In míjn tuin...
…
komt het groen nu echt in beweging! Ik haast mij naar buiten om de ramen te
lappen, zodat het ontluiken ook van binnenuit goed te volgen is. Want de buitentemperatuur
is nu, in april, nog niet helemaal je dát. Maar ook na tientallen jaren is het
elke lente weer een verrassing om van zo dichtbij je tuin te zien ontluiken.
En
pas nú vraag ik me af waar dat woord ‘ontluiken’ vandaan komt. Vreemd genoeg
heb ik nog nooit een verband gelegd tussen ‘ontluiken’ en ‘luiken’. Maar zoals
je luiken kunt openen kan ook een bloem zich openen: ontluiken!
En
pas nú vraag ik me af waar dat woord ‘ontluiken’ vandaan komt. Vreemd genoeg
heb ik nog nooit een verband gelegd tussen ‘ontluiken’ en ‘luiken’. Maar zoals
je luiken kunt openen kan ook een bloem zich openen: ontluiken!
Het is een boeiend proces. Jaar in jaar uit voltrekt het zich waar je bij staat, tot ineens doordringt hoe bijzonder dit eigenlijk is. Maanden achtereen was daar buiten niets te beleven, afgezien van druk vogelverkeer, maar nu komt de beplanting in beweging!
Waar ik in de winter genoegen moest nemen met sneeuwklokjes en hier en daar een (weliswaar prachtig bloeiende!) helleborus (kerstroos/nieskruid), bloeien nu ook krokussen, kievitsbloemen (fritillaria meleagris), madeliefjes, dovenetels (lamium) en longkruid (pulmonaria).
Pulmonaria, longkruid: onder schattige blauwe en rose bloemetjes zien we de naamgevers van deze plant: de talloze witte vlekjes |
Pulmonaria
is goed toe te passen als bodembedekker, met zijn bescheiden hoogte. Het wit gevlekte
groene blad (dat kennelijk een overeenkomst vertoont met onze longen) biedt een
levendige afwisseling tussen de andere bladplanten en al vanaf eind maart verschijnen
de kleine blauwe bloempjes. Daarmee is het longkruid als eerste ‘over de
streep’.
Een
echte blikvanger is de pioen, met zo tegen eind april zijn grote en royaal
gevulde bloemen, waarmee deze plant soms ook wordt aangeduid als ‘pioenroos’. Ik
zal er binnenkort een raster boven zetten, om die prachtige maar topzware
bloemen overeind te houden. Ze bloeien niet de hele zomer; na twee maanden
houden ze het wel voor gezien. Maar dan heb je er ook twee maanden volop van
genoten!
Ondertussen weet ook onze hazelaar de aandacht te trekken. Al een paar maanden bungelen zijn lange gele katjes zachtjes in de wind. Je kunt je eigenlijk niet goed voorstellen dat die uiteindelijk echte hazelnoten zullen voortbrengen, met harde houtachtige schillen. Maar voorlopig kan ik het proces van deze ‘omturning’ nog goed volgen. Pas in mei gaan ze schuil achter hun groen gebladerte. Eind augustus, wanneer ze uit de struik vallen, begint hun ‘oogstseizoen’. Nog even geduld dus. En ook bij een overvloedige oogst is het verstandig om ze niet meteen te kraken, maar ze eerst nog even een paar weken te laten drogen. Daarmee verleng je de houdbaarheid wel tot een jaar! Ofwel: de volgende oogst!