In míjn tuin …
... is het druk in maart. Onder het oude blad barst de grond open en nieuw blad wurmt zich naar buiten, naar de warmte en het licht van de zon, naar een nieuw spetterend tuinseizoen! Prachtig! En ik ben de dirigent bij deze aanzwellende symfonie! Aan mij de eer dit alles in goede banen te leiden. De verantwoordelijkheid drukt zwaar; wat is er veel te doen.
De rozen die zo hard uitlopen moeten direct gesnoeid worden. Ik haast mij naar boven om mijn tuinjas uit de kast te halen: daar blijven de doorns van de rozen niet zo in haken. Dan sleep ik de trap uit de garage en zet hem zo strategisch mogelijk neer - ik neig naar hoogtevrees. Een snoeischaar moet ik hebben en handschoenen. Dan de trap op. O nee, er weer af: ik heb ook een mand nodig voor het snoeiafval. Wat zeg ik, twéé manden! Één voor de biobak en één voor de compostbak. De trap weer op en het gevecht met de roos neemt een aanvang. De losgemaakte takken zwiepen alle kanten op en haken natuurlijk toch in mijn jas. Als ik mijn arm losruk wiebelt de trap; kijk nou toch uit. Maar ik snoei óók en langzaam maar zeker komt er lijn in de kluwen rozentakken. Handschoenen uit, anders lukt het aanbinden niet en voldaan bezie ik mijn getemde roos. De schrammen op mijn handen neem ik voor lief.
Dan is het tijd om de plantenresten van vorig jaar op te ruimen. Ik begin het warm te krijgen. Naar binnen om de jas te ruilen voor een bodywarmer. Knippen maar weer en harken en wieden. En wat ligt die tegel scheef. Daar draaf ik weer naar de garage: zand en de rubberen hamer heb ik nodig. Ik zie steeds meer scheve tegels en ze komen allemaal aan de beurt. Denk om je rug, waarschuw ik mezelf, maar daar is nu even geen tijd voor. Ik veeg de zweetdruppels van mijn voorhoofd en sjouw de zak met zand weer naar de garage.
Eigenlijk wil ik wel even zitten, maar de tuinmeubels zien er niet uit. Ik haal een emmer sop en ga vogelpoep en groene aanslag te lijf. Dat knapt op. Puffend laat ik me in een schone stoel zakken, maar spring meteen weer op: de hortensia's zijn nog niet gesnoeid! Eerst de volle mand legen in de compostbak, weer terug. O, de snoeischaar ligt daar nog. Hoeveel kilometer heb ik er nu op zitten? En waarom verkondig ik aan iedereen die het maar horen wil dat tuinieren mijn hobby is, zodat mijn huisgenoten dat te pas en te onpas tégen mij kunnen gebruiken: "'t Is toch jouw hobby?!" Het is gewoon gigantisch veel werk. Mopperend draai ik me om, om de snoeischaar op te halen en ineens zie ik het: de crocussen bloeien! Vanzelf!!
De eerste viool zet zachtjes in en ik luister ademloos, daar midden in mijn tuin!
Maart 2003
Geen opmerkingen:
Een reactie posten