groenling |
...
is altijd wel wat te beleven. Zo niet voor mij, dan wel voor de horde katten
die mijn tuin frequenteren ofwel veelvuldig bezoeken. Ze spelen er tikkertje, boompje
verwisselen, sporenzoekertje, bokkiespringen, verstoppertje en uiteindelijk krijgertje.
Oudhollands vermaak!
Maar
ze zijn niet de enige frequenteerders! Zodra de temperatuur daalt, zoeken
kleine beestjes als insecten, slakken en wormen een vorstvrij heenkomen en zijn
de vogels aangewezen op de vetbollen en andere geneugten die wij voor ze
ophangen. Nestkastjes worden slaaphokjes en al dat goede nieuws over dit
‘gefundenes Fressen’ verspreidt zich fluitend door de tuinen. De belangstelling
neemt per dag toe. Vinken, roodborst, winterkoninkje, kool- en pimpelmezen, mussen
en merels en zelfs al staartmeesjes: dág allemaal, zijn jullie daar weer?! Ik
ben zó blij ze weer te zien! Maar ik ben tegelijk de sukkel, die vergeten is dat
katten er óók zo blij mee zijn: ‘gefundenes Fressen’! Op een avond zie ik in de
schemering een grote zwarte vlek op de muur, waar ruim twee meter boven de
grond een nestkast hangt; zo’n driehoekige, met een smalle punt en een glad
leien dakje. Wat denk je: daar had zich een grote zwarte kat overheen
gedrapeerd! En waarom kan ik daar nou nooit eens het knappe van inzien? Nee,
meteen roepen en tieren, zodat dat beest niet weet hoe gauw hij hals over kop,
létterlijk in dit geval, weg moet komen! Die zien we voorlopig niet meer terug,
denk ik dan.
Mispoes. Een week later hangt het hokje bijna ondersteboven aan de
muur en op de grond ligt de grote pot, die op een hoge standaard voor de muur
stond, aan scherven. Onder het vogelhokje, ja.
De gruzelementen ... |
L’histoire
se répète: vorig jaar is het ook gebeurd. Onze koningin zou zeggen: “Beetje
dom.” Tja. Ik heb, net als vorig jaar, een stuk gaas onder het hokje
vastgebonden - dat werkt wel, maar het staat ook een beetje dom. En dus zoek ik
op internet naar een betere oplossing.
Een
apparaat dat met een voor mensen onhoorbaar geluid passerende katten, honden,
vossen, konijnen en duiven verjaagt! Bereik: wel tweehonderd vierkante meter!
Maar hoe moet dat dan met onze oude buurhond, die een paar keer per dag achter
de heg passeert? Dat kan ik hem niet aandoen. En duiven? Dat zijn vógels! Het
doel heiligt de middelen, maar je moet het niet voorbij schieten.
Ik
frequenteer mijn tuin nu ook en roep met hoge frequentie “boe!” tegen de ongewenste
frequenteerders van mijn tuin!
jonge merel |
pimpelmees |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten