dinsdag 30 april 2013

ROOD WIT BLAUW




ROOD WIT BLAUW IN MIJN TUIN!



30 APRIL 2013
KRONING VAN DE KONING


30 april 2013: koningin Beatrix treedt af, koning Willem Alexander wordt gekroond; 
een kleine impressie van televisiebeelden.






Afscheid van koningin Beatrix
op het balkon van het Paleis op de Dam in Amsterdam

Kroning van koning Willem Alexander
in de Nieuwe Kerk







Op weg naar de rondvaart


Het was een prachtig feest;
we zijn benieuwd naar het vervolg!



vrijdag 12 april 2013

NIEUWE ARTIKELEN


NIEUWE ARTIKELEN VERSCHIJNEN
OP 10 MEI 2013!




MET EEN BEETJE GELUK, KAN HET ER BEGIN MEI ZÓ UITZIEN ...
MET EEN BÉÉTJE GELUK!


WINTER IN DE ZOMERTIJD





In míjn tuin … 


... was ik tot voor kort nog niet veel geweest. Aaneensluitende verkoudheden en niet aflatende vrieskou zouden je een heuse winterdepressie bezorgen. Zover is het net niet gekomen, met dank aan componist Ludovico Einaudi. Ook dit jaar trok hij een enthousiast publiek naar een uitverkochte Oosterpoort. ‘In a Time Lapse’, zijn nieuwe cd, is een feest om te horen en doet je alle kou vergeten. En dan de in november overleden componist Simeon ten Holt, die ons zijn ‘Canto Ostinato’ heeft nagelaten. Sombere gedachten aan de winters die nog komen verdwijnen op slag: met deze muziek is wachten op beter tuinweer een genoegen!

21 maart 2013: lente!
Maar je kunt niet de hele dag in je luie stoel meedeinen en dan is opruimen een even prozaïsch als probaat middel tegen winterblues. Zo vond ik een bak vol labeltjes, zadenzakjes en plantenstekers van ooit aangeschafte planten. Een onoverzichtelijk zooitje, in die bak, dus heb ik er een nette lijst van gemaakt. Al tikkend kwamen de herinneringen boven. Een feest der herkenning! Van veel planten wist ik al meteen dat ze inmiddels verdwenen zijn. Niet bestand tegen de klei, de schaduw, de zon, de wind en in waarschijnlijk de meeste gevallen: mij! Ik kan erg slordig zijn. Jammer, want er is soms veel geld aan uitgegeven, zie ik, en van sommige plaatjes word ik direct weer hebberig. ‘Papaver nud. Pulchellina’, wit: snoepjes! Maar ik heb geen idee waar ze gebleven zijn. De vaste lathyrus ‘Red Pearl’, ach ja, dat was een winkeldochter voor een prikkie. Die heeft het dan ook niet gered. Briza ‘Limouzi’! Ik hoor het Anja Oudolf (van Piet) in Hummelo nog zeggen: “Véél mooier dan de gewone Briza!” Want die had ik al, Briza media, het tril- of bevertjesgras. Maar een verschil is me niet opgevallen. Kennelijk beide niet langlevend, want ik heb al heel lang geen trilgras meer.


Allium atropurpureum


Phlox  'Lichtspel', getopt voor
twee keer zoveel bloemen!



'Allium atropurpureum’, auberginepaars, gekocht bij De Border, op het landgoed van kasteel Twickel in Delden. Ach, dat is natuurlijk die ene in de achtertuin - ik heb ‘m ook op de foto, maar met de verkeerde naam eronder. En hier, phlox ‘Lichtspel’. Die kocht ik in de Prionatuinen in Schuinesloot, toen Henk Gerritsen daar nog rondwandelde en verhaalde over planten. Hij prees deze phlox aan als ‘fietsenrek’. Dat heb ik nog steeds niet uitgeprobeerd, maar het is wel een uitbundige stevige bos geworden!
Leuk tuinieren was het: lekker warm binnen, muziek aan, en herinneringen ophalen uit mijn tuin!

April 2013

FRISSE START

Heggenmussen


Het tuinseizoen is dit jaar wel heel erg koud begonnen. Met de vorst stevig in de grond viel er in de tuin niet veel meer te doen dan het afknippen van de dode stengels van vorig jaar. Maar zelfs daarvoor was het te koud en iedereen werd ziek. Tot zover de ‘frisse start’ in de letterlijke betekenis. Want inmiddels is het tij gekeerd en kunnen we eindelijk aan de slag in onze tuinen anno 2013: we zijn klaar met de winterse kou en klaar voor een frisse start!

Rambler Sander's White: het zijn
 in ieder geval véél takken!
Alles ligt achter op het schema, maar met wat regenbuien en de bij de tijd van het jaar horende temperaturen zal de achterstand snel worden ingelopen. Dat was vorig jaar na één zeer strenge nachtvorst wel anders. Aanvankelijk leek geen roos het te hebben overleefd. Maar de tot op de grond afgevroren klimrozen zijn in de zomer toch weer uitgelopen en deze takken zien er ook nu nog goed uit. Wie weet komen deze rozen dit seizoen weer tot bloei.

Voor de economie zijn de verwachtingen nog niet rooskleurig en dat is voor veel mensen aanleiding om hun tuin, of een lapje grond in dorp of stad, eens met andere ogen te bekijken: kunnen we hier een moestuin aanleggen?  Het gebeurt zelfs in het theater, zo las ik in de Volkskrant van 3 april jl. Theatergezelschappen ‘Dood Paard’ en ‘De Warme Winkel’ combineren dit seizoen acteren en tuinieren in het voormalige Theater Instituut aan de Sarphatistraat in Amsterdam. Hun uitgangspunt: “Hier staan we, met zijn allen aan de rand van de (klimaat-)crisis. Wat nu.” Onder lampen en met de verwarming aan kweken ze sinds januari allerlei groenten en kruiden voor hun voorstelling ‘Paradijs’, die op 4 april in première is gegaan. In de voorstelling wordt naar een oplossing gezocht in drie delen: de angstreactie, een poging om de efficiënte natuur na te bootsen en tot slot aanvaarding: met minder tevreden zijn. Terwijl de acteurs naar de oplossing zoeken, lopen ze erin rond: de tuin. Tot en met 18 april is ‘Paradijs’ te zien in Amsterdam en daarna van 20 mei tot en met 1 juni op het Spring Festival Utrecht. De tuin verheven tot engagement in het theater!

                          Succes verzekerd: radijs!                   foto: M.B.
Het moestuinieren is zich al sinds enige tijd aan het uitbreiden en heet tegenwoordig ‘Urban Farming’. Een Engelse naam, want het fenomeen is komen overwaaien uit Amerika en gaat over het verbouwen van groenten en het houden van dieren, kippen bijvoorbeeld, ‘binnen de bebouwde kom’. In Nederland wordt het stadslandbouw genoemd. De verwachting is dat rond 2050 de wereld zo verstedelijkt zal zijn, dat er te weinig platteland overgebleven is om te voorzien in de vraag naar voedsel. Dat zal dan óók geproduceerd moeten worden in de stedelijke gebieden.
Initiatieven schieten als paddenstoelen uit de grond. Leegstaande fabrieksgebouwen en braakliggende terreinen worden beplant. Er zijn zelfs al stadsboeren die er hun brood mee willen verdienen door aan supermarkten te leveren. Maar als je moestuiniert in je eigen tuin, doe je ook aan Urban Farming en ben je óók hip. Én je levert een bijdrage aan een beter milieu (geen vervoerskosten), je portemonnee en niet te vergeten je smaak. Want verser dan uit je eigen tuin kan niet en de voldoening is onbetaalbaar. Wel eens trots geweest op een aardappel uit de winkel? Die haalt het niet bij de exemplaren die je zelf opgraaft: stuk voor stuk cadeautjes!

Vrij naar een Engelse uitdrukking:
mijn trots en vreugde: zelfgemaakte aardappelen,
homemade potatoes!
In het tuincentrum, maar ook in supermarkten zijn zakjes met groentenzaden te koop. En je kunt ze online bestellen, bijvoorbeeld biologische zaden bij De Wiltfang of De Bolster. Sommige groenten kun je het hele seizoen blijven zaaien, zoals radijs en sla. Heb je teveel zaden van andere groenten, dan kun je die misschien ruilen met een medemoestuinier.
Als je het gemakkelijker wilt, kun je ook plantjes kopen. Verkrijgbaar in tuincentra, op de markt, maar bijvoorbeeld ook bij de historische moestuin van Borgterrein Ewsum in Middelstum. Hier kun je zelfs het teveel aan opbrengst uit je moestuin verkopen op de streekproductenmarkt: zie www.streekproductenmarktewsum.nl.


Mijn nieuwe moestuin met op de voorgrond
Ilex crenata ter vervanging van de zieke buxus 
Wie een tuin onderhoudt, weet hoe je planten moet verzorgen en dan kun je ook groenten planten. Je kunt dus direct beginnen met het verbouwen van je favoriete groenten, kruiden en fruit en al doende leren. Maar wil je het goed aanpakken om de beste opbrengst te krijgen, dan is het handig te weten wanneer geplant en gezaaid moet worden, welke planten het best gedijen in elkaars nabijheid, hoe het zit met wisselteelt en welke lastige beestjes je eventueel kunt verwachten. Daarvoor zijn volop boeken te vinden. Misschien ook gedateerd en tweedehands in de inbrengwinkel; moestuinieren is van alle tijden! Ook op internet vind je veel informatie. En misschien heb je geluk en wordt er in de buurt een cursus gegeven. In Stedum is onlangs voor dorpsbewoners een moestuincursus van start gegaan in dorpstuin ‘De Heemen’. (Lees in de abonnementskrant het ‘stokpaardje’ van Margreet Wiersema, eigenaresse van deze dorpstuin!). Zie www.deheemen.nl.
Ga hoe dan ook aan de slag en geniet van pluksla, radijs, altijd verse peterselie en nog veel meer: een frisse start in een heel nieuw tuinseizoen!

April 2013

APRIL


TUINKALENDER 

Helleborus, kerstroos

Met regenwater en een bezem!

 Het wordt nu toch tijd om de tuinmeubels naar buiten te brengen.


 Schrob eerst het terras en de paden, als dat nog niet gebeurd is.



► Als het overdag niet meer vriest, mag de regenton wel weer vollopen.

 Maart en begin april zijn door de vorst, de zon en de schrale wind heel droog geweest en dat heeft menige kerstroos de kop gekost. Geef water, ook aan de planten in potten.

 En giet ook wat in het vogelbad!

 Het gras gaat groeien (april is de grasmaand!), dus er kan weer gemaaid worden. Niet te kort, de eerste keer.

 Prima tijd nu om klimophagen te snoeien. Wel eerst kijken of er niet in genesteld wordt.

En dan geduld hebben!
Eerst nog even genieten
van de kerstrozen
 Struikrozen kunnen teruggesnoeid worden tot tien à vijftien centimeter, graag vlak boven een knop ‘naar buiten’ voor een luchtige, open struik.

 Ramblers, die maar één keer bloeien, hoeven niet gesnoeid te worden, tenzij een tak je in de weg zit.

 Klimrozen aanbinden; verspreid de lange takken een beetje over de muur. Knip alle zijtakken van de (lange) hoofdtakken terug tot zo’n vijf centimeter. Voor alle rozen, behalve de doornloze, geldt: pas op voor de gemene stekels!

5 april 2013: gezien/genieten
op Ekenstein!
 Nog geen mest gestrooid? Dat kan nu ook nog wel, liefst vóór een regenbui.

 In april kunnen veel planten rechtstreeks buiten gezaaid worden - dat scheelt een hoop gedoe op de vensterbank.

 Het is verlaat dit jaar, maar genieten van het voorjaar kan altijd!



April 2013

MAART

TUINFOTO’S

2 maart 2013:
dit gaas moet katten de toegang bemoeilijken - het werkt!


3 maart 2013:
sporen in een heldere avondlucht

6 maart 2013:
de eerste bloemetjes van het longkruid, pulmonaria

6 maart 2013:
sneeuwklokjes op hun mooist

6 maart 2013:
de kerstrozen, helleborus, hebben het moeilijk door de aanhoudende vorst en droogte

6 maart 2013:
witte krokusjes, dappere voorboden

 6 maart 2013:
clematis 'Negritjanka' loopt uit - die had ik al diep terug moeten snoeien.

10 maart 2013:
nog niets te doen in het moestuintje, zolang de grond stijf bevroren is

21 maart 2013:
hoera! Lente!
21 maart 2013:
en wie is dit? Een kruising tussen een merel
en een lijster?
21 maart 2013:
hongerige vogel heeft geen
oog voor paarse krokusjes
















  28 maart 2013:
dit zijn bekende gastjes: groenlingen!

28 maart 2013:
een pril begin; dat kan veel beter!

28 maart 2013:
zoekplaatje: een boomkruiper, tegen de berkenbast geplakt!





vrijdag 8 maart 2013

NIEUWE ARTIKELEN


NIEUWE ARTIKELEN VERSCHIJNEN
OP 12 APRIL 2013!



DOVENETELS - HOE MOOI WIL JE HET HEBBEN?!


MOORDWIJF

In míjn tuin …

... is het een komen en gaan. In een bonte stoet, gevlekt, gestreept, gemarmerd of effen, komt het poezenvolk voorbij. Ieder over zijn eigen platgetreden pad. Behoedzaam tasten de pootjes een weg af over de groene rozetjes van het schildersverdriet langs het vijvertje. Het fluweelzachte kattenneusje snifsnuft aan het vijverwater en daar likt een klein roze tongetje lik lik het water op. Druppels vallen terug, even kijkt poes achter zich: heb ik mijn rijk nog alleen? Ja hoor, en de vijver is nog niet leeg. Maar met een behendig sprongetje keert poesje op zijn schreden terug, rekt zich nog eens uit en verdwijnt door de heg, op zoek naar vermaak in de buurtuin. Ik vind het prima allemaal, even afgezien van de uitglijders over kattenpoep, maar dat hoort erbij.



Een beveiligd vogelhokje - het werkt!
Wat er ook bij hoort, is de aangeboren jachtlust van de poesjes - kunnen ze niks aan doen. En toch heb ik daar moeite mee. Af en toe een vogelslachtoffertje, dat wil ik ze nog wel vergeven. Maar het zwarte monstertje dat hier nu rondloopt, maakt het echt te bont. Eerst besprong hij het vogelhokje dat hoog aan de muur hangt; de sporen van zijn nagels staan in lange krassen op het leien dakje. En de pot met narcissenbollen op de standaard eronder heb ik weg moeten halen, om brokken te voorkomen. Nu dook hij op uit de buxusbollen bij het voederzuiltje en hapte in dezelfde seconde een vogeltje van de vogelvoertaart af! Ik begreep dat  dát vogeltje niet meer te redden was en nam me voor om gaas over de buxus te leggen. Maar er was nog geen uur voorbij of ik zag de sluipmoordenaar uithalen naar een merel, op dezelfde taart!

Een gazen plafond voor onze moordkat - het werkt!

Deze groenlingen hoeven zich alleen om elkaar druk te maken!
Gelukkig kon de merel ontsnappen, met achterlating van één staartveer; die schade was te overzien. Toch tijd voor actie. In de garage lag nog gaas: dat kon ik om het zuiltje heen over de buxus plooien. Dáár kwam de lustmoordenaar niet meer doorheen. Onder het vogelhokje aan de muur bond ik ook een reep gaas, zodat de standaard met de narcissenbollenpot weer op zijn plek terug kon. Het hielp! Tot mijn man ’s ochtends om zeven uur een harde klap hoorde: naast de achterdeur lag een van de twee hoge bloembakken ondersteboven. Tussen de geknakte schoenlappersbladeren vond ik zwarte donsveertjes en het vogelhokje erboven, waarin altijd een koolmees overnacht(te),  hing scheef ...
Je zou er een moordwijf van worden, zo’n moordkat in je tuin.

Maart 2013

STINSENPLANTEN ROND ONS STEENHUIS

Heggenmussen


Sneeuwklokjes tussen het blad van longkruid:
stinsenplanten
Stinzenplanten: vooral voorjaarsbloeiers met opvallende bloemen. De officiële schrijfwijze is ‘stinsenplanten’, met een ‘s’. Het woord ‘stins’ komt uit het Fries en is een samentrekking van het Friese woord ‘stenhus’: stenen huis, een in vroeger tijden versterkte en met stenen gebouwde adellijke woning in Friesland. In Groningen, met zijn borgen, noemde men deze planten ‘börgbloumkes’. Ook in de Vechtstreek en op andere Utrechtse landgoederen werd deze beplanting toegepast en daar nam men de Friese benaming over: ‘stinsenplanten’. Pas na 1950 werd de naam ‘stinsenplant’ officieel gebruikt in de betekenis, zoals wij die nu kennen.

Met de opkomst van de Engelse landschapsstijl aan het eind van de achttiende eeuw kwam er meer belangstelling voor een natuurlijke manier van tuinieren en daarmee ook voor planten die op een natuurlijke manier verwilderen. Het zijn vooral bolgewassen, die uit Midden en Zuid Europa geïmporteerd werden: bollen waren in die tijd, nog zonder vliegtuigen, gemakkelijker te vervoeren. Maar ook vaste planten komen voor op de lijst.

Lenteklokje, Leucojum vernum
Bolgewasjes als sneeuwklokje, Galanthus, en lenteklokje, Leucojum vernum, werden hier al sinds het einde van de Middeleeuwen aangeplant. Ze konden zich in ons klimaat goed handhaven. En natuurlijk kwamen er in ons eigen gebied ook al planten voor, die zich spontaan vermeerderen, zoals de vingerhelmbloem, Corydalis solida. Een familielid van deze plant is de holwortel, Corydalis cava. Die heeft, net als de winterakoniet, Eranthis hyemalis, geen Nederlandse oorsprong, maar komt wel uit Europa. Deze planten konden hier goed ‘aarden’ en verspreidden zich op natuurlijke wijze. Daarnaast is er nog een categorie stinsenplanten die uit Azië geïmporteerd is. Een goed voorbeeld is de keizerskroon, Fritillaria imperialis. Die groeit en bloeit hier prima, maar verwildert niet.

Waarschijnlijk zonder dat we ons ervan bewust zijn, hebben ook wij stinsenplanten in onze tuin, bij ons steenhuis. Het zijn in ieder geval planten die hun kwaliteit bewezen hebben, in de afgelopen eeuwen. Veel ‘stinsenbolletjes’, om ze zo maar even samen te vatten, breiden zich dus vanzelf uit. Je kunt ze een handje helpen door ze na of zelfs tijdens de bloei (sneeuwklokjes) op te graven en te delen. Verspreid over de tuin terugplanten en na verloop van wat jaren kun je uitkijken op een bloemenweelde als in de tuin van de Ennemaborg in Midwolda: één paars/wit tapijt van boerenkrokussen, Crocus tomassinianus, en sneeuwklokjes! Zon in de vroege voorjaarstuin brengen de winterakonieten, Eranthis hyemalis, in de periode januari-maart. Als je ze afwisselt met vaste plant bosgeelster, Gagea lutea, blijft het geel tot mei. Op een beschaduwde plaats kan daar ook nog de gele anemoon bij, Anemone ranunculoides; die bloeit in maart en april. Voor een vervolg tot juni kan de (vaste plant) voorjaarszonnebloem zorgen, Doronicum pardalianches.

Blauwe druifjes, Muscari botryoides, met op de achtergrond lathyrus vernus
Ook de blauwe druifjes, Muscari botryoides, behoren tot de stinsenplanten, net als lentebloeier van het jaar lelietje-der-dalen, Convallaria majalis. Waarschijnlijk hebben we deze plantjes al sinds jaar en dag in onze tuin, net als het longkruid, Pulmonaria, een vaste plant die zich gemakkelijk uitbreidt en al vroeg in het seizoen (nú!) bloemknoppen heeft. Nog een vroegbloeiende vaste stinseplant is de holwortel, Corydales cava, met roodpaarse of witte bloempjes. Deze plant heeft geen wortels, maar groeit op een knol. En die is inderdaad hol! Bij de verspreiding van de zaadjes spelen mieren een belangrijke rol. Ze zijn dol op het aanhangseltje van de zaden, het ‘mierenbroodje’, en bij het transport van deze broodjes verspreiden ze vanzelf de zaden.
Kievitsbloem, Fritillaria meleagris
Ook leuk is vogelmelk, Ornithogalum umbellatum. De ‘gewone’ vogelmelk: wit, en dus niet de oranje soort; vergis je niet! En dan natuurlijk het lenteklokje, Leucojum vernum. Dit bolgewasje houdt een beetje het midden tussen een sneeuwklokje en het lelietje-der-dalen, maar dan wel op een hoger stengeltje. Bij mij is ie aan verwilderen nog niet toegekomen, maar zo gaat dat nu eenmaal bij planten waar je dat graag zou zien. Gelukkig breiden de kievitsbloemen, Fritillaria meleagris, zich wél gestaag uit. Prachtige klokken in wit en rood, waarvan de laatste een fraai blokjespatroon hebben. Verder zijn ze geliefd bij het rode leliehaantje, maar die valt gelukkig nogal op, zodat je dit insect goed kunt vangen (pas op, ze laten zich heel gemakkelijk vallen) en langs de sloot ofzo kunt loslaten.

Dit zijn maar een paar soorten uit de lange rij van stinsenplanten. Akeleien, maagdenpalm, sterhyacint, herfsttijloos en nog vele andere horen er ook bij. En adderwortel, een naam die regelrecht uit de middeleeuwen komt, doet mee. Maar pas op! De tuin zal zich vanzelf vullen, met al die verwilderingsklanten. Beleid bij het planten is noodzakelijk - we wonen dan wel in ‘steenhuizen’, het zijn géén borgen!
Elders genieten kan ook: in de Hortus Haren (in maart elke zondagmiddag, 14.00 uur, een rondleiding), in Domies Toen in Pieterburen en in de stad Groningen, april/mei: Noorderplantsoen, Coendersborg, Sterrebos, Stadspark.
Geniet van börgbloumkes!

'Börgbloumke' Corydalis cava, holwortel
Maart 2013