Heggenmussen
Toch
elk jaar weer iets om naar uit te kijken: de tuin in de zomer! Op zijn mooist -
of op háár mooist? Uitgangspunt voor dit soort vraagstukken is het Latijn en
dan gaat het hier om ‘hortus’ en dat is mannelijk. En wie houdt zich bezig met
aanleg en onderhoud van deze hortus? Inderdaad: de hortulanus, verantwoordelijk
voor het beheer van een botanische tuin. Maar toch kent het Latijn ook het
woord hortulana, ofwel: tuinierster. Had ik dit niet opgezocht, ik had het niet
geweten, heb er nog nooit iemand over gehoord.
Maar of je
nu een hortulanus of een hortulana bent, de zomer is voor álle tuinliefhebbers
toch wel het mooiste seizoen van het jaar. Alles komt nu echt in bloei en we
kunnen er volop buiten van genieten. Een voorrecht, in ons dichtbevolkte land,
waarvan we ons niet altijd bewust zijn. Talloos veel mensen moeten het zonder
een tuin doen, terwijl er helaas ook nog steeds talloos veel tuinen betegeld
worden.
Made (with) love: madeliefjes!
Heel lang
geleden belde ik met ‘het gemeentehuis’: over een ‘verplichting voor een
bepaald percentage groen bij alle huizen’. De reactie was eigenlijk
voorspelbaar: gaat u die tuintjes dan onderhouden? Plan van de baan. Zou het
verschil maken als alle huizen zonder tuin standaard opgeleverd konden worden met
een gemetselde plantenbak? Elke halve m² is tenslotte meegenomen.
Feit is wel
dat het klimaat niet persé afhankelijk is van met zorg aangelegde tuinen. Een
braakliggend terrein, begroeid met ‘onkruid’ voldoet uitstekend en heeft zelfs
een belangrijke functie als leverancier van voedsel voor insecten en andere dieren,
die op hun beurt ook een belangrijke schakel zijn in de natuur en onze tuinen.
Taxusvogel in top
Toch zijn
tuiniers over het algemeen verwoede ‘onkruiduittrekkers’ en ik sluit mijzelf
niet uit. Wij zijn ook welbekend met de term ‘woekerplanten’ en kiezen bij
voorkeur het onschuldiger tuinplantenarsenaal. Want tuinieren moet wel leuk
blijven. En smaken verschillen: dat moet vooral óók zo blijven. Alleen de namen
al van het ‘onkruid’: heermoes, zevenblad, varkensgras, berenklauw, weegbree,
fijnstraal, akkerdistel, brandnetel, wolfskers en doornappel - ze spreken voor
zich.
Opmerkelijk:
vingerhoedskruid, taxus en de peulen van goudenregen, erkende tuinplanten, zijn
giftig - en daar hebben we dan weer géén probleem mee.
Vingerhoedskruid
De meeste planten uit het eerste rijtje zullen we in onze tuinen waarschijnlijk niet snel aantreffen - als we ze al zouden herkennen. Wat dat betreft is het bezit van tuinliteratuur handig om planten te determineren, hoewel tegenwoordig vrijwel iedereen is uitgerust met een smartphone; nog gemakkelijker, want die heeft iedereen altijd en overal en te pas en te onpas bij zich.
Hoe dan ook:
terug naar de tuin, want daar leveren we, met welke planten dan ook, op termijn toch
een positieve bijdrage aan het klimaat: op onze eigen vierkante meters. Blijf
gerust het onkruid wieden, waarbij er niets op tegen is om het ergens ‘uit het
zicht’ in de tuin terug te planten ten behoeve van de beestjes die óók hun rol
hebben in de natuur. Want onkruid heeft ook positieve eigenschappen.
Brandnetels bijvoorbeeld, waarmee we thee kunnen zetten, trekken vogels en
insecten aan, en zevenblad, paardenbloemen en madeliefjes kunnen we zelfs eten.
Op internet vond ik onder andere dit eenvoudige recept voor zevenbladthee:
Snijd 30
gram vers zevenblad, Aegopodium podagraria, fijn en kook dit 10 minuten in 6 deciliter water. Dan zeven en naar smaak honing toevoegen. Drink smakelijk!
|
Paardenbloemen |
Mochten er
in de afgelopen natte winter planten verloren gegaan zijn, dan geeft dat nu
ruimte voor de aanschaf van nieuwe planten. En misschien zelfs een nieuwe
bestemming voor de vrijgekomen ruimte. Ik zal geen reclame maken voor de
leverancier, maar in het afgelopen voorjaar heb ik binnen op mijn vensterbank
een arsenaal aan (eetbare) plantjes verzameld en opgekweekt, die inmiddels rijp
en wel de stap naar buiten hebben gezet. Mijn moestuintje, in de winter wel
eens aangezien voor kattenbak, had ik afgedekt, zodat ik mijn kwekelingen van diverse
groenten in schone aarde kon uitplanten en daar plukken wij nu de ‘vruchten’
van voor een gezonde maaltijd, buiten in de warme zomerzon!