmijntuin.blogspot.com, betonbijen). Toch gaat het wereldwijd nog steeds niet goed met de bij. In herfst en winter sterven soms zelfs hele volken. Uit onderzoek blijkt dat het verschijnsel jaarlijks toeneemt. Er worden drie oorzaken genoemd: ziekteverwekkers, pesticiden en onvoldoende of te eenzijdige voeding.
|
Bijtje op blad van hortensia 'Annabelle' |
De Varrao-mijt brengt veel ziektes over, maar er is nog een andere ziekteverwekker: Nosema, een eencellige dierlijke parasiet, die de darmen van de bij aantast.
En wat nog steeds wereldwijd voorkomt is het gebruik van pesticiden. Roundup van producent Monsanto is zo’n middel. (Zie ook mimi-inmijntuin.blogspot.com, juni 2007 ‘Veeg je eigen straatje schoon’ en april 2008 ‘Over gif en zuurstof’.) In september 2011 nam de Tweede Kamer een motie aan: het middel zou in Nederland niet meer door gemeenten en particulieren gebruikt mogen worden. Maar veel is daar nog niet van terecht gekomen: Roundup is nog steeds vrij verkrijgbaar en het schijnt dat er in de politiek ook nog steeds geen definitief besluit genomen is. Vermoedelijk is er teveel geld mee gemoeid: Roundup schijnt het best verkopende artikel ter wereld te zijn en dat is niet zomaar uit te roeien. Dát niet.
|
Bij op een geraniumblad |
Voedsel voor de bij is behalve nectar ook stuifmeel, met eiwitten en vitaminen. Te weinig diversiteit in beschikbare beplanting leidt tot eenzijdige voeding en verzwakking van bijen.
|
Ook een bijenplant: Persicaria polymorpha |
Een bijkomend probleem is de verschraling van het landschap. Bijen zijn gebaat bij kleinschalige, afwisselende gebiedjes, waar zowel nestgelegenheid als voedsel te vinden is voor zoveel mogelijk verschillende bijensoorten. Daar hebben we er in ons land te weinig van.
|
Gevarieerd menu voor de bij |
Kortom:
tijd om 2012 uit te roepen tot het Jaar van de Bij. Wat kunnen we doen? Om te
beginnen de pesticiden dan maar in de winkels laten staan. Dat moet niet
moeilijk zijn, als je weet dat sporen ervan al in ons bloed voorkomen en dat een
Duits onderzoek zeer hoge concentraties glyfosaat (bestanddeel van Roundup) in
de urine van stadsbewoners heeft aangetoond. Uit Chinees onderzoek blijkt een
verband tussen glyfosaat en de ziekte van Parkinson. De lijst van belastende
onderzoeken is eindeloos; we zullen op dit gebied zélf een verstandige
beslissing moeten nemen.
|
Bijtje op Linaria purpurea Canon J. Went |
En dan het gebrek aan kleinschalige, afwisselende gebiedjes: dat zouden onze tuinen kunnen zijn! We hoeven niet allemaal imker te worden, met grote bijenvolken: de sociale bijen. Er zijn ook solitaire bijen, zoals de maskerbij, de metselbij, de behangersbij, zandbijtjes, het roodgatje (soms ook in kleine groepen), groefbijen, enzovoorts. Daar kunnen we wel wat van in onze tuinen hebben. Niet om te metselen en te behangen, maar om onze bloemen en zeker ook onze fruitbomen en -struiken te bestuiven.
|
foto: A-M Bijenhotel: er zijn al stengels dichtgesmeerd! |
Angst voor bijensteken is niet nodig. Bijen zijn zuinig op hun angel en gebruiken hem uitsluitend in noodgevallen; niet meppen dus! Bovendien komen ze niet op ons eten en drinken af, zoals wespen. Mensen en bijen kunnen prima samenleven in dezelfde tuin. Maar hoe krijgen we ze daar? Eerst de huisvesting. Solitaire bijen kruipen graag weg in de beschutting van een stenen muurtje, losgemetseld of gestapeld. Een hoopje los zand kan door zandbijen gebruikt worden voor het maken van een nest. De holle stengels van achtergebleven brandnetels of andere planten gebruiken bijen in het voorjaar voor een nestje. Ook een baksteen of een blok hout kan goed dienstdoen als daar diepe gaten in geboord zijn met verschillende boordiktes, van 4 tot 12 millimeter. Hang zo’n bijenhuis in de zon en wacht af. Als een gaatje is dichtgesmeerd, is dat gangetje bewoond: een bij heeft er een eitje gelegd. Na de winter zal er een jonge bij uit komen.
|
Bij hangt aan Geranium phaeum 'Samobor' |
En die heeft honger! Hoe meer plantensoorten we hebben aangeplant, hoe beter. Er zijn genoeg bijenplanten om deze beestjes vanaf het vroege voorjaar tot aan de winter te bedienen.
|
Helleborus, nieskruid |
Een greep! Het begint met nieskruid, Helleborus, dat bloeit vanaf februari. In maart volgt het witte hoefblad, Petasites albus.
|
Pulmonaria, longkruid |
Van maart tot in mei bloeit longkruid, Pulmonaria. Deze planten vragen alle drie een plekje in halfschaduw. Dan een bodembedekker voor halfschaduw, maar ook zon: het zenegroen, Ajuga reptans. Bloeit vrijwel de hele zomer met blauwe tot donkerviolette, maar ook lichtroze, bloemaartjes. In de winter behoudt zenegroen zijn blad, dat roodbruin, donkerbruin, donkerrood of donkergroen kan zijn. In mei-juni volgt Papaver, maar ook een gecultiveerde dovenetel die niet woekert: Lamium orvala, donkerroze en 70 cm hoog.
|
Campanula lactiflora 'Prichard's variety' |
Geweldige bijenplanten, voor
de hele zomer, zijn ook de klokjesbloemen, Campanula, van 10 cm (C.
portenschlagiana) tot 1 m hoog (C. lactiflora) en daar zit dan nog van alles
tussenin, van wit en roserood tot blauw. De bekende stokrozen, Alcea, trekken
bijen én vlinders aan. Lavendel mag eigenlijk niet ontbreken en Geraniums, de
vaste planten dus, lokken de bijen wel tot oktober. Een makkelijke plant, die
zich spontaan uitzaait, is de vlasleeuwebek, Linaria purpurea, in roze of
blauw, zeker 1 m hoog. Bloeit ook door tot in oktober. Net als ijzerhard,
Verbena, en de onovertroffen Persicaria amplexicaulis (firetail). En vergeet de
asters niet: tot in november!
|
Bijtje op een herfstaster |
|
Persicaria amplexicaulis |
Veel werk, dat tuinieren? Lees ‘Verwilderen’ van tuinmopperaar Romke van de Kaa, met een eigen mening over álles: ‘... aan elkaar gelijmde holle strootjes of berkenstammetjes waarin wel honderd gaten zijn geboord. Hoeft het insect zelf niet meer te boren.’ Dat is zo, maar in het geval van de bij is haast geboden. Van de Kaa noemt ook de mobipers (pag. 272) die het fruit uit je boomgaard tot houdbaar sap verwerkt. Ik heb het geproefd bij Reint Wobbes, nu in ‘Mijn Stokpaardje’, en het was heerlijk! (www.mobipers.nl)
‘Verwilderen’: een relativiteitstheorie voor de tuinier en een genoegen om te lezen!
Juni 2012
1 opmerking:
Gelukkig hebben we een aantal van de genoemde bloeiers in onze tuin, zodat de bijtjes meteen kunnen aanvallen als ze uit ons hotelletje komen :)
Een reactie posten