woensdag 12 juni 2024

NIEUWE ARTIKELEN



Een Gehakkelde Aurelia is geland op een blad van de laurier

Nieuwe artikelen verschijnen in augustus, wanneer het nog volop zomer is en we ook regelmatig onze planten van water zullen moeten voorzien. Doe dat wel met beleid - het gaat om drinkwater. Als je nog geen regenton(nen) hebt loont het echt de moeite om er een aan te schaffen en  aan te sluiten op de afvoer van de dakgoot. Zo bespaar je vele liters schoon drinkwater en (afgezien van de kosten  van de regenton) een aanzienlijk bedrag op je waterverbruik.  


ALLES KAN WACHTEN ...

 In míjn tuin...

... kon ik al vroeg in het seizoen genieten van de meest trouwe bezoekers hier: het vogelvolkje! Met als altijd de mussen op de eerste rang, die zij met felle snaveluithalen naar ander gevogelte, maar zo nodig ook familieleden, verdedigden. Jongens, jongens, hoor ik mijzelf dan mompelen, kan dat nou niet anders? Maar zo gaat dat nu eenmaal in de natuur. Daar moet je je niet mee bemoeien. En zolang ik geen dood gevogelte aantref tussen de opgewekte bloeiers daar buiten zal het wel niet zo’n vaart lopen dan wel vliegen. Ze redden zich prima en zo kan ik fijn aan de slag met mijn zwijgzame planten die onverstoorbaar doorgaan met groeien en bloeien. En bij twijfel (doet-ie het nog of doet-ie het niet?) nog even rustig afwachten. Verhuizen naar het compostvat kan altijd nog.

Bad en breakfast voor hongerige mussen

In de aanloop naar de zomer ben ik ook heel wat uurtjes doorgekomen met aangename tuinliteratuur. Zoals het in 2008 verschenen boek van Romke van de Kaa met de geruststellende titel ‘Alles kan wachten’. Als íets mij aanspreekt dan is het dàt wel! En dan ook nog 253 pagina’s lang! Al 16 jaar voor het grijpen in de boekenkast en nog steeds een lust om te lezen. Net als de overige acht boeken van zijn schrijvershand die daar ook staan, tussen nog veel meer tuinliteratuur.

                           Onze blauwebessenstruik; nog even geduld!

Maar hoe leuk en leerzaam die literatuur ook is, uiteindelijk gaat er natuurlijk niets boven ‘in het echt’ bezig zijn met je planten. Was het vroeger nog wel eens spannend, na de winter, of al je planten de kou hadden overleefd, nu hoeven we ons daar geen zorgen meer over te maken. Het is één blij weerzien met de vertrouwde bloeiers in de tuin, de bloesem in het appelboompje en de frêle bloemetjes in de blauwebessenstruik. En dan de hazelaar: gele katjes bungelen zachtjes in de wind en hoewel deze struik in mijn omgeving, voor zover ik weet, waarschijnlijk de enige is, kunnen we er na de zomer toch altijd hazelnoten van oogsten. 

Over geel gesproken: al wekenlang lag er een zakje klaar met zaadjes van de ‘Dwerg zonnebloem’, Helianthus annuus, die niet verder rijkt dan een hoogte van 60 cm. Die kun je op je hurken zó in de mooie bruine ogen kijken! Zaaien kan al in maart, dan volgt de bloei in juni. Zaai je in juni, dan rijkt de bloei tot en met oktober! Daar is ook iets voor te zeggen. Mijn keuze is gevallen op dat laatste: tot en met oktober zon in mijn tuin!

NOOIT MEER MAAIEN!

Heggenmussen

Ooit hadden wij een (bescheiden) gazon en op warme dagen was het daarop aangenaam zonnebaden, maar zoveel grassprieten, allemaal in dezelfde uitvoering, is uiteindelijk toch wel wat saai. Inmiddels doen we al heel lang niet meer aan zonnebaden en hebben we de sprieten, ook al heel lang geleden, ‘omgeschopt’. O, dat klinkt niet erg aardig, maar het moest nu eenmaal met een schop, en vervolgens is de tuin voorzien van fleurige bloembollen in het voorjaar, een mooie verzameling vaste planten in de zomer, laatbloeiers in de herfst en opgroeiende groenblijvers in alle seizoenen. En hier en daar nog wat struikgewas. Niet meer maaien; nooit spijt van gehad.

Zo’n tuin geeft ook ruimte om wat te experimenteren met kleuren en bijvoorbeeld hoogteverschillen. Daarmee bedoel ik de uiteindelijke hoogte van de beplanting, hier op het Groninger platteland. Het hoeft niet altijd van laag naar hoog over de hele breedte of lengte, naargelang de afmetingen van de tuin. Een haagje of grote struik ergens halverwege (bij voorkeur groenblijvend) maakt het geheel interessanter: wat is daarachter te zien? Bezoek: ‘O! een compostbak … die zou ik ook moeten hebben!’ 

Groninger Kroon: appels!
Terug naar de beplanting: ook leuk als er in de zomer iets te plukken valt! En dan heb ik het niet over bloemen maar over een appelboom(pje), zoals mijn Groninger Kroon, in het voorjaar getooid met roze/witte bloempjes, nog een ander appelboompje ‘op stam’ waarvan ik de naam niet meer weet en een blauwe bessenstruik. Misschien nog wat rode tomatenstruikjes? Of een miniveldje aardbeien? Bijvoorbeeld. Tomatenplanten zijn verkrijgbaar in drie soorten: stam-, struik- en dwergstruiktomaten! Had ik er de ruimte voor (én voldoende afnemers) dan zou ik ze alle drie planten. Maar helaas, zoveel kan ik ook niet meer kwijt in mijn dichtbegroeide buitenruimte. Dan ligt de keuze voor de stamtomaat hier het meest voor de hand - en één is wel genoeg, voor een tweepersoons huishouden.


Inmiddels wat tientallen jaren geleden groeide en bloeide er boven ons terras in de voortuin een druif. Mooi verdeeld over twee metalen ‘draden’. Een cadeau van mijn vader die deze druif persoonlijk kwam planten. We hebben er meerdere decennia plezier van gehad, maar zoals aan alles kwam ook aan de productie van deze druif een einde. Hij is nu vervangen door een Clematis armandii, weliswaar vruchteloos, maar groen in alle seizoenen en dat is ook wat waard. Deze clematis werd vernoemd naar een Franse missiepater, Armand David, tevens dier- en plantkundige, die in de 19e eeuw in China planten verzamelde. Tot op de dag van vandaag doen wij er ons voordeel mee. 

Zo hingen de druiventrossen boven ons terras: voor het grijpen!
Na vele productieve jaren is de druif van mijn vader vervangen
door een clematis Armandii. Niet eetbaar, wel ongrijpbaar...

Waar ik  ook al  een aantal   jaren blij mee ben is de  eerder genoemde blauwe bessenstruik.  Eigenlijk heb  je geen  idee  van de  leeftijd die  dit soort struiken kunnen bereiken. Maar  tot nu toe produceert  de  onze voortreffelijk. Zijn oogst doet  niet onder voor  de blauwe bessen uit de supermarkt. En verser dan uit je eigen  tuin kun  je  ze niet  krijgen. Tenminste: in de zomer. We moeten dus nog even geduld hebben.

... en hopen dat de merel en andere gevleugelde vriendjes 
nog wat blauwe bessen voor ons over laten ...

Vroeger, inmiddels héél lang geleden, werden groenten en fruit ingemaakt ofwel ‘geweckt’ in glazen weckpotten. Mijn moeder schakelde daarbij haar twee dochters, toen nog kinderen, in om samen fruit en groenten te wassen, waar nodig te schillen, en te verdelen over de glazen weckpotten die vervolgens buiten in een grote ketel op een brander werden gezet om, ja, waarom eigenlijk? Hermetisch gesloten te worden waarschijnlijk. Ik was altijd blij als de klus geklaard was. De ketel is uiteindelijk bij mij terechtgekomen. Qua ‘inmaak’ was dat niet terecht; hij slijt zijn dagen naast onze regenton - als extra waterreservoir, want aan appels of blauwe bessen ‘wecken’ ben ik nooit begonnen.

Dat hoeft ook niet. Wij leven in een andere tijd, waarin alles altijd en overal verkrijgbaar is. Grote koelhuizen houden wat wij nodig hebben vers en zelf slaan we eetwaar op in onze vriezers.

Maar toch is het nog altijd leuk om iets ‘eetbaars’ te planten. Straks nog even naar buiten: kijken of er al beweging zit in de groei! De blauwe bessenstruik oogt veelbelovend, de bloesem in het appelboompje bloeit uitbundig in lief roze - en geduld is een schone zaak …

TUINKALENDER JUNI-JULI


 

TUINKALENDER

 Buiten is het groen en je ziet de groei: steun planten en struiken die dat nodig hebben.

 Maar snoei ook; wacht met snoeien van buxus op een bewolkte dag met liefst ook regenachtig weer.

 Toch gesnoeid in de zon? Dek de buxus dan af, bijvoorbeeld met een laken.

 Nog meer snoeiwerk: tot 15 juni de haagbeuk (Carpinus betulus).

 Na 15 juni: buxus, taxus en beuk (Fagus sylvatica).

 Heel juni: de cipres (Cupressocyparis leylandii).

 Eind juni, begin juli: hulst (Ilex) en laurierkers (Prunus laurocerasus).

 Liguster vanaf april tot oktober, dus ook in de zomermaanden juni en juli.

 Knipwerk: sedum, eupatorium en phlox halveren bevordert een stevige bloei.

 Stek de knipsels in een potje potgrond - niet in de zon zetten!

 Regen of niet: potplanten hebben dagelijks water nodig en wekelijks vloeibare mest.

 Ook dorstig en niet vies van een schoon bad: het vogelvolk.

 Bloemen die zichtbaar uitgebloeid zijn verwijderen.

 En dan een mooi plekje in je tuin opzoeken om te genieten van de aanblik; morgen is er weer een (zomer)dag.

maandag 27 mei 2024

NIEUWE ARTIKELEN

 



Nieuwe  artikelen verschijnen  in  juni,  de
maand waarin de  zomer zijn intrede doet
en we tot  l
aat  in de  avond genieten  van
al  die  planten waar we zorg aan besteed
hebben  en  die   ons nu belonen met vele
kleuren groen en nog  zoveel meer mooie
zomerse  kleuren. Maar nu eerst genieten
van een vrolijk voorjaar, waarin het bollen-
goed  zich  van  zijn  beste kant laat zien -
geniet ervan, met volle teugen!

donderdag 4 april 2024

Gedoogbeleid

 In míjn tuin...

... heb  ik in wat  afgelopen  jaren een ‘gedoogbeleid’ gevoerd.  Ik zit hier  in mijn eigen regering, dus dat moet kunnen. Maar als je  ziet hoe complex regeren is lijkt het me nu toch beter om de  schop maar ter hand te nemen, niet meer te gedogen en aan  de slag te  gaan met een flinke opknapbeurt. De planten die uit eigen beweging rond mijn blauwe bessenstruik waren opgekomen zijn inmiddels met wortel en al afgevoerd. Een kloek begin van de metamorfose, die door ons natte klimaat helaas een tijdje ‘in de ijskast’ moest worden gezet. Vervolgens is de grond rond deze struik met een paar grote zakken tuinaarde weer op een aanvaardbaar niveau gebracht. Zo kan er begonnen worden met een nieuwe invulling van dit stukje tuin dat oorspronkelijk bedoeld was om er meer eetbare waar te verbouwen.

De voorkeur gaat nu uit naar een groenblijvende beplanting die geen onderhoud vraagt. Daarvan heb ik al twee soorten sinds jaar en dag langs het terras staan: asarum, ofwel mansoor, en pachysandra terminalis, een lid van de buxusfamilie. Dat zal dan waarschijnlijk een verre neef zijn want gelijkenis met buxus is hier ver te zoeken. Asarum, mansoor, is een laag- en groenblijvend plantje met kronkelende steeltjes en inderdaad oorvormige blaadjes. Het ‘mansoor’ wordt ook wel wilde gember genoemd, of zelfs hazelwortel, en stamt uit de pijpbloemfamilie; waarschijnlijk een bloemenfamilie met veel rokers. Een plek in de schaduw wordt op prijs gesteld. Die schaduw zal in mijn geval vooral van de blauwebessenstruik moeten komen tot de zon zich tegen het middaguur verplaatst heeft naar de voortuin.


Mansoor ofwel Asarum

En ook daar word ik geconfronteerd met achterstallig onderhoud. Stukje bij beetje neem ik de tuin onderhanden. Niet twijfelen bij halfvergane struikjes; afvoeren en blij zijn met de ruimte voor nieuwe kansen met nieuwe struikjes. En daarbij ook praktisch te werk gaan. Planten die het nog steeds goed doen splitsen en weer terugzetten: meer van mooi, Planten die het de vorige zomer lieten afweten moeten vervangen worden.

Maar het is sowieso elk jaar weer leuk om een tuinplantenverkoper te bezoeken. Wie planten afvoert moet nieuwe aanvoeren - dat is gewoon een verplichting voor jezelf én voor het leven in de brouwerij van je tuin. Het is weliswaar nog wat vroeg om daarmee te beginnen, maar binnenkort zal het aanbod maximaal zijn; dan moeten we er echt op uit!

Tijd dus om naar buiten te gaan, gewapend met papier en potlood, om een verlanglijstje te maken - mede namens mijn tuin!

VOORJAAR IN AANTOCHT!

Heggenmussen

We hebben er best lang naar uitgekeken, met in februari ook nog een dag extra, maar nu komt het voorjaar toch echt in beeld. Maart roerde nog even zijn staart en april is soms wat twijfelachtig, met doen wat hij wil. Maar wij kunnen zelf wel uitmaken wat we willen. Gewoon naar buiten, met een (verlang)lijstje met de namen van planten die we helaas moeten vervangen en natuurlijk ook van planten die we er graag nog bij willen hebben. Want zo gaat dat met tuiniers: we zijn de menselijke variant van Rupsje Nooitgenoeg.

Wat bloeit er in april? Het fluitenkruid, Anthriscus sylvestris, neemt deze maand het voortouw en kleurt de bermen wit. Maak er een boeket mee en verzamel de zaden: dan floreren ze volgend jaar in je eigen tuin, tussen de vaste planten die óók nu in bloei komen, zoals de kievitsbloemen en de kerstrozen. Laat je fantasie de vrije loop en verspreid de planten over de hele tuin. Nieuwe bolgewassen mogen ook meedoen!

Kerstrozen in bloei
Je kunt het ook eerst uitproberen in een deel van de tuin en het heeft natuurlijk ook wat tijd nodig om tot een mooi eindresultaat te komen. Een kleurenschema is niet nodig, het mag ook ‘gespikkeld’ zijn. Natuurlijk hoef je voor zo’n experiment niet meteen je hele tuin overhoop te halen. 

De planten die als eerste in beeld komen voor dit experiment zijn de bolgewassen. Die kun je na de bloei per stuk uitgraven en verdelen over de tuin met één tot hooguit drie bollen bij elkaar. Om bij het planten van nieuwe gegadigden de bollen niet te beschadigen is het handig om er een houtje bij te steken. Zo nodig kun je de houtjes nummeren en noteren waar welke bolsoort geplant is. Maar het is niet ‘bolgoed al goed’.

Ook vaste planten kun je nu voorzichtig opgraven, splitsen en verdelen over de hele tuin. Niet teveel van dezelfde kleur bij elkaar en niet teveel van dezelfde soort! De hoogte van de planten mag wèl een rol spelen. Verdeel eerst de hoogste exemplaren over het hele tuinoppervlak. En doe dat vervolgens met de lagere planten. Deze categorie bij voorkeur ook langs de randen van je tuin. Wissel ze af met kruipertjes en bodembedekkers die zich óók tussen de vaste planten mogen begeven. Tot zover!

Want ook zonder al die opgravingen is er genoeg te doen, na de winter. Vorstschade is weliswaar niet of nauwelijks voorgekomen, maar het staat nog niet vast dat dit in de komende winters ook het geval zal zijn. Misschien moeten we ons nog niet laten verleiden tot een grootschalige aanschaf van vorstgevoelige planten - maar een béétje uitproberen moet kunnen.

Verbena bonariensis, ijzerhard, krijgt bezoek van een vlinder

Zoals met de categorie matig winterharde planten ofwel winterhard gedurende een korte en niet te strenge vorstperiode. Daaronder vallen de blauwe treurceder en de portugese laurierkers, maar ook salie, lampepoetsergras (Pennisetum alopecuroides) en  ijzerhard  (Verbena  bonariensis). Je kunt zelfs experimenteren met een perzikplant; die is ook hier in Nederland vorstbestendig, mits geplant in de volle grond. Denk je eens in: perziken, zomaar in je eigen tuin! 

Het lampepoetsergras heeft overigens niets te maken met lampen en poetsen en ook niet met gras. De brede bladeren verkleuren van donkerrood naar grijsgroen. Ook mooi aan deze plant is de lange bloeitijd: van mei-juni tot maar liefst in de herfst. Daar heb je dus meer dan de hele zomer plezier van.

En heb je wel eens gehoord van ‘windbloemen’? Dat zijn anemonen: ze hebben aan een zuchtje wind al genoeg om in beweging te komen. De familie ‘Anemonen’ is behoorlijk uitgebreid: er kan gekozen worden uit maar liefst 120 soorten. Anemone coronaria is met 25 centimeter de grootste in deze familie - toch een bescheiden afmeting. De kleuren van de bloemen variëren van donkerblauw, rood en roze tot wit. Als je er veel van hebt kun je ze ook promoveren tot ‘snijbloem’, maar zelf zou ik deze windbloemen fijn vanuit de tuin naar mij laten (z)waaien.

Kom, we gaan er weer op uit!

TUINKALENDER APRIL-MEI


TUINKALENDER

 Nachtvorst kan in april en zelfs in mei nog steeds voorkomen. Houd daar rekening mee en dek vorstgevoelige planten zo nodig af.

 Verzamel de nog achtergebleven afgevallen bladeren en laat ze betijen in het compostvat.

► Maar begin ook met inventariseren: welke planten hebben de afgelopen natte winter niet overleefd?

 Worden ze vervangen door dezelfde soort of kiezen we voor vorst- en regenbestendig-heid? 

Groninger Kroontjes
 Heb je nog niets eetbaars in je tuin, ga er dan nu op uit. Een appel- of perenboom(pje), bessenstruiken, een hazelaar: verser kun je deze vruchten niet krijgen. 

 Ook groenten kun je al in april buiten planten: broccoli, rode kool, spitskool, om er een paar te noemen.

 En niet te vergeten: pompeuze pompoenen!

 Binnen voorzaaien kan ook eerder: papavers, korenbloemen, zonnebloemen, mais, noem maar op.

Korenbloemen!
 In april mogen alle ‘voorgezaaiden’ naar buiten; met de potplantjes kun je gemakkelijk de beste plekken aangeven.

 Reserveer ook ruimte voor kruiden zoals basilicum, peterselie en tijm. Voorzaaien of kant en klaar in (bloem)potjes kopen.

Zaai in mei ter plekke de radijzen, worteltjes, bietjes en uien.

 Nu kunnen ook vaste planten rechtstreeks gezaaid worden zoals zonnebloemen, korenbloemen en goudsbloemen.

En niet te vergeten kruiden: basilicum, peterselie, bieslook, lavas (maggiplant) en anijs.

 En laat nog wat nestmateriaal voor het vogelvolkje liggen!

vrijdag 2 februari 2024

NIEUWE ARTIKELEN

                     

         
                         
                              Nieuwe  artikelen verschijnen in april wanneer
                              het  weer volop lente  is. Langzaam, maar wel
                              zeker, komt onze tuin tot leven. We gaan naar 
                              buiten: voor  een inventarisatie  van  ons tuin-
                              plantenbestand. Het heeft weliswaar niet hard 
                              gevroren in de afgelopen  winter, maar  er kan 
                              zo  hier en daar toch vorstschade  zijn en daar 
                              moeten we iets aan doen. Zoals op zoek gaan
                              naar vorstbestendige vervangers. Want de op-
                              warming  van de aarde  is geen  garantie voor
                              een winter zonder vorst. En iets nieuws planten
                              vinden alle tuiniers leuk; óp naar het voorjaar!

Plannen maken

In míjn tuin...

...  hebben alle planten de winter overleefd, voor zover je tegenwoordig nog kunt spreken van een winter. Het is nu meer een regenseizoen - een voortzetting van de herfst die hopelijk tot stilstand komt met het aanbreken van de lente. Ik zie daar nu misschien nog meer naar uit dan ‘vroeger’. Je drijfnatte tuin bekijken door drijfnatte ramen is niet iets om vrolijk van te worden. Maar zo te zien hebben mijn planten nog steeds geen last van wateróverlast - uiteindelijk zal het dus wel goedkomen.


Onze blauwe bessenstruik: die blijft natuurlijk!

Wat ondertussen onder alle weersomstandigheden kan is plannen maken voor aanpassingen. Waar wij ooit een vijvertje hadden heb ik wat jaren geleden een moestuintje aangelegd met in het midden een verhoogd bedje voor mijn blauwe bessenstruik. In de afgelopen jaren is het moestuintje met blauwe bessen en al flink verzakt, wat het uitzicht op dat stukje tuin niet ten goede komt. Bovendien heb ik er ook al heel lang geen ‘moes’ meer geplant en dus wordt het tijd voor een nieuwe aanpak.

Om te beginnen zakken tuingrond inslaan, acht of voor de zekerheid tien, want grond klinkt altijd in en het is fijn om bij zo’n klus zonder boodschappenoponthoud door te kunnen werken. Dan al die kiezelstenen verzamelen, handje voor handje. En waar laat je ze? Toch maar bewaren: in een lege zak van de nieuwe tuingrond. Het liefst zou ik morgen al beginnen, met de uitvoering van mijn plannen. Maar ik zal er toch nog even mee moeten wachten, tot aan dit huidige langdurig regenseizoen een einde komt. Wat intussen misschien ook ruimte biedt voor eventueel nóg meer ideeën!

De klimop in betere tijden, drukbezocht door het vliegenvolkje

Zo is onze ooit dichtbegroeide afscheiding achter in de tuin in de loop van jaren vrijwel alle begroeiing kwijtgeraakt. De klimop daar heeft het inmiddels flink laten afweten. In het afgelopen jaar heb ik er kleine klimopstekjes tussen geplant en langere takken aangebonden, maar dat schiet letterlijk niet op natuurlijk. Nu overweeg ik toch om er goed bewortelde kant-en-klare klimop tussen te planten, gezellig dicht op elkaar, die ook al aangebonden kan worden. Het is weliswaar altijd fijn om iets te hebben waar je naar uit kunt kijken, maar het moet natuurlijk niet te lang duren. Zó hard groeit klimop nou ook weer niet. Dus staat deze plant genoteerd voor het eerste bezoek van dit jaar aan een tuincentrum. Het liefst ging ik er vandaag nog naartoe, maar de regen is spelbederver. Gelukkig lopen planten niet weg en die regen houdt  wel weer op; éérst opruimen, in mijn tuin …

FEBRUARI EN DE STAART VAN MAART

Heggenmussen

Februari is een fijne maand; duurt dit jaar weliswaar een dag langer, maar brengt ons toch vlot bij maart, die roert met zijn staart en ons op zijn beurt dichter brengt bij april, die dan weer doet wat ie wil. Zo struinen wij, voor je het weet, door onze ontluikende tuinen! Na een zachte winter zonder vorstschade voor onze planten is het fijn om op een droge dag weer eens een ‘rondje tuin’ te doen. De bladeren die sinds de afgelopen herfst onze tuinen bedekken kunnen nu bij elkaar geharkt/geveegd worden om vervolgens een bijdrage te leveren aan het groenafval. Ze worden gerecycled tot compost en biogas. En zelf glijd je niet meer uit over al dat natte blad. 

Klein maar fijn: sneeuwklokjes!

Er is nog niet veel nieuwe groei te zien, maar genoeg om een indruk te krijgen van hoe het weer gaat worden. Wat bloeit er in februari? Veel bolgewassen komen in februari al in bloei, zoals sneeuwklokjes, narcissen, blauwe druifjes en tulpen, maar ook struiken: forsythia’s en de bladloze ofwel naakte winterjasmijn (Jasminum nudiflorum), de hazelaar (Corylus avellana) en de ‘sneeuwballen’ (Viburnum bodnantense ‘Dawn’ en Viburnum tinus). Viburnum bodnantense ‘Dawn’ bloeit geurend van november tot in maart. Ook het nieskruid (Helleborus) draagt een steentje bij. Zelf hoefde ik nog nooit te niezen bij dit kruid, maar ik heb dan ook nooit de behoefte gehad om delen van deze plant fijn te wrijven. Dát is namelijk de veroorzaker van een niesbui. 

Corylus avellana, hazelaar

Nog een mooie bloeier is de hazelaar, Corylus avellana, die al in de winter en als eerste (!) bloeiende katjes heeft. De hazelaar valt in de categorie ‘naaktbloeier’ omdat de bloemetjes eerder verschijnen dan de nieuwe blaadjes. En hazelnoten in je eigen tuin: wie wil dat niet?! Ik moet er wel even bij zeggen dat de opbrengst van mijn eigen struik niet veel voorstelt. Aanvankelijk dacht ik dat óf de vrouwelijke óf de mannelijke variant van mijn hazelaar ontbrak en dat dat de oorzaak was van mijn hazelnotentekort. Maar nu ik een en ander nog eens nalees op internet blijkt de hazelaar eenhuizig te zijn: de mannetjes en de vrouwtjes groeien samen aan dezelfde hazelaar! Eerst verschijnen de mannelijke katjes aan de takken, waar ze goed zichtbaar zijn omdat de bladeren nog moeten gaan groeien. Als de mannelijke katjes zijn uitgebloeid komen de vrouwelijke bloemen in beeld. Er zijn ook dan nog geen bladeren. Voor de voortplanting zorgt de wind: die neemt stuifmeel van een mannelijke bloem mee naar de ‘stempels’ van een vrouwelijke bloem. Maar de mannelijke en de vrouwelijke bloemen bloeien niet gelijktijdig; zelfbevruchting is zo niet mogelijk. Toch een ingenieuze voortplanting! Ik hoop de bloemetjes van de naaktbloeier in mijn tuin dit jaar waar te nemen, want uiteindelijk was het toch de bedoeling om hazelnoten uit eigen tuin te kraken. Zo nodig ben ik bereid om bij gebrek aan wind onze bladblazer in te zetten. Op een lage stand, dat wel. 

Helleborus niger, licht besneeuwd maar vol in bloei!

Ook mooi in het vroege voorjaar, in maart, zijn de kerstrozen, zoals Helleborus niger, die weliswaar voor de kerst echt te laat zijn, maar desondanks in geen enkele tuin mogen ontbreken. Ze zijn bestand tegen sneeuw en vorst en geven de voorkeur aan een plek in de halfschaduw, met ook wat zon dus. ‘Helleborus’ heeft meerdere Nederlandse namen: nieskruid, zelfs stinkend nieskruid, en ook nog heksenkruid. Daar moet de plant het dan maar mee doen. En mocht je in het najaar vergeten hebben om bloembollen te planten, dan kun je dat in het voorjaar alsnog doen met ‘bollen op pot’, ofwel opgepotte bollen. Ze worden in tuincentra bloeiend en wel aangeboden. Zo kun je precies zien wat je van dit bolgoed mag verwachten. Eenmaal uitgebloeid mogen ze, als het niet meer vriest, alsnog naar de tuin: ‘Tot volgend voorjaar!’

Bergenia, schoenlappersplant

Tot de voorjaarsbloeiende bolgewassen horen ook sneeuwklokjes, tulpen en blauwe druifjes, hyacinten en natuurlijk krokusjes. Ook vaste planten als kerstrozen, schoenlappersplanten en de kleine maagdenpalm kleuren al in maart onze tuinen!

Nog even geduld dus; het voorjaar komt in zicht! 

TUINKALENDER FEBRUARI-MAART 2024

TUINKALENDER

 Wees bedacht op nachtvorst - het kán nog - en dek kwetsbare tuinplanten dan af.

 Controleer het tuingereedschap: moet er nog iets geslepen of vervangen worden?

 Neem een pen en blocnote mee op een rondje door de tuin: is er nog ruimte voor iets nieuws?

 Maak dan een lijstje van je ‘hebbe’planten voor je naar het tuincentrum gaat, zodat je bij thuiskomst zeker genoeg ruimte hebt voor de nieuwkomers.

 Neem ook een zak potgrond mee: inderdaad, voor je stekjes.

 En aarzel niet om tegenvallende planten in je tuin te vervangen.

 Want je compostvat heb je niet voor niets.

 Als het niet meer vriest kun je de regenton(nen) weer vol laten regenen.

 En als de grond niet meer zo door en door nat is kun je nieuw bolgoed planten.

 Het is nog vroeg in het seizoen: tijd genoeg om tuinliteratuur door te nemen - en op goede ideeën te komen.

 Kijk voor meer inspiratie op vrijdagavond naar Gardener’s World, BBC 2.

 Binnenkort gaan de vogels weer nestelen: borstel je nestkastjes goed schoon.

 Ruim niet alle takjes en blaadjes op: nestmateriaal!

► Breng zo nodig gaas aan onder de nestkast, zodat die onbereikbaar is voor vogelvangers op vier pootjes.

 Heb je ook een badgelegenheid voor vogels? Dagelijks kijkplezier!

donderdag 7 december 2023

NIEUWE ARTIKELEN

 


Nieuwe  artikelen verschijnen in februari, in een
heel  nieuw jaar  waarin we nu écht onze goede
 voornemens in de praktijk gaan  uitvoeren en er 
in alle seizoenen het beste van gaan maken. In
 de voorbije  maanden was  er vooral veel regen,
 vergezeld  van  'een  flinke poest  wind'; niet  de 
ideale omstandigheden om eropuit te gaan of in
de  tuin nog iets  te doen. Laat maar waaien, op
 een dag gaat het over en gaan wij weer als van-
ouds aan de slag. Dáár kijken we naar uit!
 

KEUZESTRESS ...

In míjn tuin...

... heb ik nog lang kunnen nagenieten van de rozerood gekleurde blaadjes in de blauwe bessenstruik, een ‘eyecatcher’ tussen de vele tinten groen. Eerst aan de struik en daarna nog lang aan de voet van de struik. Mooi laten liggen! De herfst neemt veel - wat nog resteert is een toegift.

Blauwe be
ssen, zó voor het plukken

Het kale krentenboompje steekt met zijn fraaie vertakkinkjes (dit woord bij  scrabble vermijden om onenigheid te voorkomen!) mooi af tegen de grijzige luchten die in dit jaargetijde de boventoon voeren. Wordt het grijs deze winter nog ingeruild voor wit? Zullen we ooit nog een sneeuwpop kunnen ‘oprichten’ in onze tuin?

Internet weet alles, dus daar ging ik te rade. Er werden maar liefst 17 (zéventien!) voortekenen gemeld die duiden op sneeuwval. Zoals: de haren in de nek van koeien zijn dikker, ongebruikelijke hoeveelheden eikels zijn uit de eikenbomen gevallen en muizen gaan op zoek naar eten in onze huizen. Daar voeg ik dan nog aan toe: een gewaarschuwd mens telt voor twee. En dus staat onze sneeuwschuiver, al een paar jaar werkeloos, klaar om tuinpad en stoep beloopbaar te houden én ik heb twee extra sjaals paraat, want het zal dan ook wel koud zijn buiten.

Onze tuinplanten weten als altijd nog van niets - of eigenlijk: ze wachten gelaten af wanneer vorst en sneeuw zullen toeslaan. Maakt het verschil voor mijn riddersporen? Die zijn gewend om in de winter bovengronds af te sterven, waarna ze in het voorjaar opnieuw uitlopen. Misschien ziet mijn tuin volgend voorjaar wel blauw van de Delphiniums, de ridders! Daar kan ik toch moeilijk bezwaar tegen hebben. Als er maar genoeg ruimte overblijft voor al die andere ‘tuingenoten’.

Misschien maak ik me onnodig zorgen; er zijn geen twee jaren geweest met hetzelfde verloop. En er staat bij ons nog steeds een sneeuwschuiver in de garage. Wat roestig weliswaar, maar nog steeds geschikt om de oprit begaanbaar te maken.

En, eerlijk is eerlijk, in het voorjaar had het soms toch ook wel weer iets aardigs om bevroren planten te vervangen. Dé gelegenheid om de aanblik van je tuin te vernieuwen - we houden nu eenmaal van verandering.

Ooit ontsproten uit een tak uit de heg: ons ligusterboompje

Ooit trok ik een tak uit de ligusterhaag, met wortel en al, en plantte die in een grote bak, omringd met een groen- en laagblijvende plant met rode besjes. De liguster knipte ik tot een bolboompje. Maar het boompje gaat hard achteruit nu. Moet ik op zoek naar een nieuwe loot in de ligusterhaag - of nóg zo’n blauwe bessenstruik, de ‘eyecatcher’ in mijn tuin? 

NIETS MEER TE DOEN ... OF TÓCH?

Heggenmussen

Erithacus rubecula, roodborst

De laatste maand van het jaar en de eerste van het nieuwe jaar zijn meestal niet de aantrekkelijkste maanden om tijd in je tuin door te brengen. Nat, koud, glad, stormachtig en dan ook nog vroeg donker: we blijven lekker binnen. De tuin loopt niet weg. De vogels 'van stand' trouwens ook niet. Wat ik nog niet wist is dat er in vogelland onderscheid gemaakt wordt in drie categorieën: standvogels, trekvogels en 'deeltrekkers'. Van deze laatste categorie trotseert een deel onze winters terwijl het andere deel de wijk neemt naar warmere oorden. Zoals bijvoorbeeld roodborstjes: de mannetjes zijn kennelijk vorstbestendig, maar de vrouwtjes vliegen met het jonge grut zuidwaarts. Vinken en spreeuwen splitsen zich ook zo op wanneer de winter zich aandient. En daar blijft het niet bij. Graspiepers, kieviten, zanglijsters, boerenzwaluwen, spreeuwen en nog veel meer soorten laten ons in de steek. Hebben we dáár zo ons best voor gedaan om het ze hier naar de zin te maken?!

Gelukkig kunnen we onze broodkorstjes en zakken met vogelvoer toch wel kwijt in de komende tijd. Maar niet aan de kramsvogel en de koperwiek: zij hebben zich aangepast aan onze winters. In plaats van insecten kiezen ze nu voor onze bessen. Het is dus een goed idee om bessenstruiken niet helemáál leeg te plukken. Wij kunnen immers naar een winkel om onze honger te stillen.

Veel vogels uit het noorden van Europa trekken nu zuidwaarts, waaronder ook roodborstjes, die tot de agressiefste van alle zangvogels worden gerekend. Ze jagen ‘onze’ roodborstjes weg: vrouwtjes en jongen vooral. Maar heb je een tuin met (veel) ruimte en groenblijvende struiken én vogelvoer, dan wil het roodborstvrouwtje met haar gezin ook wel hier overwinteren.

Tot zover de verzorging van het vogelvolk in onze wintertuin. Nu de planten nog.

Hoe gaat de komende winter verlopen? Moeten we de potplanten naar binnen halen? Zijn er vaste planten in onze tuin die bescherming nodig hebben in verband met vorst? Of wordt het vooral een natte winter? Zo hier en daar worden tipjes van de wintersluier opgelicht. Het KNMI heeft al een idee van de weersomstandigheden in 2024: het zou zomaar het warmste jaar tot nu toe kunnen worden. Veroorzaker van deze temperatuurstijging is El Niño: ‘… een periodieke opwarming van oceaanwater.’ Aan het oppervlak soms wel drie graden Celsius meer dan voorheen. Maar Europa ligt vooralsnog buiten de invloed van de belangrijkste banen van El Niño. Het wordt dus waarschijnlijk een gewone Hollandse winter, met voor de zekerheid een zak natuurvriendelijke ‘dooikorrels’ bij de hand. Het ‘normale’ strooizout kan schade toebrengen aan metaal, asfalt en beton en brengt sommige watersoorten en dieren in gevaar. 

Onderzoekers van de Washington State University wilden óók een meer natuurvriendelijk middel en zagen dat door een chemische degradatie en natuurlijke gisting van druivenschillen het ijs sneller smolt en daarbij ook veel minder schade toebracht aan asfalt en beton. Ook zou deze oplossing minder schade toebrengen aan de natuur, en dan vooral aan nabijgelegen grondwateren of oppervlaktewateren. Goed nieuws voor de producenten van druivensap: een nieuwe afnemer van druivenschilletjes! En vooralsnog: don’t try this at home, met je druiventros!


Ooit hadden wij de druiven voor het grijpen -
maar ook aan het leven van druivenranken komt een einde ...

Alles bij elkaar zijn dit zijn positieve berichten. Overeind blijft dat we over het algemeen toch blij zijn als de winter weer voorbij is. Dat geldt natuurlijk niet voor de schaatsliefhebbers onder ons. Maar gelukkig zijn daar dan nog Oostenrijk, Tsjechië, Noorwegen, Zweden en Finland, waar je de schaatsen kunt onderbinden (of is dat tegenwoordig een kwestie van klikken?) en lange afstanden kunt afleggen op natuurijs. Daar zijn onze slappe winters natuurlijk ook bekend en worden schaatsliefhebbers uit vorstarm Europa met open armen ontvangen.


Gelukkig heb ik de foto nog, van die bewerkelijke échte sneeuw'poppen'!

Voor de achterblijvers kunnen we alleen maar hopen op misschien toch nog wat sneeuw. En dan liefst die ‘plaksneeuw’ van vroeger, waarmee je met veel gehijg en gepuf van die grote sneeuwpoppen kon maken, met ogen van kolen uit de kolenkit, een wortel als neus en op het ‘lijf’ nog een rits steenkolen als knopen … in je eigen tuin.

Fijne winter!