Heggenmussen
21
maart is van oudsher de eerste dag van de lente. Maar we leven in een tijd van
flexibilisering en dat vindt ook zijn weerslag in de afbakening van de seizoenen. Tot
2101, dus de komende 80 jaar, zullen we de eerste lentedag op 20 en soms zelfs al
op 19 maart vieren. Voor onze beleving van het voorjaar zal het waarschijnlijk
niet veel uitmaken: die is vooral afhankelijk van het aantal zonuren per dag.
Wij zijn pragmatische wezens, met ieder zijn eigen voorkeur, en dáár zal
voorlopig wel geen verandering in komen.
Blijft
overeind dat we de winter nu achter ons laten en aan een nieuw tuinseizoen beginnen.
Geen vorstschade dit jaar, dus kunnen we al onze ‘oudgedienden’ binnenkort weer
begroeten. Er hoeft niets vervangen te worden. Dat is gemakkelijk, maar
misschien ook wel een beetje saai. Want Gorters ‘een nieuwe lente en een nieuw geluid’
spreekt ons óók aan.
Fritillaria meleagris, kievitsbloem, luidt de lente in |
Bijvoorbeeld
de Ruitanemoon. Anemoontjes zijn graag geziene bewoners van onze tuinen. Overigens
is de anemoon van nature een bosplant. Ze geven dus de voorkeur aan een halfbeschaduwd
plekje. Maar op een voldoende vochtige plaats floreren ze ook in de zon.
Anemonella thalictroides ‘Rosea’ ofwel ‘ruitanemoon’ bloeit in april en mei.
Dan bloeit ook de ‘elfenbloem’: Epimedium. Variant ‘Domino’ kleurt wit/paarsrood, geeft de voorkeur aan (half)schaduw en wordt wel 50 cm hoog. Tijdens de bloei kan het oude blad verwijderd worden. Maar er zijn ook varianten met fraai gekleurd blad in de winter: mooi van afblijven. Elfenbloem is goed te combineren met longkruid, Pulmonaria, dat ook in april-mei bloeit. Pulmonaria ‘Blue Ensign’ heeft vrij groot blad. In tegenstelling tot dat van andere Pulmonaria-soorten is dit niet gevlekt.
Voor
een luchtiger effect kun je de elfenbloem (Epimedium) combineren met
laagblijvende varentjes, zoals de steenbreekvaren, Asplenium trichomanes. Je ziet
dit varentje soms ook op oude muren: geen veeleisend plantje dus. Wel met een
voorkeur voor (half)schaduw. Het wordt niet hoger dan zo’n 15 cm en is, met
frisgroen blad, ook nog wintergroen. Wel in het voorjaar het oude, bruin
geworden, blad even verwijderen.
Dan bloeit ook de ‘elfenbloem’: Epimedium. Variant ‘Domino’ kleurt wit/paarsrood, geeft de voorkeur aan (half)schaduw en wordt wel 50 cm hoog. Tijdens de bloei kan het oude blad verwijderd worden. Maar er zijn ook varianten met fraai gekleurd blad in de winter: mooi van afblijven. Elfenbloem is goed te combineren met longkruid, Pulmonaria, dat ook in april-mei bloeit. Pulmonaria ‘Blue Ensign’ heeft vrij groot blad. In tegenstelling tot dat van andere Pulmonaria-soorten is dit niet gevlekt.
Maar ook een 'gewone' Pulmonaria is mooi |
Wat
hoger en een aanrader voor kleur in het voorjaar is Brunnera macrophylla,
Kaukasische vergeet-mij-niet met in april-mei kleine lichtblauwe bloemetjes. Ik
zou ze ‘lief’ willen noemen. Een vaste plant, 40 cm hoog en ook geschikt als
bodembedekker op beschaduwde plekken.
Bij
‘bodembedekkers’ zijn we misschien geneigd vooral aan laagblijvende beplanting
te denken, maar met hoger groeiende planten kun je natuurlijk hetzelfde effect
bereiken.
Lavendel
is zo’n plant: tot 50 cm hoog. Wel met de aantekening dat deze plant goed
gesnoeid moet worden om een kale onderkant te voorkomen. Eenmaal kaal komt het
niet meer goed, weet ik uit ervaring.
Zelf
maak ik voor bodembedekking graag gebruik van Pachysandra terminalis (omdat het
zonder toch wat kaal is). Opmerkelijk is hier het ontbreken van een Nederlandse
benaming. Vermoedelijk uit puriteinse overwegingen, want ‘pachys’ is latijn
voor ‘dik’ en ‘andros’ staat hier voor ‘mannelijke organen’. Het zij zo. Overigens
is het de plant niet aan te zien. Pachysandra wordt zo’n 15 tot 20 cm hoog,
woekert niet, maar breidt zich wel goed uit (het is tenslotte een
bodembedekker). Daarbij is deze vaste plant groenblijvend en onderdrukt zo ook
onkruid. Pachysandra’s gedijen zowel in halfvolle als in volle schaduw en in
bloei geuren ze ook nog aangenaam. In mijn fotobestand tref ik overigens wel een
foto aan waarop flinke happen uit het blad van de Pachysandra zijn genomen. Jammer;
gelukkig is het wél een zeer onderhoudsvriendelijke plant, want ook snoeien is
niet nodig. Mocht het blad in de afgelopen winter lelijk geworden zijn, dan kun
je de plant nu, in maart, in zijn geheel terugknippen tot op 5 cm boven de
grond. Als je dat elke paar jaar doet, levert dat een mooi compacte plant op.
Pachysandra terminalis 'ondersteunt' narcissen |
En
geniet ondertussen: van de lente!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten