Al enige tijd is de wereld in de greep van het coronavirus: een ongekende epidemie heeft zich in een paar maanden tijd over de wereld verbreid en gezien de ernst van deze uitbraak wordt iedereen aangeraden zoveel mogelijk thuis te blijven. Het bezit van een tuin krijgt er zo een functie bij: een gebiedje waar je veilig naar buiten kunt en waar de natuur als vanouds, dit jaar zelfs een paar weken eerder, is ontwaakt. Het geeft troost om dat van zo dichtbij mee te maken. Zoals na de winter de tuin weer opleeft, zo zal na deze crisis voor de meesten van ons ook het ‘gewone’ dagelijkse leven weer zijn beloop krijgen.
Buiten
is na een uitzonderlijk zachte winter het groen al vroeg uitgelopen. De eerste maand
van dit jaar heeft de vijfde plaats behaald in het rijtje van warmste
januarimaanden. Blijft nog even de vraag of we daar blij mee kunnen zijn. Hoe
lang behouden planten hun goede conditie? Hebben ze een bepaalde levensduur of
is die van planten net zo variabel als die van mensen? En óók afhankelijk van
meer, al dan niet externe, factoren? We gaan het zien in de komende maanden -
en jaren. Misschien groeien en bloeien ze wel wat langer: dat zou mooi zijn.
Peaonia Sarah Bernhardt: een ouwe getrouwe in mijn tuin |
Ondertussen vond ik in een boekenkast een
multobandje terug waarvan de rug met breed plakband bij elkaar gehouden wordt. Op
het eerste blad heb ik een plantenlijst vermeld met wat bijbehorende
verzorgingstips. Zoals: ‘pioenen - in september koemest en compost, ‘culterra’ in
het voorjaar.’ En: ‘riddersporen - na de bloei tot op een paar centimeter terug
knippen, goed mesten en gieten voor 2e bloei.’ En ook: ‘hortensia Annabelle in
het voorjaar helemaal terug knippen, niet extra mesten (bloem wordt dan
te groot en te zwaar)’. Op het volgende blad heb ik zelfs een volgekrabbelde
plattegrond van mijn voortuin getekend; de plantennamen buitelen er over elkaar
heen, in een ieniemienie handschriftje. Vele herken ik, zijn zelfs nog steeds
present, na bijna 30 jaar! Maar het leukst is toch het verhaal. Dat begint op 2
april 1991 met ‘Het ‘seizoen’ is allang begonnen - toch maar weer wat
opschrijven’. En dan wordt dat eerste blaadje gevolgd door een dik pak dichtbeschreven
multoblaadjes waarvan de laatste gedateerd zijn op 16 juni 2002. Het verhaal
eindigt met ‘De zelfgezaaide lathyrus heeft knopjes! Spannend!’
Rond die tijd begon ik met het schrijven van
tuinartikelen voor de krant ‘BuurContact’ en was het gekrabbel in het multobandje
niet meer zo nodig: ik kon alles nalezen in de krant! En natuurlijk op mijn
blog ‘In míjn tuin…’. Welbeschouwd is er in al die jaren daarna niet eens
zoveel veranderd, althans wat de tuin betreft. We tuinieren eigenlijk nog
steeds op dezelfde manier, waarbij aangetekend moet worden dat ieder natuurlijk
zijn of haar eigen werkwijze heeft. Hoewel … ik noteerde toen ook een
mierenplaag in de kruisbes, die ik te lijf ging met dubbelzijdig tape om het
stammetje. ‘Weet niet zeker of het helpt’ schreef ik erachter.
Later, in mei
dat jaar, ontdekte ik in de pot van een jonge iep een compleet mierennest. ‘Pot
leeggehaald, mieren en eieren verwijderd, de wortelkluit in water gezet en de
iep opnieuw opgepot.’ Maar ook dat bood geen soelaas en ik nam mijn toevlucht
tot boerenwormkruid, Tanacetum: ‘… daar schijnen ze niet zo van te houden’.
Weken later was het euvel nog steeds niet verholpen en kreeg ik advies van een
vriendin: “Honing met gist!” In juni maakte ik melding van een bedwongen
mierenplaag in de Chinese iep die toen nog in een grote bak stond. Daar had ik
meerdere ‘recepten’ voor aangewend: behalve de honing met gist ook munt,
oost-indische kers en boerenwormkruid. En dat alles in één pot! Soms deins je
nergens voor terug.
Boerenwormkruid heb ik al lang niet meer.
‘Geel’ moest plaats maken voor paars en rose, geel was ‘uit’. Maar dan wel met
in ieder geval één uitzondering: de Oenothera ofwel teunisbloem. Een
eigengereid typetje, dat gáát voor haar ‘minute of fame’: ’s avonds, tegen een
uur of tien, als de rest van de beplanting in rust is, pakt zij haar moment en draaien
de bloemknoppen blaadje voor blaadje open. Dan komt ook de frisse citroengeur
vrij die nachtvlinders aantrekt. En mij natuurlijk.
Kruisbes: helaas heb ik alleen deze foto nog ... |
Oenothera, still going strong ... |
Maar nu nog even niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten