In míjn tuin ...
…
is het sneven en sneuvelen zodra ik mij daar vertoon. Soms verbeeld ik mij
zelfs een siddering waar te nemen, als ik alleen al de deur opendoe. Komt daar
misschien die bekende spreuk ‘de wind eronder hebben’ vandaan? Feit is wel dat
ik met straffe hand regeer, daar buiten, omdat ik, net als Vadertje Staat, het
beste voor heb met mijn plantenkinderen. Met de beste bedoelingen: dat zij
uitgroeien tot de mooiste exemplaren van hun soort!
Feit
is ook dat veel van mijn planten totaal niet berekend zijn op een straffe hand,
van wie dan ook. Een straffe wind is ook lastig, maar nu eenmaal onderdeel van
de natuur.
Vanwege
die straffe wind heb ik in de loop der jaren trouwens een aardige voorraad
opgebouwd aan steunmaterialen. Voornamelijk het bekende systeem met een groene
‘poot’, voorzien van een rubberen houdertje voor verschillende maten
steunringen. Werkt uitstekend. En eenvoudig: gewoon de ring tijdens de groei
met de plant mee omhoog schuiven.
Maar
voor mijn Clematis recta Purpurea is dat toch niet genoeg. Want die doet het bijna
té goed, op de klei. In het voorjaar knip ik de stengels van het afgelopen jaar
laag af en hup! daar komen de nieuwe scheuten linea recta! in rap tempo omhoog.
En elk jaar zijn het er meer: de plant treft geen enkele blaam.
Clematis recta purpurea, aan een rekje |
De
stengels lopen inderdaad purper uit, maar verkleuren geleidelijk naar groen, terwijl
de toppen hun purperen kleur behouden. Ze zien er qua omvang stevig uit, maar dat
is gezichtsbedrog want de stengels zijn hol, zoals dat ook het geval is bij die
grote berenklauwen, Heracleum. In de praktijk, overgeleverd aan mijn
verzorging, blijken ze toch wel kwetsbaar. Ik besteed dan ook veel aandacht aan
deze purperen schone en leid de stengels zorgvuldig omhoog, langs een rekje
waaraan ze voorzichtig en met beleid worden aangebonden. Maar beleid of niet,
en ik doe het natuurlijk niet expres, toch krijg ik het elk jaar weer voor elkaar
om bij deze behandeling minimaal één van die best wel dikke, maar dus holle
stengels ‘om te leggen’: knak! Die doet het niet meer. Het is gebeurd voor je
het weet en onherroepelijk, niet meer te herstellen. ‘Oen!’ roep ik naar
mezelf, want ik weet: zelfs een ezel stoot zich in het gemeen geen twee keer
aan dezelfde steen. Wàs ik maar een ezel: dan kon ik ongegeneerd een potje huilebalken
om mijn geklungel in die aan mij overgeleverde tuin …
Geen opmerkingen:
Een reactie posten