Het is weer wintertijd. Iedereen spoedt zich in het donker naar huis (waarom niet het hele jaar zomertijd?!) en alles wat niet leuk is aan ‘weer’ komt samen: kou, wind en regen.
Knautia macedonica |
Uit het artikel blijkt dat juist de stad voor bijen een geweldige leefomgeving is geworden. Pesticiden, zoals Round-up, die in de landbouw nog steeds volop worden gebruikt, zijn in Parijs al sinds tien jaar verboden. Maar niet iedereen ziet daarin het verschil tussen de betonbijen, zoals de stadse bijen worden genoemd, en de bijen op het platteland.
Geraniumblad |
Prunella, bijenkorfje |
Bloemen bloeien er het hele jaar en lanen, straten en parken zijn onder andere beplant met kastanjebomen, prunus, linden en de honingboom, Sophora.
Allium |
Rudbeckia Goldsturm |
Met zo’n vierhonderd bijenvolken, die onder andere gehouden worden in bijenkasten op het dak van de Opéra, het Grand Palais en bij Louis Vuitton, is Parijs op weg de grootste bijenstad ter wereld te worden.
Maar de concurrentie komt op gang! Op 16 maart van dit jaar is in New York het bijenverbod opgeheven dat bijna twaalf jaar geleden werd ingevoerd uit angst voor bijensteken. Bijen werden gezien als een bedreiging voor het stadsleven. Daar denkt men nu dus anders over. First Lady Michelle Obama, die zich inzet voor de promotie van gezonde voeding, liet daarop op 20 maart een bijenkorf plaatsen bij het Witte Huis en dat zal ongetwijfeld veel Amerikanen inspireren om hetzelfde te doen.
In Brussel zijn ook imkers actief en heeft men de beplanting in de groene zones aangepast aan de regio, heemplanten dus, om ook daar de bijenvolken in stand te houden.
Onze eigen hoofdstad, Amsterdam, laat zich niet onbetuigd. In stadsdeel Slotervaart ligt al heel lang het Oude Bijenpark en in stadsdeel Geuzenveld is het Nieuwe Bijenpark aangelegd. Samen beschikken beide parken over honderdtien siertuinen en tweeëntwintig imkertuinen. Ook op Amsterdamse daken worden bijenvolken gehouden en de belangstelling voor een imkercursus neemt hier eveneens toe.
Geranium |
Nog dichter bij huis, in de stad Groningen, houdt men zich ook bezig met ‘betonbijen’. Vorig jaar is daar besloten tot het zaaien van meer nectardragende bloemen, onder andere op braakliggende percelen. Van oorsprong ‘Groningse’ wilde soorten, maar ook gewassen als luzerne, phacelia, koolzaad en incarnaatklaver: bijenlokkers bij uitstek. Ook worden in de stad meer fruitbomen aangeplant en nectarleveranciers als linde en tamme kastanje. De Gemeente Groningen heeft al twee ‘bijenstanden’ en er zal er nog één bijkomen. In een leslokaaltje kunnen ook cursussen en demonstraties gegeven worden.
Dat zijn berichten om vrolijk van te worden in sombere tijden! En natuurlijk zijn er veel méér steden in Nederland en elders ter wereld, waar imkers zich al dan niet op het dak met betonbijen bezighouden. Misschien voelen we ons wel aangesproken en zaaien we in het voorjaar ook bijenlokkers. Bijen vliegen niet op geur, maar op kleur. Ze houden vooral van blauw, maar ook van geel, dus daar kan straks vast een aardig hoekje mee ingezaaid worden.
Geranium |
Tot het zover is bekommeren we ons om wat grotere vliegertjes: de vogels die in onze tuinen overwinteren. Op regenachtige dagen valt er heel wat af te knutselen met kinderen en/of kleinkinderen! Hokjes en voederplankjes geven leuk timmer- en schilderwerk en met het voer kan ook heel wat geknutseld worden.
tuin alles bij elkaar binden.
Op dikke naalden, nummer 7, is dat zó gepiept. Zet tweeëntwintig steken op en brei vier naalden in ribbels. In de vijfde naald gaatjes breien: twee steken recht, twee steken recht samenbreien, draad om de naald slaan. Herhalen tot het eind van de naald. Dan in steken naar eigen smaak doorbreien tot de gewenste lengte bereikt is. Afkanten, onder- en zijkant sluiten. Haak een koordje en haal dat door de gaatjes heen. Vul het zakje met pinda’s, brood, fruit, kaas en grote zaden of een (zelfgemaakte) vetbol, knoop het dicht en hang het buiten op een goed bereikbare plek voor vogels.
Een sneetje volkoren vinden ze ook lekker, maar dan wél leuk opgediend. Maak deeg met vijfhonderd gram volkorenmeel, tien gram gist, drie deciliter lauw water en vijftig gram boter, zónder zout. Laat het deeg rijzen en rol het uit tot een lap van ongeveer een halve centimeter dik. Snijd er figuren uit (grote boterham, poezenkop, kerstster, hart, letter, blad-, appel- of peervorm) en maak bovenin een gaatje met een satéprikker. Leg de vormen op bakpapier op een bakblik, laat nog twintig minuten narijzen en bak ze een kwartier tot twintig minuten in een op 225ºC voorverwarmde oven. Haal een touwtje door het gaatje en versier er een kaal boompje mee. Dit brood kan ook heel goed worden ingevroren, zodat je de vogels altijd van ‘vers’ brood kunt voorzien.
Ach, het is eigenlijk best gezellig, in de wintertijd. En zó lang duurt het nu ook weer niet. Geniet van het vogelvolk in de tuin en mijmer alvast over het zaaigoed in het voorjaar!
November 2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten