donderdag 9 januari 2020

NIEUWE ARTIKELEN





NIEUWE ARTIKELEN VERSCHIJNEN 
IN MAART 2020



'Kerstroos': zo luidt de Nederlandse benaming
voor  deze stoere  winterbloeiers. De Latijnse
naam, Helleborus, kan bij ons  misschien wat
onvriendelijk overkomen (Borus in de hel?) en
 dan is het prettig te weten waar in deze naam
 de klemtoon ligt: niet op de eerste 'e', maar op
de tweede: Helléborus. Dat klinkt meteen een
 stuk aangenamer! De Engelsen hebben  veel 
minder moeite met de uitspraak en zij zeggen
 dus gewoon:  hèlleboor!  Is  óók  schitterend!







ALS PLANTEN KONDEN PRATEN...

In míjn tuin ...

datura(1).jpg
Datura metel, op
internet ...
… is in de loop der jaren veel veranderd. Niet zozeer in de opzet: de praktisch aangelegde bestrating is gebleven, maar de invulling van de bordertjes (mijn voor- en achtertuin zijn van bescheiden afmetingen) is in meer dan veertig jaren toch wel een paar keer ‘over de kop’ of beter: ‘over de schop’ gegaan. Met dank aan mijn schrijflust heb ik nu nog steeds de beschikking over uit 1991 daterende plattegrondjes met de benamingen van reeds lang vergane of anderszins verdwenen planten plus de daarbij behorende uitgebreide beschrijvingen van mijn wel en wee in de tuin. Zoals: ‘… Ik wilde de framboosstekjes daar uitzetten, maar ’t wordt wat vól …’. En ‘Lavas komt al stoer op, ondanks het gespit en gehak daar achter in de tuin’. Deze planten heb ik al lang niet meer, maar de rest van het verhaal komt me nog steeds bekend voor. Tot mijn schaamte, mag ik wel zeggen. 10 november dat jaar noteerde ik: ‘Het uitgraven en overwinteren van de datura metel vergeet ik maar: te groot.’ Ja ja. 
Maar niet alles is verkeerd afgelopen. Op 4 september 1991 trof ik bij (toen nog) Intratuin in Groningen een Viburnum bodnantense dawn aan die tot op de dag van vandaag mijn wintertuin van bloemen voorziet! De droogte van de afgelopen zomer heeft hem wel teruggefloten, maar dat heeft de daardoor gehalveerde 28-jarige struik overleefd; nog even en hij komt weer in bloei!


Viburnum bodnantense dawn
8 februari 1992: ‘Heerlijk zacht weer: ik móet gewoon naar buiten! Veel opgeruimd - de biobak is al vol.’ En op 14 februari: ‘Natuurlijk ging er ook weer iets mis: bij het lostrekken van het net haalde ik ook wortels van de Jackmannii (clematis) naar boven. Ik heb ze maar weer teruggeduwd en de grond goed aangetrapt.’ Au, het doet zeer aan mijn ogen, als ik dit lees. En terecht, want op 29 februari meldde ik: ‘De clem. Jackmannii toch maar opnieuw geplant, met mest en bemeste tuingrond.’ En ‘Er zit zelfs al een roosje in de miniroos! Ook meeldauw. Die moet dus gesnoeid, behandeld en dan afharden en naar buiten.’ 7 maart 1992: ‘In de gang overwinterde een pot met een dood takje. Opruimen, dacht ik, maar toen ik het takje eruit trok, bleek er een frisgroen blaadje onder de grond te zitten. Gauw teruggeduwd. Volgens mij is het hortensia.’ Juist. Als planten konden praten (en huilen!), dan zou je eens wat hóren, in die aan mij overgeleverde tuin …

Hortensia!


NIEUW JAAR


Heggenmussen 

De jaartelling, wat is dat toch een mooie uitvinding. En niet alleen in verband met een persoonlijke plaatsbepaling (waar sta ik ongeveer in mijn leven), maar ook in verband met de elk jaar terugkerende indeling in vier seizoenen. In onze klimaatzone hebben die alle vier genoeg aan een periode van drie maanden. Zo komen liefhebbers van alle mogelijke weertypen ook allemaal aan hun trekken. Alleen de schaatsliefhebbers hebben in de afgelopen jaren flink moeten inleveren; kilometers lange tochten in de open lucht zijn er niet meer bij. Gelukkig hebben we de ijsbanen nog.
Mijn appelboom: een Groninger Kroon
Maar dat neemt niet weg dat we toch ook uitkijken naar het einde van de winter. Uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen, maar het verlangen naar het voorjaar is van alle tijden. En niets staat ons in de weg om te mijmeren over het nieuwe tuinseizoen.
Wie heeft er nog geen moes- en/of kruidentuintje? Anno 2020 niet alleen een lucratieve, maar ook een inspirerende invulling voor een lege plek in de tuin. Zo’n lege plek is overigens geen absolute voorwaarde voor het verbouwen van je favoriete groenten: tussen bloemen en struiken groeien ze ook! Of in grote potten. En kies je voor gekleurde groenten, dus niet alleen maar groen, dan zijn daar fleurige composities mee te maken. Bovendien heeft elke groentekleur zijn eigen kwaliteiten en specialiteiten. En een gevarieerd menu is óók belangrijk. De mix van kleuren tenslotte is natuurlijk een geweldig pluspunt voor je ‘siertuin’! 
Een groene basis leg je met groenten als broccoli (laag), spruitjes (op stam) en wat forse boerenkolen. Groene groenten danken hun kleur aan chlorofyl, een biologisch pigment in de bladcellen van planten.

Groninger klei
Tussen het groen van de broccoli past het fijne frisgroene loof van worteltjes, waarvan een beetje oranje te zien zal zijn. Voor witte toetsen plant je bloemkool, pastinaak en prei. Hier en daar maak je plaats voor een grote gele pompoen: dat zijn de ‘eyecatchers’. Een handzamer model pompoen is de Hokkaido: klein en rond en mooi oranje van kleur. Deze soort kan ook langs een (stevige) steun omhoog geleid worden. Een uitstekende keus voor een heerlijke pompoensoep!

Ik heb alvast een paarse boerenkool!
Voor de kleur paars kiezen we aubergines, rode ui, rode kool en rode biet, want die komen echt heel dicht bij paars. Ook is er al een paarse variant van de bloemkool, de boerenkool en zelfs met spruitjes kun je tegenwoordig je bord paars kleuren! Paarse spruitjes smaken zoeter dan de groene: misschien een aanbeveling voor kinderen die niet van spruitjes houden?
Pruimen en bramen horen natuurlijk ook in het paarse kleurenschema. Mijn braam groeit en bloeit al tientallen jaren tegen een muur in de achtertuin en er is niets zo lekker als bramen zó van de struik.
Een klassieke kleurencombinatie is die van paars met geel en voor geel komt maïs in aanmerking. Maïszaden liggen niet voor het grijpen, maar zijn wel te vinden. Zoek naar zaden van suikermaïs. Het worden hoge planten (zie de maisakkers in de zomer!), maar het is heel leuk om ze eens in je tuin te hebben.
Voor tomatenzaden kun je kiezen uit meerdere soorten en kleuren. Er is een ‘Tomatenmengsel’ verkrijgbaar in de kleuren rood, geel en oranje. Maar op internet trof ik ook de soort ‘Tomaten Moneymaker - Lycopersicon lycopersicum’ aan. Interessant!
We denken er nog even over na!

TUINKALENDER



TUINKALENDER

 Sneeuw of niet: voer voor de achtergebleven vogels is altijd welkom. Ze verlevendigen het beeld van de kale, dan wel bevroren of besneeuwde tuin. 

 Meng gesmolten vet met wat olijfolie en vogelzaad, laat het stollen in koekjesbakvormpjes, maak er een gaatje in en versier er een kale struik mee. 

 Zorg voor vers water, met een beetje suiker als antivriesmiddel.

 Maak ommetjes door je tuin: berijpt, bevroren, besneeuwd of nat, te zien is er altijd wel wat. 

 Maar geniet ook van de rust: voor je het weet is het voorjaar en kunnen we weer aan de slag. 

 Eén winterklus: zolang het niet vriest kunnen bomen en struiken gesnoeid worden. 

 En bij vorst en sneeuw houd je natuurlijk de toegang tot je huis beloopbaar: niet met zout maar met zand. 

 Gebruik de vrijgekomen ‘tuiniertijd’ om je te bezinnen op aanpassingen of nieuw aan te schaffen planten: vóórpret. 

 Een keuze uit het enorme aanbod aan tuinboeken is daarbij een inspirerende hulp.