...
zie ik ’s avonds wel eens een egeltje passeren. Laatst ook weer, zo tegen een
uur of negen. Daar kwam hij aangetrippeld, op hoge beentjes. Die had ik nog
nooit gezien, die beentjes; meestal verplaatst een egeltje zich laag boven de grond:
met gebogen pootjes. Ze zijn wel tien centimeter lang!
Jeuk! |
Op weg naar een goed heenkomen ... |
Ja, een naam moet hij dan óók hebben. Maar echt van ons is hij natuurlijk niet.
Overdag
hoor ik buiten soms ineens een luid gesnurk en gesnuif in de tuin van de
achterbuurman. Ook al weet ik dan niet zeker of buurman thuis is, ik begrijp
onmiddellijk dat het Prikkie is, die hier in de buurt van meerdere walletjes
eet, nou ja, zijn territorium heeft. In wijken met veel tuinen kan dat vijf tot
tien hectare zijn. In open grasland loopt het op tot wel dertig hectare. Ach,
die beentjes ...
Verder
dacht ik altijd dat slakken zijn hoofdmenu waren, maar dat is gewoon mijn wens,
die de vader van mijn gedachten is. Egels eten wat hen voor het snuitje komt:
in het voorjaar vooral rupsen, kevers en regenwormen. Die wormen, maar ook
andere ‘prooidieren’ kan hij onder de grond horen kruipen! En daar komt zijn
uitstekende reukzin nog eens bij: tot drie centimeter onder de aarde ruikt hij
insecten! Pas in de zomer verschijnen de slakken op zijn menu en hoewel hij
tandjes heeft, verkiest hij kleine slakken die hij in één keer kan doorslikken.
Ja hoor eens!
Maar
toch is het leuk, zo’n egeltje: vermaak voor een Prikkie, bij ons in de tuin!
Juni 2015
Geen opmerkingen:
Een reactie posten