In míjn tuin …
… tolt de windhaan, op zijn ene poot. Hij stopt bij Noord en draait wat wrikkig terug naar West. Harde regendruppels ketsen op het water van de vijver voor ze alsnog kopje onder gaan. De goudvissen maakt het allemaal niet uit; die denken dat de hele wereld van water is. Onder het takkenhoopje, waar de kleurige herfstbladeren overheen gekieperd zijn, proberen kikkers hun winterslaap te vatten. Hinderlijk klettert de regen op het bladerdek.
De blote takken van de krent doen verwoede pogingen die van de prunus, dit jaar alwéér dichterbij gekomen, op de vingers te tikken. De wind giert door hun kruinen. Met een zijdelingse vlaag waaien druppels in het vogelvoer. “Hier! Hier!” roepen de zaadjes, want ze willen niet gegeten worden, maar kiemen en uitgroeien, desnoods in het voerbakje, tot metershoge zonnebloemen, dikke pollen gras en stevige oranje wortels.
Vogels houden niet van harde wind en regen. Ze schuilen in de goot, onder de dakpannen, en achter druipende klimopblaadjes; hopelijk blijven er straks wat plassen staan, om lekker in te badderen.
Het diamantgras buigt gevaarlijk naar de grond door dezelfde eigenschap waarom dit gras zo geprezen wordt: druppels blijven eraan hangen. Een laatste roos, met tranen op de roze wangen, houdt zich vast aan het uiteinde van een rozentak, terwijl de wind de tere blaadjes schuurt. Er slijmt een naaktslak over het pad - met welke kracht wordt hij geraakt door de hoog uit de lucht vallende regendruppels? Het lijkt hem niet te deren.
De wind solt met de dahlia’s en schudt de oorwurmen eruit.
Door de regenpijp raast het water slurpend en gorgelend naar beneden; het klatert in de regenton tot die helemaal vol is. Dan sijpelt het bij de te ruime aansluiting op de pijp naar buiten, langs de ton, en lekt de grond in, naar de wortels van de roos.
De plassen op de oprit vloeien samen tot stroompjes en nemen achtergebleven berkenzaadjes mee tot het hoopjes zijn, die het water de weg versperren. Daar is de postbode, met regenjack en natte haren. Ze heeft geen tijd om de bui af te wachten en met een snelle handbeweging verdwijnen de brieven in de bus. We zwaaien en ik wacht tot het ophoudt met regenen.
plassen op de oprit ... |
Voorzichtig stap ik buiten over de plassen. De zon breekt door, de wind is gaan liggen. Toch is de berk nog niet klaar met de regen: koude druppels vallen in mijn nek.
Maar ik geníet, nu de herfstgeur zich losmaakt, in mijn fonkelende, diamanten tuin!
Opgedragen aan Henk Gerritsen, eigenaar van de Prionatuinen en gezaghebbend groenauteur, die op 6 november 2008 is overleden.
November 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten