Heggenmussen
Langzaam maar onafwendbaar nadert het einde van het jaar en waar zie je dat beter verbeeld dan in de tuin? Een jaar in de tuin is als het leven zelf: van een pril begin in het voorjaar via volle bloei in de zomer naar aftakeling in de herfst met uiteindelijk in de winter de dramatische slotscène: het verval.
Zo,
nu staat er wat! Shakespeariaans bijna. Maar: geen speld tussen te krijgen.
Behalve dan dat onze tuinen over een paar maanden als Sneeuwwitjes weer zullen ontwaken
en vol goede moed aan een nieuw cyclus beginnen, in een sprookjesachtig
voorjaar!
Misschien
is daarom tuinieren wel zo’n dankbare bezigheid, met elk jaar opnieuw een kans
om er weer iets moois van te maken. Geen grotere vergevingsgezindheid dan die
van de tuin; geen geklaag van ‘au! wat doe je me aan!’, ‘je staat op mijn
stengels’, ‘je hebt het verkeerde blad te pakken’, ‘nu steek je dwars door mijn
wortels heen’, ‘zou je niet eens gaan spitten, ik krijg geen lucht’, ‘o, wat
héb ik een dorst’, ‘hé, die bloem is van míj!’
De
tijd van de goede voornemens nadert en daar kunnen we onze tuin ook bij
betrekken, zij het niet in een actieve rol. Die moeten we zelf op ons nemen. Wat
kunnen we in deze tijd van het jaar nog voor onze plantenvrienden betekenen? De
winter staat nu eenmaal niet bekend als ‘tuinseizoen’. Maar zolang de vorst
uitblijft en we er zin in hebben, is er best nog wel wat te beleven daar
buiten. Stap letterlijk over de drempel, denk ‘out of the box’ en geniet van
een geheel nieuwe ervaring: tuinieren buiten het seizoen, buiten de gebaande
paden!
Neem
papier en potlood mee om te inventariseren. Ook al zijn de meeste planten nu
wel over hun hoogtepunt heen, het is toch nog wel te zien hoeveel ruimte ze
innemen en of ze die ook daadwerkelijk benutten dan wel ter beschikking hebben.
Zolang het niet vriest kan er nog steeds verplant of zelfs aangeplant worden,
maar ook opgegraven en gedeeld. Ook kunnen er nog steeds bollen de grond in. Markeer
ze met een plantensteker of een niet gebruikt roerhoutje voor je muurverf en schrijf
er met een watervaste stift de naam op van de nieuwkomer.
Sneeuwwitjes |
Staartmees, hoort óók in de wintertuin |
En
dan is er ook nog een (klein) segment planten dat bloeit in de winter, waaronder
de Jasminum nudiflorum ofwel ‘blotebloemenjasmijn’. (Deze vrije vertaling neem
ik voor mijn rekening; officieel luidt de Nederlandse benaming
‘winterjasmijn’.) De winterjasmijn is weliswaar niet groenblijvend, maar dat
wordt in de maanden december en januari, of zelfs nog langer, ruimschoots
goedgemaakt door de vrolijke felgele bloemen aan vierkante groene stengels die
tot ruim drie meter zullen uitgroeien, zélfs tegen een muur op het noorden. Een
vrolijke noot in donkere dagen!
Het
peperboompje, Daphne mezereum, laat in de herfst zijn bladeren vallen en bloeit
vervolgens in de winter en het vroege voorjaar met helder rose bloemen die ook
nog geuren. Sterk zelfs! De Nederlandse naam is wat misleidend, want dit
‘boompje’ groeit uit tot een struik en wordt ongeveer een meter hoog. In de
zomer draagt Daphne rode vruchten. Kortom: een ‘hebbeplant’.
net als het roodborstje! |
Lonicera
purpusii, een struikkamperfoelie, kan snel uitgroeien tot een hoogte van 2
meter en heeft ook qua omtrek wat ruimte nodig. Maar dan héb je ook wat. Deze
kamperfoelie geurt al in het begin van de winter. De geur wordt omschreven als
‘… zoet en fris, met een lichte hint naar citroenen’.
Skimmia
japonica rubella wordt getaxeerd op ‘redelijk winterhard’, is de hele winter
getooid met donkerrode bloemtrossen, in april gevolgd door crème-witte bloemen.
Geeft de voorkeur aan ‘half schaduw’ en vraagt bij strenge vorst enige
bescherming.
Helleborus: een parel in de sneeuw |
Een
mooie toevoeging voor de basis vind je in de familie van de Helleborus, de
kerstrozen, die bloeien van december tot april, tot in het voorjaar dus. Ze
hebben een voorkeur voor kleigrond en die is hier in onze provincie ruim
voorhanden. Daarnaast zijn ze honkvast, houden dus niet van verplanten, en groeien
in de loop der jaren uit tot royale pollen: groene buffers tussen de uitbundig
bloeiende zomerplanten.
Ook
een aantrekkelijke ‘bodembedekker’ is Erica carnea, winterheide, die zoals de
naam al doet vermoeden, bloeit van januari tot april. Deze Erica gedijt in een
groep, maar wil wel graag kort gehouden worden onder het bekende motto: snoeien
(ná de bloei!) doet groeien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten