vrijdag 14 september 2018

KLEIN HOEKJE

In míjn tuin ...


… heb ik in de loop van meer dan veertig jaar toch wel zo’n beetje alles meegemaakt, dacht ik. Zoals planten die onder de maat presteren of juist ver boven de proporties van onze beschikbare vierkante meters. Of ‘de plant van de maand’ dan wel ‘de plant van het jaar’, die het hier onder mijn regime ook nooit langer dan die maand en dat jaar uithielden. Vraatzuchtige beestjes, op pootjes, op vleugeltjes, poepers en bloopers, verdwaalde voet- en tennisballen, onkruidzaadjes, nou ja, zo’n beetje alles waar de gemiddelde tuinier ooit mee te maken krijgt. Ik dacht echt dat ik alles wel zo’n beetje had gehad.
Maar! Het kan áltijd nog een slagje erger.
En omdat een gewaarschuwd mens voor twee telt, zal ik hier eerlijk opbiechten wat mij deze zomer is overkomen. Of meer specifiek: mijn linker wijsvinger.



Het was een mooie warme dag. Zo’n dag waarop een normaal mens een plekje in de schaduw zoekt en de planten vooral proberen te overleven. Ze willen een plens water en rust. En niet zo’n gewoontedier als ik, met altijd een snoeischaar bij de hand om elk bruin blaadje weg te knippen. Als je dat elke dag doet krijg je er wel een zekere routine in. Knip knip, ook weer klaar. Maar het kan dus verkeren en dan grijp je met je linkerhand een polletje uitgebloeid groen terwijl de rechter met de schaar uithaalt en knip knip! hoekje van je linker wijsvinger eraf! Zó gebeurd, echt waar. Je zit er op je hurken bij en kijkt ernaar: is het écht waar? Ja, het is echt waar. 


Snel naar de dokter voor een stevig drukverband en vooral je vinger omhoog houden. Beetje gênant, om zo de aandacht te trekken met je ongeluk, maar het was even niet anders. Het verband heb ik er al na een dag, voor zover mogelijk, weer afgehaald, want ‘aan de lucht’ heelt sneller, leerde ik van mijn vader.
Gelukkig kon ik nog wel breien (!) en zo breide ik een paar ‘vingerhoesjes’ in een open ajourpatroontje; altijd al creatief geweest. Maar die verloor ik onderweg en in de praktijk bleek niemand mijn vingerhoekje te missen. Ik kreeg er in ieder geval geen opmerkingen over.
Inmiddels heb ik een aardige routine ontwikkeld in het ontzien van deze vinger, want het is nog steeds héél gevoelig, dat scheve topje. Het hanteren van de snoeischaar daarentegen zal nooit meer ‘routine’ worden, nu ik aan den lijve ondervonden heb hoe het ongeluk in een klein hoekje zit, zelfs in mijn eigen tuin.


Geen opmerkingen: