vrijdag 10 februari 2012

FEBRUARI/MAART

TUINKALENDER

Maart 2005: óók in 2012?

FEBRUARI/MAART

 Voorlopig zit de vorst nog in de grond; daar is dus niets aan te doen, aan de grond.

 Maar het kan verkeren, dus maak gerust al plannen.

 Zaai binnen vóór - zie het artikel Heggenmussen ‘Snert of slasoep’.



 Zodra het gaat dooien de potplanten direct water geven.
 Ruim de schuur op, als het niet al te koud is, en noteer wat er aangevuld moet worden: potgrond, compost, mest, gereedschap.
 Laat alsnog de grasmaaier slijpen: binnen afzienbare tijd kan er weer gemaaid worden.
 Geef binnen overwinterende kuipplanten geleidelijk iets meer water.

 Blijf de vogels voeren en maak de nestkasten alvast schoon.
 Blijf je vooral verheugen op het komende voorjaar!




Maarts viooltje!



Februari 2012

SNERT OF SLASOEP?

Heggenmussen

Éven leek het er op: een winter zonder schaatskoorts, met een geruisloze overgang naar de lente. In de vroege ochtend van 29 januari klonk er buiten al een vrolijk voorjaarsconcert van vogels en in de sloot zaten de woerden elkaar achterna: wie zou er met die mooie eend aan de haal gaan? Zelf was ik vast begonnen met het wegknippen van geknakte stengels: veurjoar in de kop! Ik fantaseerde zelfs al over de slasoorten die ik zou gaan zaaien, voor een lekkere slasoep! En toen begon het alsnog te vriezen, op de valreep van de winter.

Thermometer binnen:
4 februari 2012
Thermometer buiten:
rododendron, 4 februari 2012




















Maar goed ook, want na alle nattigheid van de afgelopen maanden heeft een beetje vorst beslist ook goede kanten. Fruittelers zijn blij met een temperatuur van -2°C tot -7°C omdat de fruitbomen daarmee in winterrust komen. Ongedierte legt het loodje (ook in onze tuinen) en de natte grond wordt weer beloopbaar, zodat bomen en struiken gesnoeid kunnen worden. De spruitjes smaken lekker zoet, nu het zetmeel onder invloed van de kou wordt omgezet in suikers. En eindelijk heeft het nut: die lelijke winterbanden onder de auto. Wat schaatsen betreft: dit is hét moment om ze op Marktplaats te zetten of er een paar aan te schaffen! Muts op, sjaal om en wanten aan om een frisse neus te halen; goed voor de weerstand. En laat die slasoep nog maar even zitten, want we eten snert.


In het midden: voorgezaaide pluksla, in juli 2011 al flink 'geplukt'! 

De verstokte tuinier heeft ondertussen niets te klagen, want er is genoeg te doen om  goed beslagen ten ijs te komen, als het straks echt lente is. Na de ijspret wacht ons voor de rest van het jaar een slechte economie en breken er in de tuin gouden tijden aan voor de nutsgewassen. Met de invoering van de moestuinbakken is het telen van groente binnen ieders bereik gekomen, tot op het balkon. Kakelverse groente, onbespoten, op elk moment van de dag binnen handbereik, dat geeft een enorme voldoening! Kinderen leren spelenderwijs waar de radijsjes vandaan komen en telen hun eigen aardbeien: doordragers! Veel groenten kunnen ter plekke gezaaid worden, buiten. Wie over een koude bak beschikt (een bak met een ruit als deksel) kan daar vanaf eind februari al in zaaien. Bijvoorbeeld radijs, sla, spinazie (neem het snelgroeiende ras ‘Breedblad Scherpzaad’).

Zodra in februari de vorst uit de grond is, moet er in de moestuin opgeruimd worden. Verwijder resten van planten, maar ook de plantenwortels, om de kans op ziekten te verkleinen. Zo nodig kan de grond gespit worden, waarbij meteen compost en (organische) mest met de grond vermengd wordt. Aan kleigrond kan ook nog zand toegevoegd worden, om de doorlaatbaarheid te verbeteren. Na het spitten egaliseer je de grond met de achterkant van de hark. Nu kun je plastic tunnels over de moestuinbedden heenzetten, zodat de grond sneller opwarmt. Dan gauw naar binnen om zelf op te warmen en alvast wat vóór te zaaien.

Vóórverwarming
Voorgeweekte erwtenzaden! Erwten zijn goed bestand tegen een koel klimaat. Na het uitplanten moeten ze wel met vliesdoek beschermd worden tegen muizen en 
vogels, tot ze zo’n 25 cm hoog zijn. Als de erwten oogstbaar zijn niet te lang wachten, omdat anders de vogels je alsnog vóór zijn. Erwten kunnen ook ingevroren worden: tot je weer aan snert toe bent. De wortels van deze planten hebben knobbeltjes die stikstof uit de lucht vasthouden. Na de oogst laat je ze daarom in de grond zitten, zodat de stikstof vrijkomt voor een volgend gewas. Kool bijvoorbeeld. Ook binnen voor te zaaien: tuinbonen. Die kiemen al bij 10-15°C en kunnen eind maart, begin april buiten geplant worden. Laat de zaden van aubergines kiemen bij een temperatuur van 20-25°C, op de vensterbank boven de verwarming. Aubergines zijn echte zonaanbidders, dus pas eind mei mogen ze buiten uitgeplant worden. Pepertjes en paprika’s zijn ook van die koukleumpjes. Zaai ze bij een
temperatuur van 23-25°C en breng ze naar buiten als het echt lekker warm is.

Maar: het oog is groter dan de maag! Dat betekent: meer opscheppen dan je op kunt. Voor je het weet barst je moestuin uit zijn voegen, dus zaai niet teveel groenten vóór. Dan is er ook nog ruimte op de vensterbank voor zomerbloemen. Je kunt vaste planten zaaien, maar die hebben we meestal al genoeg. Eenjarigen zijn handig om kleuraccenten aan te brengen of gaatjes, en natuurlijk ook potten, te vullen.

Cobaea scandens, klokwinde, verkleurt
al een beetje naar violetblauw
Een mooie klimmer met grote opvallende bloemen, violetblauw of wit, is de klokwinde, Cobaea scandens. Aanvankelijk hebben de bloemen een groenwitte kleur. In februari binnen in potten voorzaaien bij een temperatuur van 15-20°C. Duw de zaden verticaal in de grond. Klokwinde is in ons klimaat niet winterhard, maar kan wel als kuipplant binnen overwinteren. Deze klimplant bloeit van juli tot oktober en kan meer dan drie meter hoog worden.

Groot zijn ze, de bloemen van de
Cobaea scandens, klokwinde
Een klimmer die hier wel wat op lijkt, is de dagbloem, Ipomoea. In februari de zaden twee dagen laten weken in lauw water (boven de verwarming) en laten kiemen bij een temperatuur van 18-28°C. Eind mei kunnen de planten naar buiten, in hun eigen pot. Niet verplanten dus. Eventueel als kuipplant laten overwinteren.

Vrolijk geel is de kanariekers, Tropaeolum peregrinum. Tot maart binnen in potten voorzaaien met twee tot drie zaden bij elkaar. Laat de zaden in het donker kiemen bij een temperatuur van 15-20°C. Half mei, als het niet meer vriest, kunnen ze naar buiten. Niet uitdunnen!

De tabakken zijn ook de moeite waard. Alle soorten van Nicotiana kunnen vanaf midden februari binnen gezaaid worden. Laten kiemen bij een temperatuur van 20-22°C en daarna koeler zetten, tot de planten eind mei naar buiten kunnen. Na tien weken zullen ze bloeien.
Cosmos bipinnatus
Cosmos bipinnatus, (cosmea), Cleome hassleriana, (kattensnor), papavers en nog heel veel andere soorten geven ook voorpret als we ze voorzaaien, terwijl de tuin, verstijfd van kou, nog even op ons moet wachten.

Wie wil er nog een kommetje snert?!


Februari 2012

KENNIS VAN NU

In míjn tuin …

... is er werk aan de winkel. Een januaristorm heeft een zwakke plek blootgelegd in de omheining van onze achtertuin. In eerste instantie besluit ik de overhellende schutting, zwaarbeladen met klimop, te negeren. We hebben zoiets al eens eerder meegemaakt en dat werd een heel gedoe - daar heb ik nu even helemaal geen zin in. En mijn man merkt het toch niet. Sinds hij een nieuwe fiets heeft, verlaat hij ons pand via de voordeur, lopend, uit angst dat zijn juweel gestolen wordt.

In een V-vorm hangt de schutting naar voren
Zelf ga ik wél achterom met mijn gedateerde tweewieler en nu blijkt de doorloop toch wat krapper. Stel je voor dat er straks nog méér omwaait! Uiteindelijk breng ik de boodschap toch maar over. Er worden per omgaande palen opgehaald met bijpassende paalhouders. Mijn man wil ter plaatse de klimop weghalen; precies waar ik bang voor was. Maar dat laat ik niet gebeuren! Het uitzicht moet wel intact blijven. Dus ook zijn tweede voorstel, de palen vóór de klimop, wordt afgewezen. Nee, ze moeten door de klimop heen, zo dicht mogelijk tegen de schutting aan: alsof er niets gebeurd is. En zwart geverfd graag. De vorst onderbreekt tenslotte ons gehakketak, dus het laatste woord hierover is nog niet gezegd.

In de sneeuw is de knik in de schutting nog beter te zien!
Met de kennis van nu had ik dertig jaar geleden de plaatsing van die schutting wel heel anders willen hebben: staanders van metaal in plaats van hout en natuurlijk ook metalen schermen in plaats van de simpele vlechtschermpjes, die het binnen afzienbare tijd ook wel zullen begeven. Maar ja, je had niks, in de jaren zeventig, op het gebied van duurzaamheid. En het jaar 2000, laat staan 2012, was toen voor ons nog onmetelijk ver weg: wie dan leeft, wie dan zorgt.

Scilla, sterhyacint
Maar toch, met de kennis van nu had ik toen kunnen kiezen voor een krentenboompje in plaats van de berkentak, die nu als BOOM de voortuin domineert. Voor tijdloos grind in plaats van grindtegels. En voor een vlonder met smálle kiertjes, waar geen gebaksvorkjes doorheen vallen. Geen woekerende sterhyacinten. Stalen tuinmeubelen, waarvan alleen de kussens vervangen hoeven te worden. En in plaats van liguster een taxushaag. Snoeien: slechts één keer per jaar.

Mijn schoondochter heeft mijn hulp gevraagd bij de inrichting van een nieuwe tuin. Ze rekent op mijn kennis van nu, voor de metamorfose van een stuk omgespit land. O ja, dat wordt vast een leuke tuin, maar met mijn kennis van nu weet ik al: géén tuin anno 2042!

Februari 2012

zaterdag 4 februari 2012

JANUARI / FEBRUARI 2012

TUINFOTO’S

 

31 januari 2012

6 graden vorst: de rododendron krimpt ineen van de kou en de vogels trekken naar de tuin.




4 februari 2012

De rododendron bij min 14 graden, onder de tuintafel sporen in de sneeuw.



Er zijn ook lichtpuntjes: boven in de berk!

Maar de schutting houdt het niet, als er ook nog een storm opsteekt.

maandag 16 januari 2012

JANUARI/FEBRUARI

 TUINKALENDER





De kleuren van deze winter: Skimmia 'Rubella'

JANUARI/FEBRUARI

 Zandzakken voor de deur, tegen wateroverlast dan wel gladheid!

 Het jaar is onstuimig begonnen: verzamel afgebroken takken en bind losgeslagen klimmers opnieuw aan.

Controleer de boompalen bij nieuw geplante bomen.
Laat je daarbij in de zon niet verleiden tot gezellige voorjaarsklussen, want het kan dooien én het kan vriezen!
... en dat ziet er ongeveer zó uit!
  Speuren naar uitlopende bolgewasjes mag natuurlijk altijd.

2 januari: sneeuwklokjes!
Zoek ook naar de knoppen in Helleborus (kerstrozen) en Hepatica nobilis (leverbloempje): dat is goed voor het moreel van de zich verbijtende tuinier.

 En als je dan toch buiten bent: onkruid wieden kent geen tijd!

 Bestel de mooiste zaden om onafhankelijk van de buitentemperatuur binnen voor te zaaien. Soms is vóórpret de grootste pret.

 Het blad ‘Tuin en Co’ nr. 1 geeft een overzichtelijk zaai- en pootschema voor een heel seizoen in de moestuin. Zaaien eind januari: peultjes, prei en worteltjes. Begin februari: uien poten en tuinbonen zaaien.

 Vergeet de vogels niet: tegen de storm in vliegen kost óók veel energie!

►  21 en 22 januari 2012: tuinvogels tellen! Op www.tuinvogeltelling.nl vind je behalve alle informatie over het tellen een fotopagina met de meest voorkomende tuinvogels én hun eigen vogelgeluid. Ook een aanrader voor kinderen!
Januari 2012

HOTSPOT EN HUTSPOT

Heggenmussen

Zó woon je in een rustig landelijk gebied en zó opent elk landelijk Journaal met ‘hotspot’ Ten Boer! Het is vrijdag 6 januari 2012 en het land zucht onder storm en regen. Maar een dreigende dijkdoorbraak, dat was nog niet bij ons opgekomen. Bezorgde familieleden in het westen informeren geschrokken of iedereen al geëvacueerd is en in drogere gebieden worden logeerkamers aangeboden; de watersnoodramp van 1953 in Zeeland ligt nog vers in het collectieve geheugen.

Het Eemskanaal in rustiger tijden,
juli 2011
Verbaasd, want niks gehoord, zetten we de televisie aan en ja hoor: tv Noord toont het rampgebied in volle omvang. Vooral Woltersum is getroffen en op een paar ‘die hards’ na zijn alle bewoners geëvacueerd naar de sporthal in Ten Boer. Alle tv-stations zijn ter plaatse en burgemeester Van de Nadort doet verslag over de omvang van de ramp. Want dat is het, als je ’s nachts van je bed gelicht wordt en halsoverkop je hele hebben en houden moet achterlaten met kans op een waterstand tot twee meter boven de vloer.



De Rijksweg naar Groningen is afgezet: ruim baan voor het leger dat te hulp schiet, nou ja: komt helpen. Een F-16, na al die oefeningen in de afgelopen veertig jaar hier op bekend terrein, inspecteert de kade van het Eemskanaal. Kortom: we staan op de kaart!

'Tuss'n daip en knoal',
(tussen Damsterdiep en Eemskanaal)
zicht op Ten Boer vanaf de dijk
langs het Eemskanaal
Ook de evacués in De Tiggelhal komen aan het woord. En dan blijkt waar een klein dorp groot in kan zijn. Rustig, op het laconieke af, geven de Woltersumers antwoord op de gestelde vragen. Kort ook; je kunt er geen heel Journaal mee vullen. Maar de schets die ze geven van dé Grunneger is gewéldig: niks stug of ontoegankelijk, maar gewoon hoe Groningers zijn: vriendelijk, met humor, elkaar helpen waar het kan en de dingen nemen zoals ze zijn, ook op een ‘hotspot’.
Gelukkig mogen ze een dag later terug naar huis - het grootste gevaar is geweken.

De molen van Woltersum
In de Volkskrant echter staan we de volgende dag weliswaar op de kaart, maar nog lang niet allemaal. Een kaartje van Noord-Nederland vermeldt in een ballonnetje bij de dorpen Woltersum, Wittewierum, Ten Post en Ten Boer: “Bijna alle achthonderd bewoners hebben de dorpen verlaten”. Zo houd je het beeld van een dunbevolkt gebied wel in stand, ja. En dat terwijl Google uitstekend op de hoogte is met onze inwonertallen: Woltersum: 330, Wittewierum 140, Ten Post 900 en Ten Boer 4600! Plusminus allemaal. Ik heb de cijfers per omgaande naar de krant gemaild: die dijk bij Woltersum kan zomaar weer gaan lekken en dan is het maar de vraag of Den Haag onze gemeente met 800 inwoners nog wel de moeite waard vindt, een ‘hotspot’.

Op de kaart!
Tijd voor hutspot! In de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), hield de Spaanse bezetter Alva er rond Leiden zijn leger mee op de been tót de dijken werden doorgestoken. Bij het begin van het beleg, eind oktober 1573, was het Leidse stadsbestuur goed voorbereid, met flinke voedselvoorraden. Eind maart 1574 onderbrak Alva het beleg van Leiden voor de Slag op de Mookerheide. In Leiden leek het niet nodig nieuwe voedselvoorraden aan te leggen, tot Alva op 26 mei 1574 terugkeerde en het beleg hervatte. Zesduizend mensen stierven aan pest en honger. In deze nijpende situatie staken in september 1574 de Geuzen onder andere bij Rotterdam de dijken door. Toen in de nacht van 2 op 3 oktober een storm opstak en de wind keerde, stroomde het water naar Leiden en ‘verdreef’ daar de Spaanse bezetters. Volgens de overlevering bleef een ketel hutspot achter: zeer welkom bij de uitgehongerde Leidenaren. Zo ook de haringen en het wittebrood, waarmee de Geuzen de stad binnenvoeren.

En of de dijken nu doorbreken of niet: tot op de dag van vandaag is hutspot nog net zo gezond als in de Tachtigjarige Oorlog. De Spanjaarden maakten hun hutspot met fijngestampte winterwortelen, uien en pastinaken. In 1574 was de aardappel nog niet overal in Europa ingeburgerd, vandaar de pastinaken.

Wortels danken hun mooie oranje kleur aan het zogenaamde bèta-caroteen, dat behalve in wortelen ook voorkomt in andere oranje en gele groenten en fruit. Maar ook in groene bladgroenten, spinazie bijvoorbeeld, en koolsoorten. De Fransen noemen onze peentjes ‘carottes’ en de Engelsen zeggen ‘carrots’. Bèta-caroteen wordt in ons lichaam omgezet in vitamine A en dat zorgt voor een goede weerstand, is belangrijk voor ons gezichtsvermogen, maar ook voor huid en haar, gezonde botten en groei. Bovendien is bèta-caroteen een anti-oxidant, die beschermt tegen stoffen die schade kunnen toebrengen aan lichaamscellen.

Om goed voorbereid te zijn op beleggen en overstromingen kan het nuttig zijn om wat verhoogde moestuinbedden aan te leggen. Die zijn tegenwoordig ‘in’, overal te koop en ook nog eens gemakkelijk zelf te maken. Beplanten met peentjes! Vul ze met goede potgrond, zodat de wortel in het eerste stadium van zijn groei niet teveel tegenstand ondervindt en een overdosis water weg kan lopen. Verderop in het groeiproces kan de winterpeen onze klei goed hebben.

In januari kan al begonnen worden met zaaien: onder glas of een plastic tunneltje. In de loop van de tijd moet er uitgedund worden: elke dag een paar rauwe worteltjes eten, tot in juni alles geoogst kan worden. Dit zijn de ‘busselwortelen’ of bospeen. Voor de zomerteelt zaai je ‘losse wortelen’ of waspeen en voor oogst in het najaar kiezen we ‘breekpeen’ of winterwortelen: grove tot zeer grove wortels, die lang bewaard kunnen worden.

Zaai van alles wat, dan ben je ook op alles voorbereid en kun je in barre tijden zelfs ‘vivre de carottes’, waarmee de Fransen bedoelen: zuinig leven!


Januari 2012

vrijdag 13 januari 2012

HOT IN DE WINTER

In míjn tuin …

... davert de wind door de bomen. Soms zie ik een tak vallen, maar hoeveel het er uiteindelijk zijn, zie je pas als de wind gaat liggen en je je buiten waagt om op te ruimen. Het meeste is dood hout - zeg maar: het zelfreinigend vermogen van de natuur. Wel oppassen dat ik de tak, die nog is blijven hangen, niet op mijn hoofd krijg en zelf óók onderwerp word van het zelfreinigend vermogen.

De temperatuur is aangenaam, met de zon erbij. Liefst zou ik direct beginnen met opruimen, in de tuin. Met dezelfde energie als waarmee ik na Nieuwjaar de kerstboom te lijf ga, om ruimte te maken voor iets nieuws, iets fris, iets totaal anders! Maar nu in de tuin aarzel ik, na scenario’s met -25°C voor deze winter. Het lijken inmiddels vergissingen, maar als ik de oude vertrouwde Enkhuizer Almanak google, levert dat voor januari een wel zeer genuanceerde voorspelling op: afwisselend (te) koud en (te) zacht. Duidelijk waarom deze almanak zo betrouwbaar is: hier kun je echt alle kanten mee op. Zelfs -25°C is nog mogelijk! Er zit echt niets anders op dan het ongeduld en de opruimwoede te bedwingen en te wachten op februari, met volgens de good old Enkhuizer Almanak ‘geen standvastig winterweer’! Zo mag ik het horen!

Iris reticulata
Laat eerst ook het waterpeil maar even zakken; je kunt nu beter niet tussen de struiken door banjeren en zo de natte klei vast aantrappen. Netjes op de paadjes blijven en ‘niet met je handjes kijken’, maar gewoon met je oogjes! Heus, er is al veel te zien. Tussen de oude rozenblaadjes lopen nieuwe blaadjes uit. Knoppen schuilen onder het mooie blad van Hepatica nobilis, het leverkruid. En ..., ach, hoe heten deze ook alweer? Ik heb er zulke mooie foto’s van, in de sneeuw ... Mijn geheugen laat me na de winter in de steek, maar ik kom er wel weer op: Iris reticulata! Nog maar twee irisjes steken boven de grond uit. Hm, die zijn ook kant en klaar te koop. Want áls het nog gaat sneeuwen, dan hoort Iris reticulata daar mooi blauw doorheen te steken. En hoe zit het met Helleborus, de kerstrozen? Ja! Ik zie de knoppen, al zitten ze nog wat laag.

2 januari 2012: sneeuwklokjes!
Mijn dochter in Amsterdam triomfeerde vóór de kerst met narcissen, vol in bloei! Tja, Amsterdam is ‘hot’. Maar bij mij bloeiden sneeuwklokjes, op 2 januari! Is óók ‘hot’, hier in Ten Boer!


Januari 2012

vrijdag 16 december 2011

DECEMBER/JANUARI

TUINKALENDER


Van Oud naar Nieuw

DECEMBER/JANUARI

 Controleer de regenton: is hij nog leeg, na alle regen?

 Kijk elke week of de buxus in pot niet uitdroogt; ook in de winter heeft buxus water nodig!

 Snoei de druif vóór de jaarwisseling, tenzij het vriest.
 Dat geldt, zonodig, ook voor de esdoorn (Acer), de berk (Betula), de haagbeuk (Carpinus) en de walnoot (Juglans). Deze bomen kunnen ook gesnoeid worden als ze goed in het blad zitten en de sapstroom geen probleem meer is.
 Houd bij vorst en sneeuw paden en stoepen toegankelijk.

 Pak buitenpotten bij vorst in met noppenfolie.

De moestuin op Ewsum, Middelstum:
winterklaar en een lust
voor het oog!
 Geef kuipplanten binnen af en toe wat water.

 Zorg voor zuurstof in de vijver en verwijder sneeuw van het ijs.
 Vergeet de vogels niet: nu vogelvoer, straks luizen en slakken!
 Tijd om de tuinboeken nog eens door te nemen, voor nieuwe inspiratie in 2012!


Fijne Kerst en een goed 2012!


December 2011

ONDERGRONDS

Heggenmussen

Op 21 december, de kortste dag van het jaar, wordt het winter en dat is goed te zien in de tuin: er is namelijk veel mínder te zien dan in de andere jaargetijden! Zoals wij ons terugtrekken in onze warmgestookte huizen, zo trekt veel ‘natuur’ zich terug in de grond. Diep genoeg om buiten het bereik van de vorst te blijven. Ook al zou je dat op het eerste gezicht niet zeggen: er zit dus nog steeds leven in de grond, zij het op een laag pitje.

De winterslaap van dieren kenmerkt zich door een zeer trage stofwisseling. Die wordt bereikt door het verlagen van zowel de lichaamstemperatuur als het ademhalingsritme. De energiebehoefte neemt drastisch af en daarmee ook de behoefte aan voedsel. Zo kan de winterslaper soms wel maanden teren op de vetreserves, die met veel eten in de herfst zijn opgebouwd. Juist in dat jaargetijde biedt de natuur een overvloed aan bessen, zaden, paddestoelen en, voor slakken en wormen, afgevallen bladeren.
Omdat we nu niet meer of heel weinig in de tuin werken, valt de afwezigheid van sommige diertjes misschien niet eens op. De slakken bijvoorbeeld, waar we ons de rest van het jaar zo druk over maken, waar zijn die gebleven? Ondanks onze tegenwerking zijn ook zij er in geslaagd een vetreserve op te bouwen en de naaktslakken hebben zich daarmee wel tot één meter diep in de grond teruggetrokken! Met dank aan de tuinier! Huisjesslakken hoeven niet zo diep - hun huis biedt enige bescherming tegen de kou. Ook met al hun vetreserves passen ze nog steeds in de huisjes, waarin ze zich zo ver mogelijk terugtrekken, om vervolgens met een laagje slijm de opening af te sluiten. Het slijm droogt uit en wordt hard; een kleine opening in dit dekseltje zorgt voor de noodzakelijke ventilatie.
Regenwormen kunnen diepe verticale gangen graven, maar leven vrij dicht onder het oppervlak, waar ze hun humushoopjes achterlaten. We krijgen de regenwormen eigenlijk alleen te zien wanneer ze door trillingen tevoorschijn komen. De trillingen kunnen worden veroorzaakt door onze voetstappen, door slimme merels, maar ook door regendruppels. In de winter echter trekken de regenwormen zich dieper in de grond terug voor een winterslaap.

Onze eigen huismier
De hardwerkende mieren moeten hun werklust in de winter helaas bedwingen, omdat de winterkou ze zo bijzonder traag maakt. Met zijn allen verschuilen ze zich onder de grond, bij hun nest. Ook bosmieren doen dat, maar omdat de groene specht op de hoogte is van deze gewoonte en leeft van bosmieren, krijgen ze het daar zwaar te verduren. Voor de specht is het ‘gefundenes Fressen’, waar hij gretig gebruik van maakt. Na de winter zijn er echter altijd genoeg mieren over om het nest te herstellen en het volk weer op sterkte te brengen. Voor de volgende winter, zullen we maar zeggen.
Hommelkoninginnen generen zich er ook niet voor om in de grond te overwinteren. Maar dan wel solitair en ook nog op een ‘vorstvrij’ plekje! Pas als de buitentemperatuur is opgelopen tot boven 6° Celsius treden de hommelkoninginnen weer naar buiten.

Struiksprinkhaan
Sprinkhanen leven in hun volwassen stadium waarschijnlijk maar een maand. In die ene maand legt het wijfje haar eitjes voor een nieuwe generatie: in de grond. Daar overwinteren de eitjes tot de temperatuur oploopt en komen de ‘nimfen’ uit. Na zes vervellingen zijn ze volwassen. In sommige landen worden ze gebakken of gefrituurd en opgegeten: eiwitrijk voedsel voor de mens. Maar hier dus niet vers verkrijgbaar, met Kerstmis!
In de grond, maar ook onder een stapel bladeren of verstopt in het gras, overwinteren de rupsen van dagvlinders. Voor de zekerheid maar even niet over het gras lopen. Bij vorst en sneeuw is dat ook voor het gras beter.
Onze huis- en bosmuizen redden zich wel in de winter. Vooral van de huismuizen begrijp ik dat: in huis hoeft niet gebibberd te worden. Zelfs in garages kunnen ze goed overwinteren, zoals blijkt uit de tientallen muizenpoepjes die daar bij de voorjaarsschoonmaak worden aangetroffen! Voor slaapmuizen ligt dat anders. Tot de familie van de slaapmuizen horen onder andere de bosslaapmuis, de hazelmuis, de eikelmuis en de relmuis. Vooral die laatste twee kunnen we wel een paar maandjes missen: laat ze maar lekker slapen, ondergronds.
Wie nog mollen wil gaan vangen, moet wel heel diep graven of toch maar wachten tot het lente wordt en de mol ontwaakt uit zijn winterslaap: in het begin van de winter al trekt dit diertje zich terug in diepere, vorstvrije, lagen aarde.

Eerlijk gezegd was ik me tot nu niet bewust van zóveel levende beestjes onder de grond en dan ook nog in de winter! Wél natuurlijk van het levende bolgoed, want dat stoppen we zelf onder de grond. Hoe redden de bollen zich eigenlijk, in barre winterse omstandigheden?

Bollen zijn ware kunstwerkjes. Wanneer wij ze in het najaar poten, is de bloemknop al aanwezig. Maar ook heeft de bol alles in zich om deze knop te beschermen, te voeden en te laten groeien. Een tulpenbol bijvoorbeeld heeft rond de bloemknop vlezige bladeren, zoals we die ook bij uien zien, waarin voedsel is opgeslagen en ook een beetje water. Hoge concentraties voedselmoleculen helpen als een soort antivriesmiddel vorstschade te voorkomen. De bodem van de bol is de stengel waar de wortels uit groeien. Daarnaast ontwikkelen zich daar ook ‘adventieve’ wortels: bijwortels. De bovenste wortels zullen zich samentrekken, korter en dikker worden, en zijn in staat om de bol dieper de grond in te trekken, naar een geschikte plek.

Ook al zien we het niet, er is genoeg te beleven in de tuin: ondergronds!


December 2011

DE KONING DER VOGELS

In míjn tuin …

... kan ik het niet meer ontkennen: het wordt toch winter, of ik dat nu leuk vind of niet.

Sijsjes!
Gelukkig verdringen de vogels zich rond de voerplekken in de tuin en dat geeft een vrolijke afleiding. De meeste komen in troepjes, sommige zijn ‘Einzelgänger’, zoals roodborst en winterkoning.
Misschien is het winterkoninkje wel de grappigste van het stel. Een opgewekt, bedrijvig vogeltje, dat zelfs in de winter nog tijd heeft om ook luid ‘zingend’ zijn aanwezigheid kenbaar te maken.

De familie winterkoninkjes, Troglodytes, komt uitsluitend voor in Amerika. Waarschijnlijk is ooit één soort de Beringstraat overgestoken en zo in Europa, Afrika en Azië beland: ‘onze’ winterkoning, Troglodytes troglodytes. De vertaling van de Latijnse naam luidt: holbewoner. Dat doet mij niet direct denken aan een vogeltje van nog geen tien centimeter en een ‘gewicht’ van plusminus vijf gram! Toch hoort dit op een na kleinste vogeltje (het goudhaantje is de kleinste) tot een van de meest algemene soorten hier. Ze eten insecten en spinnen, ook wel slakken, en in de winter cakekruimels(!) en zaden. De winterkoninkjes die wij in de zomer zien zijn standvogels: die blijven het hele jaar. In de winter komen daar soortgenootjes bij uit koudere gebieden: trekvogeltjes. Strenge kou is desastreus voor deze kleine beestjes. Ze slapen daarom soms met tientallen tegelijk, dicht opeen, in nesten of nestkastjes. In strenge winters worden grote verliezen geleden, maar doordat ze in het voorjaar vaak en veel nestjes hebben, blijft de populatie toch op peil.

Verhaal voor bij de kerstboom: een Griekse sage vertelt hoe de vogels een koning kozen. De vogel die het hoogst kon vliegen, zou hun koning worden! Dat was natuurlijk de arend, met zijn machtige vleugels. Maar het kleine winterkoninkje had zich verstopt tussen de veren van de arend en toen die boven alle andere vogels uitgestegen was, vloog de winterkoning op uit de veren van de arend en werd daarmee de koning van de vogels. Daar was niet iedereen het mee eens en er volgde een nieuwe uitdaging: kon de koning ook in de aarde doordringen? Daarop kroop het winterkoninkje in een muizenholletje. Alwéér iedereen gefopt! Toen kreeg de uil opdracht de wacht te houden bij het muizenhol, zodat de winterkoning niet zou kunnen ontsnappen. Maar de uil viel in slaap en het winterkoninkje kroop uit het holletje: hij werd alsnog de koning van de vogels en de uil schaamde zich zó dat hij zich overdag niet meer liet zien!

Fijne kerst met mooie verhalen en in 2012 een vroeg voorjaar! 


December 2011

vrijdag 11 november 2011

NOVEMBER/DECEMBER

TUINKALENDER

Herfst of nazomer?


                              NOVEMBER/DECEMBER


Lekker Pietje uit
 Amsterdam!
 Bollen poten, rozen en bomen planten: het kan allemaal nog zolang het niet vriest.

Een late, slome wesp op bloeiende
klimop
 Hark afgevallen blad van het gazon en de groenblijvers.

Óók een mooie groenblijver in de winter:
peterselie!
 Verzamel het blad in plastic zakken. Prik daar gaten in en giet zeer royaal water op het blad om het composteringsproces te bevorderen. Knoop de zak niet te strak dicht, zodat er zo nodig nog eens water bijgegoten kan worden. Uiteindelijk resultaat: mooie bladaarde.

Of verspreid de bladeren in de border.

 De buitenkraan nog niet afgetapt en afgesloten? Doe het nu!
 Controleer de regenton: is hij leeg? en zet de gieters ondersteboven.
 Leg een ijsvrijhouder in de vijver.
 Vul het vogelbad met schoon water en leg er bij vorst een stukje kippengaas overheen, zodat de vogels er niet in kunnen badderen en ... bevriezen.
 Lok de vogels naar de tuin met vogelvoer.
    
Lekker Sintje uit
Ten Boer!
November 2011

 Zet een zak zand klaar voor de gladheidsbestrijding op stoep, oprit en tuinpad.