zaterdag 30 mei 2020

NIEUWE ARTIKELEN



NIEUWE ARTIKELEN VERSCHIJNEN 
IN JULI 2020



... en dan ziet mijn achtertuin er ongeveer zó uit.
Op het vlonderterras is het goed toeven, met dit
jaar wel minder schaduw, nu we de (klim)roos 
'Sander's White' in het voorjaar zo drastisch ge-
snoeid hebben. Na vele jaren was de roos uit z'n 
krachten gegroeid, wat resulteerde in lange kale
takken zonder rozenknoppen. Even geduld dus,
met een nieuwe start voor deze sterke klimroos. 


VOORJAARSCONCERT


In míjn tuin...

… springt een kikkertje in het vijvertje zodra ik in de buurt kom. Omdat het water nog steeds niet echt helder is, kan ik alleen maar gissen waar het beestje zich daar ophoudt. Wij zouden ons al snel verraden, happend naar lucht, maar bij kikkers is de luchttoevoer ook onder water prima geregeld: ze hebben een ademend huidje. Ik ben blij met dit tuindier, ook al is de aaibaarheidsfactor nul. Kikkers zijn trouwens koudbloedig, dus daar zou je sowieso geen warme gevoelens bij krijgen. Wat ik niet wist, en wat mijn kikker nog steeds niet weet, is dat ik zorgplichtig voor hem ben. Dat staat in de Wet natuurbescherming, die op 1 januari 2017 is ingegaan. Daarvóór viel hij onder de Flora- en faunawet, die ook al zorgplicht voorschreef. Gelukkig zijn kikkers al vrij snel volwassen en prima in staat om voor zichzelf te zorgen: ze kunnen zo’n 7 tot 11 jaar oud worden. Wel uitkijken voor reigers en ooievaars. 


Dit ieniemieniekikkertje trof ik ooit aan in de
vogeldrinkschaal - water is water ...
Tegenwoordig luidt hun wetenschappelijke naam Anura, wat betekent: zonder staart. In hun kikkervisjesstadium, zonder pootjes, hebben ze wél een staartje, als een soort buitenboordmotortje. Dan noemen we ze dikkopjes. Bij de transformatie van ‘vis’ naar kikker gaat het staartje verloren. Dat springt natuurlijk ook gemakkelijker. Vroeger was er kennelijk meer waardering voor het springen dan tegenwoordig, want toen heetten ze Salientia en die naam verwijst naar het Latijnse salire wat ‘springen’ betekent.
Wie in het voorjaar erop uitgaat, bijvoorbeeld om in de polder een frisse neus te halen, wordt in april en mei getrakteerd op het kwaakconcert van Rana temporaria, de bruine kikker. Dit is zijn paartijd, zijn ‘minute of fame’, en daarmee ligt hij ongeveer een maand voor op de groene kikker, die dan nog in winterslaap is. We moeten er wel snel bij zijn, want alleen in winter en (vroeg) voorjaar is de bruine kikker in de buurt van water te vinden. Daarbuiten zoekt hij zijn heil op het land. De groene kikker, Pelophylax, stamt uit de familie van ‘echte kikkers’ en is als zodanig in 1843 gedefinieerd door de Oostenrijkse zoöloog en botanicus Fitzinger. In deze familie ontwaken de mannetjes meestal als eerste uit de winterslaap en gaan dan op zoek naar het dichtstbijzijnde water: om daar luid kwakend de omgeving van dit heuglijke feit op de hoogte te stellen.
Stap op de fiets, ga op het geluid af en geniet van een onovertroffen voorjaarsconcert, gratis en in de openlucht. En koester die verdwaalde kikker in je tuin!


NOSTALGIE

Heggenmussen  

Al enige tijd is de wereld in de greep van het coronavirus: een ongekende epidemie heeft zich in een paar maanden tijd over de wereld verbreid en gezien de ernst van deze uitbraak wordt iedereen aangeraden zoveel mogelijk thuis te blijven. Het bezit van een tuin krijgt er zo een functie bij: een gebiedje waar je veilig naar buiten kunt en waar de natuur als vanouds, dit jaar zelfs een paar weken eerder, is ontwaakt. Het geeft troost om dat van zo dichtbij mee te maken. Zoals na de winter de tuin weer opleeft, zo zal na deze crisis voor de meesten van ons ook het ‘gewone’ dagelijkse leven weer zijn beloop krijgen.

Buiten is na een uitzonderlijk zachte winter het groen al vroeg uitgelopen. De eerste maand van dit jaar heeft de vijfde plaats behaald in het rijtje van warmste januarimaanden. Blijft nog even de vraag of we daar blij mee kunnen zijn. Hoe lang behouden planten hun goede conditie? Hebben ze een bepaalde levensduur of is die van planten net zo variabel als die van mensen? En óók afhankelijk van meer, al dan niet externe, factoren? We gaan het zien in de komende maanden - en jaren. Misschien groeien en bloeien ze wel wat langer: dat zou mooi zijn. 

Peaonia Sarah Bernhardt: een ouwe getrouwe in mijn tuin
Ondertussen vond ik in een boekenkast een multobandje terug waarvan de rug met breed plakband bij elkaar gehouden wordt. Op het eerste blad heb ik een plantenlijst vermeld met wat bijbehorende verzorgingstips. Zoals: ‘pioenen - in september koemest en compost, ‘culterra’ in het voorjaar.’ En: ‘riddersporen - na de bloei tot op een paar centimeter terug knippen, goed mesten en gieten voor 2e bloei.’ En ook: ‘hortensia Annabelle in het voorjaar helemaal terug knippen, niet extra mesten (bloem wordt dan te groot en te zwaar)’. Op het volgende blad heb ik zelfs een volgekrabbelde plattegrond van mijn voortuin getekend; de plantennamen buitelen er over elkaar heen, in een ieniemienie handschriftje. Vele herken ik, zijn zelfs nog steeds present, na bijna 30 jaar! Maar het leukst is toch het verhaal. Dat begint op 2 april 1991 met ‘Het ‘seizoen’ is allang begonnen - toch maar weer wat opschrijven’. En dan wordt dat eerste blaadje gevolgd door een dik pak dichtbeschreven multoblaadjes waarvan de laatste gedateerd zijn op 16 juni 2002. Het verhaal eindigt met ‘De zelfgezaaide lathyrus heeft knopjes! Spannend!’ 

Rond die tijd begon ik met het schrijven van tuinartikelen voor de krant ‘BuurContact’ en was het gekrabbel in het multobandje niet meer zo nodig: ik kon alles nalezen in de krant! En natuurlijk op mijn blog ‘In míjn tuin…’. Welbeschouwd is er in al die jaren daarna niet eens zoveel veranderd, althans wat de tuin betreft. We tuinieren eigenlijk nog steeds op dezelfde manier, waarbij aangetekend moet worden dat ieder natuurlijk zijn of haar eigen werkwijze heeft. Hoewel … ik noteerde toen ook een mierenplaag in de kruisbes, die ik te lijf ging met dubbelzijdig tape om het stammetje. ‘Weet niet zeker of het helpt’ schreef ik erachter. 


Kruisbes: helaas heb ik alleen deze foto nog ...
Later, in mei dat jaar, ontdekte ik in de pot van een jonge iep een compleet mierennest. ‘Pot leeggehaald, mieren en eieren verwijderd, de wortelkluit in water gezet en de iep opnieuw opgepot.’ Maar ook dat bood geen soelaas en ik nam mijn toevlucht tot boerenwormkruid, Tanacetum: ‘… daar schijnen ze niet zo van te houden’. Weken later was het euvel nog steeds niet verholpen en kreeg ik advies van een vriendin: “Honing met gist!” In juni maakte ik melding van een bedwongen mierenplaag in de Chinese iep die toen nog in een grote bak stond. Daar had ik meerdere ‘recepten’ voor aangewend: behalve de honing met gist ook munt, oost-indische kers en boerenwormkruid. En dat alles in één pot! Soms deins je nergens voor terug. 

Oenothera, still going strong ...
Boerenwormkruid heb ik al lang niet meer. ‘Geel’ moest plaats maken voor paars en rose, geel was ‘uit’. Maar dan wel met in ieder geval één uitzondering: de Oenothera ofwel teunisbloem. Een eigengereid typetje, dat gáát voor haar ‘minute of fame’: ’s avonds, tegen een uur of tien, als de rest van de beplanting in rust is, pakt zij haar moment en draaien de bloemknoppen blaadje voor blaadje open. Dan komt ook de frisse citroengeur vrij die nachtvlinders aantrekt. En mij natuurlijk. 
Maar nu nog even niet. 

TUINKALENDER


TUINKALENDER


 Goede tijden, slechte tijden: een tuin behoeft altijd onderhoud. 

 Begin met het opladen van snoerloze elektrische hulpmiddelen, zoals een heggenschaar. 

 Wacht een zonloze dag af voor het snoeien van buxus: haag of bolletje? 


 Het gras kan weer gemaaid worden: de groei zit er goed in nu.

 Half mei mogen de binnen overwinterde potplanten naar buiten. Eerst afharden! 

 Geniet van het getsjilp en gefladder van de vogels en dat niet alleen: het zijn slakkeneters bij uitstek! 


 Daar krijgen ze het warm van: zorg elke dag voor een fris bad.


 Strooi gedroogd koffiedik op plaatsen waar je liever geen katten aantreft. 

 Houd het water in de vijver op peil en wind de algen om een stokje. 

 Controleer je compostbak: is er al compost rijp voor verspreiding? Liefst na een flinke regenbui. 

 Snoei de hagen. Liguster en taxus kan altijd, haagbeuk en beuk vóór de langste dag. 

 Geef potplanten op tijd water met regelmatig wat vloeibare mest. 


Pulmonaria, longkruid
 Steun de fladderaars en de zoemers: plant vlinder- en bijenplanten zoals Pulmonaria, longkruid, of de klimplant Parthenocissus, wilde wingerd. Of nóg groter: Rhamnus frangula, vuil- of bijenboom!

Juni 2020