…
leggen óók alle vogeltjes hun ei in mei. En daar is dan soms een lange periode
van voorbereiding aan vooraf gegaan. Op 9 maart noteerde ik op mijn kalender:
‘een winterkoninkje begint aan een nestje in de klimop, voor op het terras’. Dat
is niet voor het eerst, maar altijd leuk, zo vlak voor je neus.
Op
11 maart is het mooi weer en besluiten we buiten te eten, zij het na enige
aarzeling, omdat we de winterkoning niet van zijn werkzaamheden willen
afhouden. We hebben hem trouwens al twee dagen niet meer gezien. Maar dat zegt
niks, want ik zit natuurlijk niet de héle dag naar buiten te koekeloeren.
Troglodytes troglodytes, holbewoner welles/nietes! |
Pas
op 20 maart meldt mijn kalender, waarop ik ons hele leven bijhoud, behalve ‘regen,
regen, regen’ ook: ‘het winterkoninkje bouwt dapper voort aan zijn nest. De
aardbeienpot op de hoge standaard is zijn tussenstop’. Toch schiet het niet erg
op. Ik durf er ook niet van heel dichtbij naar te kijken, buiten in de klimop,
want dat zou onze holbewoner wel eens kunnen afschrikken. Gelukkig zijn wij
thuis behalve van volgekrabbelde kalenders ook voorzien van naslagwerken; ik
heb dan ook twéé boeken van Richard Burton in de kast staan. Zijn boek ‘Vogels
over de vloer’ uit 1991 laat een foto zien van een ‘met veren gevoerd bolletje
van mos en gras dat vaak gevonden wordt in een holte in een muur of schuurtje’.
Het tweede boek, ‘Mijn Vogeltuin’, uit 1998, noemt ook wallen en bomen en zelfs
open nestkasten als onderkomen voor het holbewonertje. De winterkoning neemt
het dus kennelijk niet zo nauw met zijn verblijfplaats. In dit laatste boek wordt
hij overigens aangemerkt als ‘zeldzame bezoeker’. Dat valt hier reuze mee. Want
dat we hem niet dagelijks zien kan ook te maken hebben met drukke bezigheden
elders. Net als zijn soortgenoten zal ook dit koninkje geen genoegen nemen met
slechts één armzalig paleisje: hij bouwt meerdere nestjes. Omdat hij ook een
beetje huichelachtig is, jawel. Hij bezingt zijn nestje uit volle borst om een
vrouwtje te lokken en is dat eenmaal gelukt, dan zal hij, bij voldoende
voedselaanbod, dat wel, in de omgeving nog meer vrouwtjes naar andere nestjes
proberen te lokken! We moeten het hem maar niet kwalijk nemen: strenge winters maken
veel slachtoffertjes onder zijn soortgenootjes.
Ik
gun hem zijn nestjes, deze holbewoner, in mijn tuin, in mei!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten