Op 23 april jl. werd de Nationale Bijentelling geïntroduceerd
op initiatief van ‘Nederland Zoemt’. Het is een gezamenlijk project van
Landschappen NL, Naturalis in Leiden, Natuur & Milieu en IVN, Instituut
voor Natuureducatie en duurzaamheid.
Want hoewel er nog niet eerder zo’n telling heeft
plaatsgevonden, zijn er toch grote zorgen over de waarneembare achteruitgang
van het wilde bijenbestand: onder andere een onmisbare schakel in onze
voedselvoorziening.
De deelnemers aan dit project, zo’n 4000 belangstellenden,
noteerden uiteindelijk een totaal van meer dan 41.000 bijen, met een
stipnotering voor de honingbij: maar liefst 14.311 exemplaartjes. De rosse
metselbij werd 6.150 keer waargenomen en de aardhommel eindigde met brons:
2.811 waarnemingen. Omdat het de eerste keer was, kunnen hier nog geen exacte
conclusies aan verbonden worden. Maar een eerste plaats voor de honingbijen was
geen verrassing: het gaat naar verhouding goed met deze bijtjes.
Toch zijn er veel zorgen omtrent het bijenbestand, met name
dat van de wilde bijen. En dat is terecht. Want uiteindelijk zijn we voor een
groot deel van onze voedselvoorziening afhankelijk van deze beestjes. En juist die
voedselvoorziening, door het bedrijven van intensieve landbouw, in combinatie
met een toenemende verstedelijking van het landschap, is een bedreiging voor onze
bijensoorten. Tel daar de ‘verstening’ van de tuinen en tuintjes in onze
woongebieden bij op, met ook nog een strak en efficiënt maaibeleid in de
plaatselijke groenvoorziening, en je hebt de verklaring voor de afname van het
aantal wilde bijen.
Een bijtje op het glas |
Hoog tijd voor doeltreffende maatregelen. Er is al veel
geschreven over dit onderwerp, maar dat heeft tot nu toe nog veel te weinig
effect gesorteerd. Maatregelen als het heffen van een ‘tegeltax’ zijn niet echt
van de grond gekomen en de tegels dus ook niet.
Eigenlijk niet verwonderlijk, want dit onderwerp wordt vooral
behandeld en gelezen in tuintijdschriften en tuin-gerelateerde artikelen en
daar zijn de tegelaars nu eenmaal niet in geïnteresseerd. Bovendien: baas in
eigen tuin.
Dan toch die tegeltax invoeren? Geld is wel vaker een prikkel
als er iets bereikt moet worden.
Een mogelijkheid op lange termijn zouden schooltuintjes
kunnen zijn, waar kinderen van jongs af aan ervaren wat een tuin je kan
opleveren.
En dit is een hommel: ook een liefhebber van nectar! |
Tot het zover is kunnen wij tuiniers in ieder geval het
bijenvolk ondersteunen met nectarplanten en niet alleen in het voorjaar en de
zomer! Bijen zijn het hele jaar actief, ook in de winter, en we kunnen ze in
onze tuinen in alle seizoenen bedienen. In de zomer bloeit er genoeg en ook in
de herfst voorzien we in nectar met herfstbloeiers als Japanse anemonen,
herfstkrokussen en natuurlijk asters. Voor de winter zijn bijen aangewezen op
planten als nieskruid (Helleborus), Mahonia, Sarcococca en winterakonieten
(Eranthis hyemalus). In het voorjaar kunnen ze terecht bij sneeuwklokjes,
krokussen, blauwe druifjes en longkruid (Pulmonaria). Hebben we nog ergens
plek?!
Dan is er nog een bijenwereld te winnen vóór de volgende
Nationale Bijentelling in 2019!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten