In míjn tuin …
… doet de herfst op subtiele wijze zijn intrede. Zaden rijpen en bladeren verkleuren in het zachter wordende licht. Per dag worden de schaduwen langer en in de vroege ochtend legt de dauw een waas over de tuin en wordt het fijnste spinrag zichtbaar, als zilveren druppels het zonlicht weerkaatsen: parelsnoertjes van tak naar tak, in kunstige patronen.
… doet de herfst op subtiele wijze zijn intrede. Zaden rijpen en bladeren verkleuren in het zachter wordende licht. Per dag worden de schaduwen langer en in de vroege ochtend legt de dauw een waas over de tuin en wordt het fijnste spinrag zichtbaar, als zilveren druppels het zonlicht weerkaatsen: parelsnoertjes van tak naar tak, in kunstige patronen.
Maar tegen de tijd dat ík naar buiten kom, zijn de druppels verdampt; van de parelsnoertjes resten nog slechts dunne draadjes, bijna onzichtbaar. En zo hoort het ook - anders zou die dikke kruisspin, ondersteboven middenin zijn web, niks vangen. Hij leeft van de insecten die per ongeluk in zijn kleverige draden verstrikt raken: vliegen, muggen, wespen, bladluizen. Een enkeling heeft geluk en weet zich los te rukken. Is het web teveel beschadigd of plakken de draden (van eiwit) niet meer, dan eet de spin zijn ‘huis’ op en weeft ’s nachts een nieuw vangnet. De prooi wordt in draden gewikkeld en vervolgens met verteringsenzymen ingespoten: kleine klontjes in het web. Pas als de prooi van binnenuit verteerd is, kan de spin er zijn maag mee vullen.
En dat is geen kannibalisme. Want in tegenstelling tot wat veel mensen denken, is een spin géén insect; hij behoort tot de ‘geleedpotigen’. Als het zo uitkomt deinst hij er trouwens niet voor terug een andere geleedpotige in te pakken, voor consumptie. Dus tóch een kannibaaltje. Het zij hem vergeven, als effectieve insectenbestrijder in de tuin.
Als het even kan moet je het spinnenvolk dan ook met rust laten. In ons land komen geen gevaarlijke spinnen voor en je hoeft er dus ook niet bang voor te zijn. Oké, ze lopen harder dan ik en ze kriebelen in mijn nek, maar daar blijft het dan ook bij. Handig voor spinnen in huis is de spinnenvanger die je via internet kunt bestellen. Het vernuftige apparaat wordt in een cadeaudoos thuisbezorgd, compleet met een prachtige zwartwit poster vol vliegertjes en kruipertjes. Als je die op het toilet hangt, ben je binnen de kortste keren vertrouwd met kleine kriebelbeestjes!
Maar ik geef toe dat het buiten lastig kan zijn. Met mijn fiets aan de hand op weg door de achtertuin is het oppassen geblazen. Ik buk waar het kan, of ik ‘hang’ zo’n web even aan de kant, maar altijd ontsnapt er wel één aan mijn spiedende ogen. En zo verlaat ik alsnog met een zelfklevend haarnetje op mijn hoofd, een “pfff” spinnendraad over mijn neus en een dikke kruisspin, vrolijk bungelend naast mijn linkeroor, mijn tuin, waar de herfst zo subtiel zijn intrede doet.
Ook in het compostvat wordt geweven! |
Oktober 2006
Geen opmerkingen:
Een reactie posten