dinsdag 9 augustus 2022

OVER MAAIEN EN GRAAIEN - IN DE BOEKENKAST

In míjn tuin...... 

is het eigenlijk alleen maar een ‘komen’ en zelden een ‘gaan’ van planten, struikgewas en boompjes. Maar de meidoorn was onomstotelijk dood, dus die hebben we afgevoerd. Het nieuwe uitzicht wende snel; er komt geen vervanger. De omgekomen boom ging met zijn stam schuil achter een twee meter hoog laurierblok - dat kan nu doorgroeien. Dit alles ‘op het noorden’, dus voor ons aantal zonuren maakt het niets uit.  

Toen ook de laatste meidoornmootjes netjes waren opgeruimd en de temperatuur buiten daalde, wist ik binnen ook nog wel iets te doen. Onze kleinste slaapkamer is ingericht als ‘bibliotheek’ en goed voorzien van ter zake doende leeskost, op meerdere terreinen. Wel vaak gedateerd, maar voor ‘tuingerelateerd’ is dat geen probleem.

Mijn tuinboekenverzameling ...
                                                         ten dele ...

Overigens staan de meeste tuinboeken nog altijd voor het grijpen, beneden in de inmiddels volgepropte boekenwand. Vijf planken in de eerste kast zijn volgestouwd met nog meer ‘tuinliteratuur’. En nee, daar mag niets van weg! Mijn laatste aanwinst, uit de inbrengwinkel, is het boek ‘De bonte berm’, De rijke flora en fauna langs onze wegen, van Dr. P. Zonderwijk, deskundige op het gebied van de wilde flora met bijbehorend insectenleven, uitgegeven in 1979! Dat ga ik fijn buiten lezen, in mijn bonte ‘geïnsecteerde’ tuin met ook best wel rijke flora en fauna! 

Wat blijkt: de geschiedenis herhaalt zich. De schrijver vertelt hoe in de jaren ’50 en ’60 ‘… de bermen in principe weinig kruidenrijk mochten zijn en het gras uit netheidsoverwegingen kort moest worden gehouden’ én dat ‘… deze principes steeds meer worden verlaten. Een kleurige, bloemrijke berm is dan ook in vele opzichten aantrekkelijker.’ Toch zijn in de decennia daarna de grasmaaiers regelmatig ingezet, langs straten en snelwegen, om de grasstroken laag te houden.

Maar nu blijkt er dan alsnog sprake van voortschrijdend en (hopelijk) blijvend inzicht: onze bermen worden aanzienlijk minder vaak geschoren; ze bloeien dat het een lieve lust is! Nier iedereen zal blij zijn met deze 'wildgroei', smaken verschillen, maar voor je het weet is het weer winter, trekken de insecten zich terug en zal het gras niet meer groeien. Zo is er elk seizoen voor elk wat wils, mens en diertjes. 

Ooit hadden wij ook gras in onze tuin, ‘... omdat dat zo lekker zacht is voor mollige babypootjes schreef ik, maar dat zijn inmiddels allemaal lange benen geworden die zich nu al decennia in een eigen tuin voortbewegen, met of zonder grasmaaier. Het doet mij groot genoegen om hen bezig te zien ... in hún tuin!


DIE MOOIE ZOMER

 Heggenmussen

’t Is nog niet voorbij, die mooie zomer, die begon zowat in mei (vrij naar Gerard Cox, 1973), maar het eind komt wel in zicht, van ‘… haringgeur vermengd met zonnebrand’!

Het waren mooie tijden, in de jaren ’70. Nog steeds is de zomer voor velen de mooiste van de vier jaargetijden. Lang licht, lekker warm, met je hele hebben en houden in de zon, op vakantie, de tuin op zijn best, al dan niet lange fietstochtjes en wandelingen in de omgeving, en vooral ook lange avonden op het terras - want binnen zitten kan altijd nog, als het tóch gaat regenen.

Toch is het niet alleen maar luieren, wat de klok slaat. Een tuin behoeft altijd onderhoud. Dat klinkt als een tegeltjeswijsheid, maar daar kun je je tuin niet mee opzadelen. In het groen is altijd wat te doen en nee, het licht springt er niet op rood, dus moet je zelf je plantjes in de gaten houden. Sproeien is een heikel punt - we moeten zuinig zijn met ons schone drinkwater. Wie nog (steeds) geen regenton heeft moet daar misschien eens over nadenken. Het scheelt zo een paar honderd liter schoon drinkwater, op jaarbasis. Bovendien is je regenwater altijd precies op de goede temperatuur; nooit te koud. Planten tonen geen schrikreactie, maar dat wil niet zeggen dat ze geen last hebben van zo’n straal koud water. En de gieter is met één keer ‘dompelen’ vol - het scheelt dus ook nog in tijd. Zo, nu heb ik alle voordelen wel weer gehad: op naar de tuin/bouwmarkt voor een degelijke regenton! (Wèl met een aftapkraantje onderaan voor als het onvermijdelijk winter wordt!)

Een plaatje van een regenton!

En nu je er toch bent is natuurlijk de verleiding niet te weerstaan om nog eens rond te neuzen op de plantenafdeling. De zomerbloeiers doen het nog best - misschien wil je daar wel wat meer van hebben. Of toch liever herfstbloeiers: daarmee blijft je tuin ook straks nog wekenlang fleurig. 

De naam ‘herfstasters’ klinkt nu nog wel wat treurig; zoiets als de ‘nazit’ op een al dan niet geslaagd feestje. Al een paar lampen uit en een aanrecht vol afwas omdat je eerder vergeten had de vaatwasser aan te zetten. Zoiets. Maar dat is heel persoonlijk.

Nee, met herfstasters is niets mis, net zo  min als met herfstanemonen. Deze laatste zijn misschien iets rustiger van kleur, in wit en (zacht)roze. Met astertjes, van licht- naar donkerblauw, zacht- naar hardroze en wit naar paars kun je accenten aanbrengen; de vrolijke noot in een tuin ‘op zijn retour’!

Herfstaster, ook in trek bij koolwitjes

Maar de hoofdrol is nog altijd weggelegd voor de ‘groenblijvers’. En gras is wel groen, onder mijne voeten, maar van vrij weinig betekenis voor de instandhouding van ons insectenvolkje. Exit het gazon! De serieuze groenblijvers zijn dus van groot belang, voor elk formaat tuin. Voor je eigen uitzicht en privacy, ja zeker, maar óók voor de beestjes die jouw natuurgebiedje frequenteren. En dan heb ik het niet alleen over de vogels, maar ook over de in het gebladerte opererende insecten als vliegen, luizen, wespen, bijen, kevertjes en nog heel veel andere diertjes met vleugeltjes. Of pootjes. Wel eens gehoord van de ‘buikpotigen’? Dat zijn dus slakken! Ze beschikken over een gespierde onderzijde, hun ‘buik’, en verplaatsen zich door deze spieren afwisselend aan te spannen en ‘los’ te laten. Doe ze dat maar eens na - insmeren met groene zeep is wat mij betreft toegestaan!

Vliegen en wat dies meer zij op klimop en ...

 slakkenfeest op mijn sla!
 

 






Terug naar de groenblijvers en ik kan het niet vaak genoeg adviserend herhalen. Want hoewel ik me soms afvraag of mijn tuin niet té groen is, voel ik me er zéker goed bij. Onderzoek heeft uitgewezen dat bewoners van een groene buurt zich gezonder voelen dan mensen met weinig groen in de omgeving.

Sedum spurium, het hele jaar groen;
niets aan te doen!

En het hoeft niet altijd een bóóm van een plant te zijn. Kies bodembedekkers als sedum spurium, mansoren, pachysandra terminalis (die toch het eeuwige leven lijkt te hebben), of taxus, laurier en klimop en geniet van groen, groener, groenst! Niet alleen in de zomer, maar het hele jaar - zònder maaien!

TUINKALENDER AUGUSTUS/SEPTEMBER

 TUINKALENDER         

 

 Wees zuinig met (kraan)water en gebruik zoveel mogelijk het water uit de regenton.

 Begiet de planten die het nodig hebben liefst vroeg in de ochtend.

 Dorre bladeren krijgen een nieuwe toekomst in het compostvat.

 Dat geldt ook voor uitgebloeide bloemen: afknippen en composteren.

► En wat later blij zijn met de ‘tweede bloei’.

 Plaats op tijd steunstokken bij hoog opgroeiende planten.

 Op vakantie? Laat je tuin verzorgd én met een verzorger/ster achter - rijp fruit is in die weken voor de ‘oppas’!

 Eind augustus, begin september taxus en hulst snoeien. 

 Andere hagen eind september snoeien: zo gaan ze strak de winter in.

 In de moestuin kan geoogst worden: loon naar werken!

 Én ruimte voor de aanplant van wintergroenten zoals boerenkool!

 Vogels zijn uitgebroed: tijd om de nestkasten schoon te maken:

hun slaaphuis in de winter. 

 Vul eind september lege plekken met herfstbloeiers, asters bijvoorbeeld.

 En maai het gras dan niet meer zo kort.

 Maar in september kun je ook over de winter heen kijken en voorjaarsbolletjes planten!

 Maar nu eerst nog genieten van een mooie zomer!