maandag 4 november 2019

WINTER IN AANTOCHT: SLOTSCÈNE


Heggenmussen 


Langzaam maar onafwendbaar nadert het einde van het jaar en waar zie je dat beter verbeeld dan in de tuin? Een jaar in de tuin is als het leven zelf: van een pril begin in het voorjaar via  volle bloei in de zomer naar aftakeling in de herfst met uiteindelijk in de winter de dramatische slotscène: het verval.

Zo, nu staat er wat! Shakespeariaans bijna. Maar: geen speld tussen te krijgen. Behalve dan dat onze tuinen over een paar maanden als Sneeuwwitjes weer zullen ontwaken en vol goede moed aan een nieuw cyclus beginnen, in een sprookjesachtig voorjaar!

Misschien is daarom tuinieren wel zo’n dankbare bezigheid, met elk jaar opnieuw een kans om er weer iets moois van te maken. Geen grotere vergevingsgezindheid dan die van de tuin; geen geklaag van ‘au! wat doe je me aan!’, ‘je staat op mijn stengels’, ‘je hebt het verkeerde blad te pakken’, ‘nu steek je dwars door mijn wortels heen’, ‘zou je niet eens gaan spitten, ik krijg geen lucht’, ‘o, wat héb ik een dorst’, ‘hé, die bloem is van míj!’ 


Sneeuwwitjes
De tijd van de goede voornemens nadert en daar kunnen we onze tuin ook bij betrekken, zij het niet in een actieve rol. Die moeten we zelf op ons nemen. Wat kunnen we in deze tijd van het jaar nog voor onze plantenvrienden betekenen? De winter staat nu eenmaal niet bekend als ‘tuinseizoen’. Maar zolang de vorst uitblijft en we er zin in hebben, is er best nog wel wat te beleven daar buiten. Stap letterlijk over de drempel, denk ‘out of the box’ en geniet van een geheel nieuwe ervaring: tuinieren buiten het seizoen, buiten de gebaande paden! 


Staartmees, hoort óók in de wintertuin
 Neem papier en potlood mee om te inventariseren. Ook al zijn de meeste planten nu wel over hun hoogtepunt heen, het is toch nog wel te zien hoeveel ruimte ze innemen en of ze die ook daadwerkelijk benutten dan wel ter beschikking hebben. Zolang het niet vriest kan er nog steeds verplant of zelfs aangeplant worden, maar ook opgegraven en gedeeld. Ook kunnen er nog steeds bollen de grond in. Markeer ze met een plantensteker of een niet gebruikt roerhoutje voor je muurverf en schrijf er met een watervaste stift de naam op van de nieuwkomer. 

En dan is er ook nog een (klein) segment planten dat bloeit in de winter, waaronder de Jasminum nudiflorum ofwel ‘blotebloemenjasmijn’. (Deze vrije vertaling neem ik voor mijn rekening; officieel luidt de Nederlandse benaming ‘winterjasmijn’.) De winterjasmijn is weliswaar niet groenblijvend, maar dat wordt in de maanden december en januari, of zelfs nog langer, ruimschoots goedgemaakt door de vrolijke felgele bloemen aan vierkante groene stengels die tot ruim drie meter zullen uitgroeien, zélfs tegen een muur op het noorden. Een vrolijke noot in donkere dagen! 


net als het roodborstje!
Het peperboompje, Daphne mezereum, laat in de herfst zijn bladeren vallen en bloeit vervolgens in de winter en het vroege voorjaar met helder rose bloemen die ook nog geuren. Sterk zelfs! De Nederlandse naam is wat misleidend, want dit ‘boompje’ groeit uit tot een struik en wordt ongeveer een meter hoog. In de zomer draagt Daphne rode vruchten. Kortom: een ‘hebbeplant’. 

Lonicera purpusii, een struikkamperfoelie, kan snel uitgroeien tot een hoogte van 2 meter en heeft ook qua omtrek wat ruimte nodig. Maar dan héb je ook wat. Deze kamperfoelie geurt al in het begin van de winter. De geur wordt omschreven als ‘… zoet en fris, met een lichte hint naar citroenen’.

Skimmia japonica rubella wordt getaxeerd op ‘redelijk winterhard’, is de hele winter getooid met donkerrode bloemtrossen, in april gevolgd door crème-witte bloemen. Geeft de voorkeur aan ‘half schaduw’ en vraagt bij strenge vorst enige bescherming.

Helleborus: een parel in de sneeuw
Een mooie toevoeging voor de basis vind je in de familie van de Helleborus, de kerstrozen, die bloeien van december tot april, tot in het voorjaar dus. Ze hebben een voorkeur voor kleigrond en die is hier in onze provincie ruim voorhanden. Daarnaast zijn ze honkvast, houden dus niet van verplanten, en groeien in de loop der jaren uit tot royale pollen: groene buffers tussen de uitbundig bloeiende zomerplanten.

Ook een aantrekkelijke ‘bodembedekker’ is Erica carnea, winterheide, die zoals de naam al doet vermoeden, bloeit van januari tot april. Deze Erica gedijt in een groep, maar wil wel graag kort gehouden worden onder het bekende motto: snoeien (ná de bloei!) doet groeien.

Geen opmerkingen: