In de Volkskrant van 22 november jl. verscheen een mooi artikel van Caspar Janssen over ‘De boer die heel erg van vogels houdt’. Ruim drie pagina’s waren ingeruimd voor het verhaal van Peter Harry Mulder die samen met zijn partner Eline Ringelberg een akkerbouwbedrijf runt in Muntendam. Als klein jongetje ontwikkelde hij al twee grote passies: voor het boerenbedrijf én voor vogels. Zijn twee oudere broers deelden zijn passie voor de boerderij niet en toen zijn vader in 1983 stopte nam Peter Harry het bedrijf over. Na het overlijden van zijn vader, negen jaar later, moest hij zijn broers uitkopen. Dat was heel hard werken, toen nog in zijn eentje - aan ‘vogels kijken’ kwam hij jarenlang niet meer toe. En dat voor iemand die al in zijn lagere schooltijd lid werd van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie: op zondag urenlang op de fiets naar Drenthe om vogels te spotten en met een bandrecordertje hun geluiden op te nemen.
De
NJN bestaat nog steeds: zie www.njn.nl. Jongeren tussen
11 en 25 jaar met belangstelling voor de natuur kunnen in verschillende
werkgroepen veel te weten komen over wat hen in het bijzonder boeit. Voor een
levenslange interesse!
Grauwe Kiekendief |
Sinds
Peter Harry op een dag een jagende grauwe kiekendief boven zijn akkers zag, was
ook hij weer “…verkocht”. De kiekendief had zijn nest in het Oldambt, maar zijn
jachtgebied was het land van Peter Harry. Ben Koks, initiatiefnemer van
Werkgroep Grauwe Kiekendief, kwam kijken en sindsdien werkt Peter Harry samen
met deze werkgroep.
Hij
is geen biologische boer, dat kan niet uit, maar wel dé ‘voorbeeldboer’ op het
gebied van akkernatuur. De Vogelbescherming Nederland gebruikt zijn aanpak dan
ook als voorbeeld van succesvol akkervogelbeheer. Om de wormen te sparen ploegt
hij niet meer op de traditionele manier; alleen de toplaag wordt even omhoog
gehaald. In de randen langs zijn akkers zaait hij ruim, zodat patrijzen en
veldleeuweriken er makkelijk doorheen kunnen lopen en deze randen worden ook pas
laat gemaaid: ná het broedseizoen.
Een worm! |
In
onze tuinen broeden geen weidevogels en wij hoeven niet te leven van de
opbrengst van onze moestuintjes. Maar toch kunnen we ons het verhaal van boer
Peter Harry aantrekken. ‘Natuur’ is overal belangrijk, net als bodemleven. Nu
in de winter hebben de wormen zich dieper in de grond teruggetrokken, maar
zodra de temperatuur in het voorjaar stijgt, komen ze naar boven: voor gratis beluchting en een
aanzienlijk hogere opbrengst, zowel in de moes- als in de siertuin. En laat
vooral de afgevallen bladeren tussen de planten liggen: voer voor wormen.
De
gevallen bladeren in het bos worden uiteindelijk ook succesvol door wormen
opgeruimd: over capaciteit hoef je je dus geen zorgen te maken. Wormen zijn er altijd
genoeg, zelfs in het voorjaar, als de vogels niet alleen zichzelf maar ook hun
jongen ermee voeden. En natuurlijk gaat het deze winter vriezen en dan bied een
bladerdek ook nog bescherming voor het bodemleven, al dan niet in rust. Straks
in het voorjaar dus ook niet diep spitten, de grond wat los harken is goed
genoeg.
Laten
we doen wat Peter Harry Mulder óók doet: goed boeren!
December 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten