donderdag 15 april 2004

APRIL DOET WAT IE WIL

Heggenmussen
Oranje 'Fascination'!




O, wat lagen we voor op ons schema in februari. In maart heeft de natuur dat maar weer even rechtgetrokken; de temperatuur bleef flink onder de maat. Met als prettige bijkomstigheid dat we zo wel veel langer plezier hadden van het vroege bolgoed, zoals sneeuwklokjes en krokussen: die stonden ‘in de koeling’! Misschien brengt april ons wel een lekker ouderwets gemiddelde: geleidelijk wat meer warmte met af en toe een zacht voorjaarsbuitje. En alsjeblieft geen storm meer, dat hebben we nu wel genoeg gehad.
EENJARIGEN
April is in ieder geval een mooie maand om ons te bezinnen op de eenjarigen. Want die zijn absoluut onmisbaar in de tuin. Ze zijn er in een lange reeks van verschijningsvormen en afmetingen: van kruipertjes (Alyssum) tot reuzen (zonnebloemen). En in alle denkbare kleuren. Sommige bloeien de hele zomer door, tot de vorst invalt, terwijl er ook eenjarigen zijn die juist in de nazomer hun steentje bijdragen. Ze zijn uitstekend geschikt voor opkweek in potten, zodat je er naar believen of behoefte mee kunt schuiven op het terras of in de tuin.
ZOMERBOL VAN HET JAAR
Tot de eenjarigen (geen vaste planten) wordt niet alleen ‘zaaigoed’ gerekend, maar ook knolgewassen, zoals bijvoorbeeld knolbegonia’s. Lang zijn ze verguisd - je zet toch geen begonia’s in je tuin! - maar gelukkig zijn ze inmiddels over hun truttige imago heen, zoals dat heet. De knolbegonia is zelfs uitgeroepen tot zomerbol van het jaar 2004: dat moet de laatste twijfelaars toch overtuigen! Ik ben gevallen voor Begonia ‘Dubbel Bouton de Rose’, om de mooie roze kleurtjes, de volle bloemknoppen (dubbel!) en natuurlijk de naam: een verleidelijke belofte. En dan blijken ze ook nog eens te bloeien van juli tot oktober. Dat wordt mijn mooiste pot deze zomer!
Nog zo’n eenjarig knolgewas is de dahlia, al een paar jaar helemaal trendy. En ook goed op te kweken in een ruime pot, wat toch wel veel voordelen heeft. Zeker voor klungelige tuiniers zoals ik, die bij het rooien in de herfst hun schop dwars door de knollen heen steken!
Drijfdahlia
Mijn dahlia’s overwinteren tegenwoordig gewoon in hun pot, droog en vorstvrij in de garage. In het vroege voorjaar haal ik ze uit de pot, verwijder de oude grond zoveel mogelijk en snij hier en daar een rottend knolletje weg. Eventueel delen en oppotten in nieuwe grond ... en daar gáán ze weer! Bij de dahlia’s gaat mijn voorkeur nog steeds uit naar de witte mignondahlia ‘Sneezy’ met haar eenvoudige bloemen én de donkere cactusdahlia ‘Chat Noir’. Maar ‘Arabian Night’ krijgt dit jaar ook een kans. En ‘Fascination’, roze bloem, donker blad, heb ik ook nog. Wat leuk allemaal!
PLANTJES OF ZAADJES?
Plantjes als lobelia, impatiens en petunia, om de bekendste maar even te noemen, moet je gewoon half mei kant-en-klaar kopen. Die zijn over het algemeen niet duur en dat scheelt een hoop werk. Maar het blíjft leuk om zakjes zaad uit te zoeken. Als je kiest voor eenjarigen, die zichzelf uitzaaien, ben je volgend jaar gauw klaar. Nigella (juffertje-in-‘t-groen) is zo’n plantje. Zaai op een zonnige plek en herhaal dat met tussenpozen. Dat is ook een manier om een lange bloeitijd te hebben. En combineer de juffertjes dan met Eschscholtzia (slaapmutsje). Heel bekend is het oranje slaapmutsje. In een boek uit 1965 worden deze door W.R. Oudshoorn nog ‘Juliaantjes’ genoemd. Het kán, oranje ‘Juliaantjes’ naast blauwe ‘juffertjes’, maar je moet een beetje durven. Eschscholtzia is ook verkrijgbaar in wit: ‘Milky White’. Dat kan zéker. Pluk ze om de bloei erin te houden, maar laat aan het eind van het seizoen zo hier en daar wat staan, zodat ook het slaapmutsje zich kan uitzaaien. Zaai bij deze combinaties wat donkere korenbloemen: Centaurea cyanus ‘Black Boy’, die als uitroeptekens nog eens extra de aandacht zullen vestigen op zo’n eenjarigengroepje.
Echium plantagineum ‘Blue Bedder’ (slangenkruid, ook wel bijenvoer genoemd) is met zijn zachtblauwe kleur eveneens goed te combineren met de zachtblauwe nigella’s.
Zaai vergeetmenietjes of koop ze als plantje, want die zaaien zich ongebreideld uit, zonder dat het overigens een plaag wordt. Waar je ze niet wilt hebben, trek je de jonge plantjes gemakkelijk uit de grond. Plant die zaailingetjes bij elkaar in een pot, blauwe strik eromheen en je kunt weer iemand blij maken!
TABAK VAN TABAK
Nu de tabak aan alle kanten afgezworen moet worden, is het voor verstokte rokers misschien een troost te weten dat je tabak (Nicotiana) zonder rookpaal in je tuin mag planten en als je de goede soort kiest, ruikt het nog lekker óók!
Nicotiana sylvestris
Ik heb het over Nicotiana sylvestris, die wel twee meter hoog kan worden en bladeren heeft van 30x60 centimeter. Dat maakt indruk. Bovenin hangen trossen witte buisvormige bloemen, die vooral ’s avonds heerlijk geuren. Zaai ze in mei buiten in de tuin, zon of halfschaduw, of in een grote pot: voor geur op het terras, van juli tot oktober. Je zou wel gek zijn om door deze geur heen nog een sigaret op te steken!
OPIUM VOOR HET VOLK
En nu we het toch over verslaving hebben: wees eens wild met een handjevol papaverzaad (Papaver somniferum)! Gewoon met een weids gebaar uitstrooien in de border. Waar je denkt dat het terechtgekomen is, de grond met de hand even aandrukken. Wel graag in de zon en herhalen mág! Als de zaaddozen niet voortijdig door voorbijgangers worden geplukt, dan komen ze volgend jaar spontaan weer op. Ze zijn er ‘enkel’, gevuld, gefranjerd, met bijzondere zaaddozen (‘Hen and Chickens’) en in een kleurenschema van wit via roze en rood naar bijna zwart. Práchtig!
PLEZIER VOOR DE TUINIER
Neem ook alvast een zakje Cosmos bipinnatus sensation mee (cosmea). Pas in mei en/of juni kunnen ze buiten worden uitgezaaid, maar je moet ze gewoon niet vergeten. De tuin kan beslist niet zonder deze hoge vrolijke bloemen in wit, roze en rood, die tot ver in oktober doorbloeien. Een feestje!
Ook over eenjarigen zijn heel wat boeken verschenen. Lees er eens wat over en laat je inspireren tot de mooiste combinaties, ook met vaste planten. Aanbevolen: ‘Verrassende Eenjarigen’ door Michael King en Marion Nickig (uitg. Terra).
Laat april maar doen wat hij wil: wij gaan zaadjes uitzoeken!

April 2004

zaterdag 10 april 2004

TAKKENBOOMPJES


Acer pseudoplatanus 'brillantissimum'
In míjn tuin …
... staan drie boompjes voor de deur: een cadeau van mijn ouders. Ze staan niet helemaal kaarsrecht en ook niet strak in het gelid. Maar dat is hier de huisstijl: plankjes hangen bij ons ook scheef aan de muur. We hebben drie waterpassen, maar ach, dat is zo'n gedoe.
Nieuw blad!
In het voorjaar lopen de boompjes prachtig uit met oranjeroze blad en zo blijven ze niet onopgemerkt. Het commentaar varieert van: "Wat mooi!" tot "Kunnen die mensen nog wel bij hun voordeur komen?" Eens keek een collectante mij streng aan en vroeg: "Weet u wel wat u hier geplant hebt?" "Zeker," zei ik, "acer pseudoplatanus brillantissimum." "Maar dat worden reusachtige bomen!" probeerde ze mij alsnog bang te maken. "Nee hoor," en ik legde uit hoe dat zit met enten op een onderstam. Zo te zien geloofde ze het maar half en toen ze de oprit afliep keek ze nog eens wantrouwig achterom naar de boompjes, die daar zo onschuldig mooi stonden te wezen.
Goed, ze zouden dus niet reusachtig worden. Maar ze groeiden wel en ik wist de naam dan wel uit mijn hoofd, maar of ze ook gesnoeid moesten worden - daar had ik geen idee van. Zo af en toe knipte ik er eens wat af. Mijn moeder, als gulle gever zeer betrokken, had er wél een idee over: "Je moet ze snoeien." Ja, wie was hier nou de tuinier? Ze deden het toch goed?! Maar toen ze bleef aandringen, gaf ik toe, op een verschrikkelijke manier. Bij elke boom zaagde ik de 'bol' af op zo'n twintig centimeter. Zo, nu waren ze gesnoeid - dat kon geen mens ontkennen! Er stonden drie stammetjes, met elk een paar uitsteeksels. Het deed niet echt meer aan boompjes denken en wie het zag schrok van de aanblik. Ik werd er ook een beetje zenuwachtig van, maar hield zelfverzekerd vol dat dit dé methode was om bolboompjes te snoeien. Wat had ik gedaan! Uit schuldgevoel beulde ik mijn handen af op het maken van drie kransen van de afgeknipte takken. Ik hing ze om de staakjes en maakte mijzelf wijs dat de boompjes hun takken nu weer terug hadden.
Het werd een onzekere winter en in het voorjaar keek ik iedere dag even stiekem of er al wat te zien was. Nog nooit ben ik zo blij geweest met rode puntjes op een boom! Ze deden het nog! Ik knip ze nu elk najaar bij, zodat ze compact en overzichtelijk blijven.
Nooit te oud om te leren in mijn vergevingsgezinde tuin!

April 2004

maandag 15 maart 2004

OP SCHEMA

Heggenmussen

"Het is warm!" sprak de weerman begin februari met een gezicht van: ík ga zo zwemmen! Uit het westen des lands kwamen opgewonden telefoontjes: "Hé mam! mijn crocussen bloeien!" en "Ach kind, de crocussen staan al in bloei!" Maar hier striemde de regen de ramen - je kon niet eens naar buiten kíjken - en op het dak klepperden de pannen in een woedende zuidwesterstorm. Van de boerencrocussen stak twee centimeter spriet boven de grond uit.
SCHEMA
Ik verbeet mijn jalouzie; laat die crocussen nog maar even veilig ónder de grond zitten. Het noorden komt nu eenmaal pas wat later in bloei. Na een week bloeiden de botanische crocussen en nog een week later ontloken de eerste paarse exemplaren. Het komt heus wel goed hier. Wij liggen óók voor: op óns schema. De kerstrozen (helleborus) bloeiden wel drie weken eerder dan gebruikelijk. En rozen en clematissen en zelfs de vaste lathyrus liepen al heel vroeg uit. Moeten nu alle tuinboeken herschreven worden? Kunnen we nog wel vertrouwen op de IJsheiligen of zijn we plotseling overgeleverd aan onze eigen inzichten?! Kom, we laten ons niet gek maken - het kan nog steeds vriezen en dooien. We gaan opruimen, zoals altijd in maart.
ZWAAR WERK
Eerst ruimte 'scheppen' voor het tuinafval in de compostbak. Bij mij is het traditie dat daarbij op een gegeven moment de hele bak omkiepert, onhoudbaar. Toch altijd weer een tegenvaller. Ik haal de bak weg en schep de scheve bult die achterblijft op het pad. Veel bewegingsvrijheid heb ik niet in dat hoekje en het scheppen gaat gepaard met een hoop gepuf. Wanneer de bodemplaat schoon is kan de bak teruggezet worden en begint het schepwerk in omgekeerde richting: alles er weer in. De mooie zwarte compost hou ik apart in emmers: klaar voor gebruik. Laten we maar zeggen dat het een methode is om de composthoop om te zetten. En er is weer ruimte!
Tuinafval dat minder geschikt is voor de compostbak, zoals (kleingeknipte) takken en uit de border geharkt blad, verzamel ik tijdelijk in vuilniszakken. Als straks de hele tuin schoon is, verspreid ik dat weer langs de heg en onder de struiken. Daar kan het mooi verteren zonder dat iemand er last van heeft en de vogels vinden er nog wel bruikbaar nestmateriaal in.

Nestje van een spotvogel in de veldesdoorn
TEGELTIP
Door de vele regen van de afgelopen maanden is de grond wel erg nat geworden en je kunt dan ook niet zomaar met je grote voeten op de tuinaarde gaan staan. Dan trap je de grond helemaal dicht, terwijl zuurstof en afwatering juist zo belangrijk zijn. Veel handiger is het om op een paar strategische punten in de border een stoeptegel te leggen, zodat je altijd overal bij kunt. Als je ze netjes neerlegt is het in de winter geen vervelend gezicht en in de zomer zijn ze in een mum van tijd onzichtbaar tussen het groen. Wel even controleren of je er geen (nog niet opgekomen) planten onder begraaft.
SNOEIWERK
Eerst worden de plantrestanten van vorig jaar opgeruimd. Veel stengels kun je zo afbreken, maar pas op! Er zijn er ook die afgeknipt moeten worden. Als je daaraan gaat trekken, komen ze met wortel en al uit de grond en dat is niet de bedoeling, aldus de ervaringsdeskundige! Het onkruid wat je bij deze bezigheden tegenkomt meteen verwijderen - weg is weg. Oefen al doende de plantennamen nog eens, gewoon omdat het zo leuk is om te weten waar je het over hebt.
Snoei de rozen, volgens het boekje of naar eigen goeddunken. Of niet. Als je graag overzicht wilt houden, zou ik het toch maar wel doen. Dat geldt ook voor de clematissen. Ik heb heel wat boeken waarin de snoei van clematis in alle toonaarden beschreven wordt, maar het duidelijkst vind ik Romke van de Kaa in 'Buiten de perken', bladzijde 112. Doe jezelf een groot plezier en schaf dat boekje aan: het helpt enorm bij het tuinieren én … het relativeren daarvan! O zo belangrijk! Ook belangrijk: rozen en clematis na de snoei bemesten, liefst met goed verteerde stalmest, en dat afdekken met een laag compost. Bij droog weer regelmatig water geven.
Wacht met het snoeien van de hortensia's zeker tot half maart en dek ze bij nachtvorst af met vliesdoek of desnoods een oud laken, want de vorig jaar al gevormde knoppen zijn reuze gevoelig voor vorst in deze tijd van het jaar. Knip de oude bloemschermen af, vlak boven het bovenste paar knoppen. Bij oudere struiken kun je wel eens een oude tak diep wegknippen. Dit zal het uitlopen van nieuwe scheuten bevorderen en wordt daarom 'verjongingssnoei' genoemd (niet thuis proberen na te doen!).

Hydrangea 'Quercifolia'
Voor hydrangea arborescens (zoals de 'Annabelle') en hydrangea paniculata (pluimhortensia) geldt weer heel iets anders: die mag je in het voorjaar kort afknippen, op zo'n 30 centimeter, want deze hortensia's bloeien op het nieuwe hout. Dat levert dan ook nog eens enorme bloemschermen op. Bij geen of geringe snoei blijven de bloemen veel kleiner. Net waar je van houdt. Één uitzondering: hydrangea paniculata 'Praecox' bloeit op het oude hout. Niet afknippen dus!
Hydrangea 'Quercifolia' met het grote eikenblad en de klimhortensia (hydrangea petiolaris) tenslotte hoeven helemaal niet gesnoeid te worden. Alleen de oude bloemschermen die nog niet weggewaaid zijn uit de klimhortensia halen. Liever dan mest hebben hortensia's een laag compost aan hun voeten om zoveel mogelijk vocht vast te houden.
BOMEN KNIPPEN
Bolacacia en bolcatalpa kunnen geknot worden. Eens in de drie jaar is prima, maar mijn bolacacia was na twee jaar al veel te groot, dus die kreeg elk voorjaar een drastische knipbeurt. Gehoord van de buurman: bolacacias kunnen slecht tegen verstoring van hun wortels. Dáárom kwam mijn bolboom zo slecht op gang, toen ik zijn boomspiegel opnieuw beplant had. Nu snoei ik de takken terug op zo'n twintig centimeter. Even niet teveel vragen van mijn verstoorde boom.
HARDE OPPERVLAKKEN
Behalve de tuin zijn ook paden, opritten en terrassen aan een schoonmaakbeurt toe. Dat is kiezen tussen chemische middelen of veel lawaai met water. Ja, je kunt wel met gieters regenwater uit de ton en een harde bezem aan de slag, maar dan is de zomer om voor je klaar bent. Dan valt mijn keuze toch op het lawaaiwater: spuiten met de hogedrukreiniger, zo efficiënt en zo snel mogelijk. Het resultaat is verbluffend. Mos en groene (algen) aanslag ben je zó kwijt en met een wat minder harde straal spuit je ook de tuinmeubelen schoon. Wel eerst de violen van de tafel halen, want die overleven het niet!
Als dan alles schoon en opgeruimd is zie je ook gemakkelijker wat vervangen of hersteld moet worden. Of gewoon geverfd. Maak een lijstje van alles wat je nodig hebt en schaf dat meteen aan, zodat je op een droge dag zó aan de slag kunt. Dat werkt het prettigst en het snelst.
Want uiteindelijk is het ook tijd om te genieten van het prille groen, van al die vrolijke bollen die in bloei komen, van de eerste warme zonnestralen en het opgewonden vogelgekwetter. Gewoon, van dat de tuin het weer dóet!

Maart 2004

woensdag 10 maart 2004

HOOP

In míjn tuin …

... heb ik hoop begraven. Dat klinkt heel somber, maar het is beter zo. Begraven onder hoopjes blad: om de hoop vast te houden, en onder hoopjes koeienpoep: om de hoop te voeden. Want hoop kan zo maar in rook opgaan; dan is de hoop vervlogen en blijft je tuin hooploos, wat later hopenloos en uiteindelijk hopeloos achter.
Toen ik nog secretaresse was bij 'Lexicologie' (taal, taal, taal) in Leiden vroeg een medewerker mij eens: "Is het nou wezelijk of wezenlijk?" Ik keek hem meewarig aan en zei: "Het is hopenloos," waarop hij boos het vertrek verliet - domme secretaresses! Daar had ik mij even goed uit gered, want ik wist het zo gauw ook niet. En dus was er voor mij wezenlijk hoop, vond ik. Dat moest ik erin houden!
Zo is mijn tuin bezaaid met hoop en hoopjes, in heel veel soorten. Goede hoop en vage hoop, nog geen mierenhoop, maar natuurlijk wel bladhoopjes, composthoopjes en mesthoopjes en minuscule hoopjes humus: van de wormen. Ik zou nog warme hoop kunnen úítspreken (of nog erger), maar ik heb het liever in de tuin op de hoop van zegen, naast de hoop op regen. Hópen bloembollen heb ik er begraven - want daar is in het voorjaar de hoop op gevestigd.
Katten lopen te hoop om hun eigen hoop te begraven in de tuin. Op onze beurt hebben wij er een hoop katten en andere huisdieren begraven. In meer dan dertig jaar huwelijk en met drie kinderen sneuvelt er heel wat in die sector. Ze rusten overal onder de planten, onder een hoopje stenen uiteraard! Ter herinnering.
Soms wordt de hoop de bodem ingeslágen: bij strenge vorst, als de sneeuw zich nog niet opgehoopt heeft, of bij grote hitte als onverhoopt de regen uitblijft. Maar ik wanhoop nooit in mijn tuin want hoop komt altijd vanzelf weer ergens boven. Hopelijk. Anders wel als je de boel eens goed overhoop haalt. Dat stemt toch hoopvol?
Want hopeloosheid, daar doen we niet aan, hoor! Koester de hoop in de tuin en ook daarbuiten. Maar hoop nooit tegen beter weten in, dat heeft geen zin. Hoewel, ik ben een hopeloze hoper. Is er nog hoop voor mij? Wie biedt mij hoop? Het hoeft niet van de grote hoop - ik ben snel tevreden. Een beetje zon, wat plukjes groen: dat is al heel hoopgevend en dan blijft er ook nog wat te hopen over. Want hoop doet leven en zo lang er leven is, is er hoop - kom daar maar eens tussen!
In de hoop iedereen hiermee voldoende hoop te hebben gegeven verblijf ik, met vriendelijke groet, in mijn toch wel erg opgehoopte tuin!

Maart 2004

zaterdag 15 november 2003

BLOEMEN IN DE WINTER

Heggenmussen


November, dat is eigenlijk niet zo'n leuke maand. Alle opwinding over de prachtige herfstkleuren is mét de verkleurde bladeren verdwenen en aan de achtergebleven staketsels moeten we nog even wennen. Er is ook nog geen afleiding in de vorm van sneeuw of kerstversieringen en zelfs voor vogelvoerversiersels is het nog wat aan de vroege kant. Echt zo'n 'aftakelmaand'! Tijd voor wat levenswijsheid: gewoon accepteren, dat aftakelen, net als ouder worden(!), maar er natuurlijk wél het beste van blijven maken!
IJSBLOEMEN
Mogelijkheden genoeg: ook in de winter zijn er bloemen. Weet je nog, die prachtige ijsbloemen op de ramen na een nacht met strenge vorst?! Daar kon je dan met je adem zo'n mooi kijkgaatje in blazen. Maar met al dat dubbele glas van tegenwoordig hoeven we op díe bloemen niet meer te rekenen.

Helleborus orientalis, ook mooi
ECHTE BLOEMEN!
Zolang het niet vriest kan er nog steeds geplant worden. Voor direct-effect: winterbloeiers. Bij de vaste planten ben je nu aangewezen op de kerstroos: Helleborus. En dan met name Helleborus argutifolius met groenwitte bloemen voor een zonnige standplaats, Helleborus orientalis 'Early Purple' met donkerpaarse bloemen en Helleborus niger met witte bloemen voor schaduw of halfschaduw. Soms moet je wat langer op de bloei wachten, maar ook het zicht op de knoppen is al een feestje: binnenkort in dit theater! O ja, strooi voor de zekerheid wat (Ecostyle) slakkenkorrels rond de kerstrozen, anders gaat de voorstelling misschien niet door.
AAN DE STRUIK!
Bij de heesters vind je een verrassend aantal winterbloeiers. Zoals Jasminum nudiflorum (winterjasmijn). Een wat slap uitgroeiende struik, die daardoor uitstekend aangebonden en geleid kan worden met de hele winter felgele bloemen. Na de bloei goed terugsnoeien en dode takken verwijderen om het model erin te houden. In tegenstelling tot de 'zomer'jasmijn geurt deze soort vrijwel niet. Jammer.
Skimmia japonica 'Rubella': stekje uit een boeketje!
Dat geldt ook voor Skimmia japonica 'rubella'. Eigenlijk bloeit die pas in het voorjaar, met witte bloempjes, maar de schermen donkerrode knopjes zien er bloemig genoeg uit - gewoon planten en genieten van deze mooie kleur in de wintertuin. Houdt van halfschaduw.
Hedera (klimop), in struikvorm of als klimmer, hoort ook in dit rijtje thuis. In het najaar bloeit hij met bolle gele bloemschermpjes, waarna de hele winter de groengele zaden zichtbaar blijven tot ze tenslotte uitgroeien tot zwarte bessen in het vroege voorjaar. Groenblijvend! Kan overal, ook in de schaduw en ook in een vaas. (Kreeg eens van gulle tuinvriendin een boeketje klimop met Skimmia japonica 'rubella': prachtig! De skimmiatakjes 'bewortelden' en zijn inmiddels geplant!)
Uit de buxusfamilie komt Sarcococca, een groenblijvende struik met geurende bloemen. S. confusa, een meter hoog, glanzend donkergroen blad, draagt in de winter geurende witte bloemen, gevolgd door zwarte bessen. S. ruscifolia: idem, met crèmewitte bloemen en rode bessen. S. hookeriana, anderhalve meter hoog, bloeit weer wit met later zwarte bessen. Sarcococca gedijt in zon én schaduw.
Min of meer in blad blijft Lonicera purpusii, een struikkamperfoelie van anderhalve meter hoog met in de winter en het vroege voorjaar trosjes witte bloemen - mét geur. Wel graag in de zon. Iets groter (twee meter) is Lonicera fragrantissima, ook niet echt groenblijvend maar, zoals de naam al zegt, met geurende witte buisvormige bloemen in winter en voorjaar. Ook maar in de zon.
Zéér geurig is Daphne mezereum (peperboompje), zonder blad, maar daar is in de late winter ook helemaal geen ruimte meer voor tussen de massa's heerlijk geurende bloemen in paars of roze. Ook deze struik vraagt een zonnige standplaats.
Een absolute groenblijver en geurleverancier is Mahonia japonica met enigszins afhangende gele bloemtrossen. De bloei begint laat in de herfst en houdt aan tot in het voorjaar! M. media is een kruising van M. japonica en M. lomariifolia en misschien nog wel mooier dan M. japonica: met opgaande bloeiwijzen. Als toegift na de bloei geeft Mahonia prachtige paarsblauwe bessen. Ze staan het liefst in (half)schaduw, maar verdragen ook zon.
Mahonia's zijn goed te combineren met Camellia hiemalis, een flinke groenblijvende heester met glanzend blad en aan het eind van de herfst en vervolgens de hele winter enkele of dubbele bloemen in wit, roze of rood, die ook nog eens geuren. Deze Camellia geeft de voorkeur aan halfschaduw en is zelfs geschikt als haagplant: na de bloei kan hij weer helemaal in model gesnoeid worden.
Gevonden in de Atrium Tuinplanten Encyclopedie: Stachyurus praecox. Geen groenblijver, maar dat compenseert hij met paarsrode takken waaraan leuke slingertjes met groengele bloempjes hangen. Bloeit laat in de winter en vroeg in het voorjaar. In de zon met deze flinke heester!
Viburnum bodnantense dawn
En dan de onvolprezen Viburnum (sneeuwbal of gelderse roos). Groenblijvend is V. tinus. Helaas zonder geur en als jonge plant niet gegarandeerd vorstbestendig. Maar op latere leeftijd is hij volledig winterhard. Deze tinus bloeit dan ook de hele winter. V. bodnantense is bladverliezend, maar dat vergeef je hem graag omdat al die witroze bloemen zo heerlijk geuren, al vanaf half november. Bij vorst houdt hij even in, maar zodra het dooit bloeit hij onverdroten voort. Je kunt kiezen uit V. bodnantense 'Dawn', 'Deben' of ' Charles Lamont'. Een zonnige plek is goed, maar halfschaduw mag ook.
KLIMMERS OF BOMEN?
De klimplanten doen het rustig aan in de winter, maar als je een heel beschut plekje hebt kun je je geluk beproeven met de groenblijvende Clematis cirrhosa 'balearica'. Groengele klokjes van januari tot maart, met zelfs nog een beetje geur. Wel een zorgenkindje.
Dat zul je van een boom niet gauw zeggen, dus als je de clematis niet aandurft, plant je maar een Prunus subhirtella 'autumnalis': rozewitte bloemen, de hele winter, tenzij het vriest. Stel je toch voor: een bóóm vol bloemen! Wel opletten dat je de echte 'autumnalis' aanschaft, want Prunus subhirtella zonder meer is er ook, maar die bloeit niet in de winter.

WINTERTIJD
Tegen de tijd dat je klaar bent met uitzoeken, aanschaffen en planten mag het vogelvoer opgehangen en neergezet worden en voor je het weet breekt de kersttijd aan met alle gezelligheid die daarbij hoort. Ook de tuin mag je versieren. Maar maak het niet te gek. Wat verlichting moet kunnen, maar er zijn ook beestjes buiten die graag willen slapen (energie besparen) als het donker is en die in de war raken van al dat licht in bomen en struiken. Op tijd dimmen! Voor mijn kaarsenkroonluchtertje buiten heb ik alvast prachtig glanzende rode kerstballen gekocht - van kunststof. Zodat we bij botsingen - met wát voor vogel dan ook - niet bang hoeven te zijn voor glassplinters.
En na de oliebollen, ik kan er bijna niet op wachten, begint alles weer van voren af aan! Er is veel om naar uit te kijken, beste tuiniers! Lichtpuntjes! Voor het komende jaar wens ik er iedereen 365 - elke dag één lichtpuntje! En daar moeten jullie het voorlopig mee doen: tot maart 2004. Goede winter!

November 2003

maandag 10 november 2003

EEN KAST VOL


In míjn tuin …

... heb ik alles toch zó leuk neergezet dat het steeds weer een genoegen is om ernaar te kijken. Wat een combinaties, wat een afwisseling! Ik vraag mij zelfs af of ik soms een beetje verliefd ben op mijn tuin! Maar hoe zit dat ook al weer, met verliefdheid?

... zó leuk neergezet ...
Toen het net 'aan' was, bezwoer ik mijn man toch vooral nooit toe te geven aan toupetjes, kunstgebitten of andere prothesen: ik wilde hem puur natuur! Dan moet je toch wel erg verliefd zijn, als je desnoods met een tandeloze geliefde door het leven wilt! Inmiddels hou ik gewoon van hem en zijn de bril, de brug en de kroon allang noodzakelijke en verstandige aanpassingen. Verliefd maakt soms een beetje dom!
Je pasgeboren baby: daar ben je ook zo verschrikkelijk verliefd op. Scheel, pukkeltjes, piekhaar, dat maakt allemaal niets uit: jouw baby is de allermooiste en niemand brengt je daar vanaf. Verliefdheid maakt behoorlijk blind!
En dát kun je nou net niet hebben in een tuin. Staat het er echt wel zo leuk bij allemaal of ben ik zó vertrouwd geraakt met al die planten dat alleen al de vertrouwdheid het prettig maakt om ernaar te kijken? Is het dan niet de hoogste tijd voor verstandige aanpassingen?! Wat heb ik allemaal gemist aan trends en ontwikkelingen, terwijl ik zo verliefd mijn tuintje koesterde? Geen sneeuwklokje, geen tulp, geen roos knipte ik af om er binnen van te genieten: dat kan de tuin niet missen, hoor - zonde!

Drie hortensiastruiken heb ik van het type 'Annabelle', met die prachtige groenwitte bollen. Die zijn goed te drogen en beeldig in combinatie met gedroogde hopbellen. Maar dan moet je er wel een aantal hebben natuurlijk. Wat doe ik? Ik knip er dríe af, in mijn krenterigheid. Na weken zijn ze droog en ik prik ze in de hopslingers boven op de kast. Mooi hoor, maar véél te weinig. Buiten staan er nog genoeg, maar daar is inmiddels de vorst overheen gegaan en die zijn bruin geworden. Verderop in de winter zullen ze knakken en door de wind weggeblazen worden. Dom, dom, dom. Ik had mijn hele kast ermee kunnen bedekken als ik niet zo benauwd had gedaan over 'mijn mooie tuin'.
Ik moest maar weer eens nuchter worden. Kijk! daar staan nog monnikskappen - die kun je ook drogen. Als ik ze nou állemaal pluk krijg ik de kast alsnog vol! Dan kan ik de hele winter genieten van al die mooie gedroogde bloemen en word ik in het voorjaar wel weer verliefd … op mijn kale tuintje!

November 2003

woensdag 15 oktober 2003

WINTER IN AANTOCHT

Heggenmussen

Wat een prachtig rustig najaar hebben we! De zon verwent ons nog regelmatig met aangename warmte en het is droog, droog, droog. Dat betekent wel wat meer geloop met de gieter, maar daar zullen we toch aan moeten wennen. Want de al decennialang aangekondigde klimaatverandering zet er vaart achter. En zoals alles heeft ook dit verschijnsel twee kanten: de droogte kan een probleem opleveren, maar de zachtere winters kunnen in veel opzichten voordelen geven. Niet voor schaatsliefhebbers natuurlijk - maar gelukkig zijn daar de kunstijsbanen voor uitgevonden, dus daar hoeven we niet over in te zitten.
Klimaatverandering betekent trouwens nog steeds niet dat wij, tuiniers, niets meer tegen vorstschade hoeven te ondernemen. Want de beschrijving van een 'klimaat' is altijd het gemiddelde van wat zich op weergebied voordoet: de hoogste én de laagste temperatuur, de meeste en de minste neerslag in een bepaalde periode. Dus kom maar weer overeind: de tuin moet worden voorbereid op een paar dagen met zéér strenge vorst! En toch zeker een week onafgebroken regen en een paar weken absolute droogte! En twee keer '10' op de schaal van Beaufort!

Wintersilhouet van Eupatorium, koninginne-  of leverkruid
BLIJF DE WINTER VÓÓR
Controleer dus de klimplanten nog eens op mogelijke stormschade. Veel te lange uitlopers kunnen drastisch ingekort worden. Als je dat jammer vindt, hoef je ze alleen maar stevig vast te binden. Behalve stormen zou het ook nog eens kunnen gaan sneeuwen en een flink pak sneeuw kan je wandbegroeiing lelijk doen uitzakken. Span zo nodig een draad langs je klimop om hem stevig tegen de muur te houden.
De kuipplanten zijn al naar binnen, die overleven de winter wel. Maar sommige achterblijvers in de tuin hebben wat extra bescherming nodig. Zo moet je rozen 'aanaarden': leg rond de voet van de roos (boven de wortels) een heuveltje van compost of aarde, maar houdt de stam zelf vrij. Dat helpt al geweldig. Rozen op stam zijn extra gevoelig op de entplek: dat is de knobbel, vlak onder de kroon, waar de roos op de onderstam is 'geplakt'. De entplek moet goed ingepakt worden met bijvoorbeeld stro. Géén plastic zak eroverheen trekken, dan verstik je de boel. Breng de bescherming ook pas aan als het nodig is, want er gaat niets boven frisse lucht.
Vorstgevoelige planten bescherm je met een rol gaas eromheen die je vol gooit met droge bladeren. Het gaas met bamboestokjes vastprikken.
Potten op het terras hebben ook zorg nodig. Ik twijfelde eens over de aanschaf van twee mooie potten. "Zijn ze vorstbestendig?" vroeg ik aan de verkoper. Die wierp één blik in de voorste pot en zei: "Ja hoor! Vorstbestendig!" Verbaasd vroeg ik waar hij dat aan zag. "Er zit een gat in de bodem!" Dat leek mij niet de goede verklaring, maar omdat ik ze zo mooi vond nam ik ze natuurlijk toch mee. Voor de zekerheid heb ik er eerst een laagje noppenfolie in aangebracht, waarbij ik er voor zorgde dat het gat vrijbleef. Toen een laag scherven en potgrond erin en in elke pot een hosta voor de zomer en winterviolen voor de winter. Het gaat al jaren goed. Ik gebruik nu noppenfolie in alle potten, ook die van zink. Maar dat is dan weer gevoelsmatig omdat zink mij zo vreselijk koud lijkt voor mijn plantjes!

Belangrijke beestjes!
STROOIGOED
Verder is de hele tuin (behalve natuurlijk het gazon) gebaat bij een strooilaag van compost, organische mest en blad. Dat biedt bescherming bij vorst, schuilplaatsen en voedsel voor allerlei belangrijke beestjes (lieveheersbeestjes bijvoorbeeld) en niet in de laatste plaats een belangrijke verbetering van de bodemstructuur. Want daar moeten we uiteindelijk naar toe, met die klimaatsverandering: een bodem die vocht vasthoudt, maar ook een teveel aan vocht gemakkelijk kwijt kan.
Zuurminnende planten zoals skimmia's, rododendrons, azalea, coniferen en taxus krijgen een laag turf op de koude voeten. Als je nog turf over hebt kun je daar de volgende planten een plezier mee doen: rodgersia, lavatera, buddleia (vlinderstruik), hortensia petiolaris (klimhortensia), aconitums (monnikskappen). Hark in dit geval de turf licht in. Alliums stellen prijs op een afdeklaag van turf.
Pioenen houden vooral van een laag compost in de winter. Compost is altijd goed. We zouden dus ook eigenlijk allemaal onze eigen composthoop of -bak moeten hebben. Hoeveel groenafvaltransportkilometers (scrabble!) zou dat schelen?! Zo'n bak neemt maar weinig ruimte in, is snel te camoufleren met een rekje klimop of een wintergroene laurier. En bij gebruik volgens de gebruiksaanwijzing reukloos. De mijne is al zeker vijftien jaar 'in bedrijf', tot volle tevredenheid van mij én de tuin. Én de vogels: die mogen graag in de compost spitten.
Buitenstoel met kussen
TUINBEESTJES
Zodra in de zomer het broedseizoen erop zit gaan ze massaal met hun kroost op vakantie - Joost mag weten waarheen, maar ík zie ze niet meer. Tot ze in deze tijd van het jaar gezellig allemaal weer terugkomen in de tuin. Als je naar buiten kijkt friemelt het voor je ogen! Kennelijk moeten ze zelf ook nog wennen aan die drukte en al snel gebeurt het eerste ongeluk: een winterkoninkje ploft tegen het raam. Hij landt op zijn rug en de vleugeltjes trillen mee op het snelle ritme van zijn ademhaling. Hij leeft dus nog. Maar hoe hard is de klap aangekomen? Even bewegen de pootjes en wat later trekt een trilling door het hele lijfje. Die redt het vast niet. Moet je hem met één klap uit zijn lijden verlossen? Dat kunnen we niet - het winterkoninkje is mijn favoriet onder het vogelvolk. Maar ineens rolt hij van zijn rug op zijn buik - hoe is het mogelijk. Zijn kopje draait naar links, naar rechts en hij knippert met zijn oogjes - dat werkt allemaal nog. Verderop in de tuin passeert een kat, even in de gaten houden. Ha, die verdwijnt door de heg. Er komt steeds meer beweging in het winterkoningkopje, maar hij blijft plat op de grond zitten. Misschien heeft hij zijn pootjes wel gebroken en dan … rrrt! wég is ie! Een happy end. Wat moet je dus doen in een vogelnoodgeval? Niet te snel een genadeklap uitdelen, zorgen dat er geen kat in de buurt komt en de vogel vooral met rust laten. Sommige dingen moet je aan de natuur overlaten.
En andere weer niet: in de loop van november kun je de vogels een beetje gaan voeren zodat ze kunnen wennen aan de voerplekken en in de winter weten waar ze terecht kunnen. Er zijn trouwens nog meer dieren die ergens terecht moeten. Een egel overwintert graag onder een hoop takken in een stil hoekje van de tuin. Als de plek hem bevalt zal hij daar een comfortabel nest maken. Dan heb je al één slakkenvanger bij de hand! Salamanders overwinteren ook op het land. Soms zie je ze in de garage, achter wat opgestapelde stenen. Rustig laten zitten. Vissen laten zich naar de bodem van de vijver zakken omdat daar de temperatuur constant 4°C is. Voeren hoeft niet meer, maar zuurstof blijft belangrijk.
Tot na de winter!
Zorg bij vorst voor een open plek in het ijs, bij voorkeur met een ijsvrijhouder. Het kan ook met een beluchtingsapparaatje, maar dat kan vervelende gevolgen hebben voor vogels. Want ook als het hard vriest hebben vogels behoefte aan een bad en bij gebrek aan denkvermogen nemen ze een frisse duik in jouw open vijverwater om vervolgens te bevriezen. Dat is toch wel een triest einde, zelfs in de winter. Wacht met het uitbaggeren van de vijver tot het voorjaar want kikkers overwinteren graag in een laag modder onder in de vijver - ieder zijn meug!
En als je tuinmeubels hebt die er tegen kunnen zou ik ze lekker buiten laten staan: dat ziet er zo hoopvol uit, midden in de winter en wie weet, met die klimaatverandering, kun je er nog eens zitten óók!

Oktober 2003

vrijdag 10 oktober 2003

GEVONDEN

Bont zandoogje

In míjn tuin …
 
... heb ik regelmatig ander gereedschap nodig dan de typische tuinwerktuigjes in mijn tuinemmer. Spijkers, de hamer, schroeven (gewone of kruiskop), met passende schroevendraaiers, de duimstok, de schop, de bezem. En dat vind ik allemaal in de garage. Ik háál het niet, ik vínd het. Na een lange zoektocht langs dozen, bakjes en potjes in de diverse kasten en daartussen.
Dat krijg je als de kinderen de deur uitgaan. Er komen kamers vrij, ontdaan nu van de meest praktische meubelstukken en de leukste hebbedingetjes. Een klein puinhoopje van 'hoef ik niet meer' blijft achter en je bovenverdieping schreeuwt om reorganisatie. Ja, in figuurlijke zin ook een beetje!
Eerst een logeerkamer inrichten, voor als ze nog eens een weekendje terug willen. Dan een bibliotheekje: eindelijk alle boeken in nette nieuwe kasten met een gemakkelijke stoel ernaast. Eindelijk een terug-trek-plek … nu ze allemaal de deur uit zijn! De enorme lundiakasten, vijftig centimeter diep, waarin voorheen de boeken huisden, konden van de slaapkamer af, hoera, regelrecht naar de garage! Zodat ook daar gereorganiseerd moest worden. Maar daar hadden we nog even geen zin in. We zetten alles wat op de grond stond systeemloos in de kasten, bezemden de vloer ("Netjes, hè?!") en gingen leuk onze slaapkamer opnieuw inrichten.
Maar de ergernis over al het zoekgeraakte gereedschap nam per week toe. "Is dat kleine hamertje in Amsterdam blijven liggen? En ik weet zeker dat we dáár het stanleymes voor het laatst gebruikt hebben." Maar mijn dochter kon niets vinden en bij haar is alles nog overzichtelijk. Er zat niets anders op dan de garage op te ruimen. Op een mooie najaarsdag vatte ik moed. Kast voor kast leeghalen, schoonmaken en alles gesorteerd er weer in. Wat niet regelmatig gebruikt wordt in de verste kast en spullen voor 'dagelijks' gebruik dichterbij: dat scheelt een hoop krassen op de auto!
In de eerste kast vond ik het mooie originele stanleymes terug. Ik heb hem netjes naast het nieuwe knalrode mes gelegd. In de tweede kast, op de bovenste plank achter de autopoetsspullen, die hier kennelijk niet van hun plaats komen, vond ik het ouwe hamertje. Dan geven we de nieuwe aan een timmerlustig kind en kan de ouwe terug op zijn vertrouwde plekje op het gereedschapsbord.
Voortaan háál ik het gereedschap weer.


Het enige wat ik in de afgelopen tijd in de garage nog gevónden heb was een dagpauwoog, boven in een kast, met dichtgeklapte vleugels wachtend tot het weer voorjaar wordt, buiten in mijn tuin.

Oktober 2003

maandag 15 september 2003

ROMMELPOTJES EN ZIELENPOTEN





Heggenmussen


Je kunt het je bijna niet voorstellen, maar we moeten binnenkort alweer aan nachtvorst gaan denken!! Die zomerse dagen van vorige week - lekker buiten eten - zetten je even helemaal op het verkeerde been, want de natuur gaat ondertussen onverbiddelijk door met de voorbereiding op de herfst. Vooruit dan, nog éven met je ogen dicht genieten van de zon, maar daarna toch echt aan de slag! Want een tuinier is nooit klaar - zolang het niet vriest tenminste.
ROMMELPOTJES EN ZIELENPOTEN
Het is nog steeds de moeite waard om de border netjes te houden: gewoon alles wat je niet aanstaat weghalen en op de composthoop gooien. In droge tijden mag er ook wel eens een gieter water bij de compost. Niet vergeten!
De kale plekken die ontstaan bij het opruim- en afknipwerk moet je even opvullen, met een pot van je terras bijvoorbeeld. Daar zit je nu toch niet meer zo vaak. Het gaat nu even om het plaatje van de tuin. De beplanting is op geen stukken na meer zo dicht als in de zomer, maar nog steeds mooi. Het geeft je trouwens de ruimte om je planten nog eens kritisch te bekijken: was die plant achteraf alle moeite wel waard? Hoe lang heeft hij eigenlijk gebloeid en wat bleef er daarna van over? Een rommelpotje! in goed Gronings. Nou kijk, zo'n plant moet eruit. Ik wil daar zelf nog wel eens moeilijk over doen ("Zielig!") maar het is toch echt beter om een vervanger te zoeken voor de zielenpootplant. Ook als je nog niet weet wat er voor in de plaats komt, moet je de plant weghalen. Anders sta je in het voorjaar weer te twijfelen ("Hij komt toch wel mooi op!"). Bovendien kun je de vrijgekomen plek nu goed onkruidvrij maken en bemesten.

Blauwe druifjes tussen scilla's en pulsatilla en één leucojum
TULPEN EN ZO
Misschien is het wel een goeie plek voor bollen. Dat komt dan goed uit, want over een paar weken is het weer bollenpoottijd. En bollen heb je eigenlijk nooit genoeg. Weet je nog wel hoe je tuin er in het prille voorjaar bijligt? Dan is het káál, hoor! Daar kun je nú wat aan doen. Er is zelfs nog tijd om er wat boekwerkjes op na te slaan. Heel leuk, omdat er ook zoveel combinaties in staan, is 'Toveren met bollen' van Jacqueline van der Kloet (Groen Boekerij). Voor de botanici onder ons is er 'Bol- en Knolgewassen' van Roger Phillips en Martyn Rix (Spectrum) met prachtige foto's van bloem en bol, meer dan duizend soorten(!).
Het aanbod van bollen in tuincentra is tegenwoordig heel behoorlijk. Maar als je echt iets bijzonders wilt moet je bij een bollenspecialist zijn. Je kunt via hun catalogi bestellen, maar deze mensen zijn ook vaak te vinden op de speciale dagen die nu door kwekers worden georganiseerd. Je koopt de bollen van Rita van der Zalm zélf en krijgt er een inspirerend verhaal bij mét combinatieadviezen! (Om maar eens iemand te noemen). Dat is echt heel leuk, hoor! In een 'gewoon' tuincentrum krijg je die adviezen niet en moet je het zelf uitzoeken, wat bij mij neerkomt op tien keer hetzelfde rondje langs de bollen lopen met steeds weer andere combinaties - omdat ze allemáál zo mooi zijn. Een luxeprobleem; wie heeft dat tegenwoordig nog.
DE PLEK
Hoe het zal worden ...
Als je zo rond half oktober alle bollen in huis hebt, kan het plantfeest beginnen. Tot die tijd heb je de bollen koel en luchtig bewaard. Bedenk eerst waar ze moeten komen: de meeste bollen houden van een warme, zonnige standplaats. In het voorjaar (kale boel nog) is dat geen probleem, maar de plantplek moet liefst ook nog zon krijgen nadat bomen en vaste planten zijn uitgelopen. En als je al eerder bollen hebt geplant, moet je even bedenken wáár ook alweer, want daar kun je natuurlijk niet gaan spitten. De blauwe druifjes hebben daar iets op gevonden: die sturen in september alvast wat blad naar boven - verblijfplaats bekend!
Dan de plantafstand: één grote pol voor een groots kleureffect of verspreid over een deel van de tuin voor een subtiel, doorzichtig effect? Dit laatste is vooral mooi bij een (niet té) dichte onderbeplanting. Zomaar een hoge tulp op de kale grond maakt toch wel een kouwelijke indruk en dat doet het voorjaarsgevoel geen goed. Op zoek dus naar 'onderplanten'. Dat kunnen groenblijvende bodembedekkers zijn als pachysandra terminalis, hedera (klimop), erica (winterheide), geranium macrorrhizum, ajuga (zenegroen) of zelfs een laaggeknipt buxusblok. Als je liever iets tijdelijks hebt kun je ook vergeetmenietjes gebruiken. Verzamel de zaailingen in de tuin en tussen de tegels en plant ze boven op de bollen. Fris groen, ook in de winter, en als je er flauw van bent trek je ze er zonder scrupules weer uit. Want zo vermeerderen ze zich ook: zonder scrupules!
Vergeetmenietjes!
DE WERKWIJZE
Voor het planten moet je een aardige dag afwachten, want het is nog een hele klus, waarbij het toch maar even droog moet blijven. Als je grote groepen van één soort wilt planten kun je het beste met de schop een groot plantgat maken. Zorg voor voldoende diepte! Verwerk eventueel wat mest door de uitgegraven grond en strooi een laagje zand op de bodem van het plantgat als het om bollen gaat die niet te nat willen staan, zoals bijvoorbeeld alliums. Leg de bollen er met de goede kant naar boven in (vooral belangrijk bij grote bollen) en bedek ze met de uitgegraven grond. Goed water geven en eventueel beplanten. Breng een laag compost of afgevallen blad aan ter bescherming in perioden met vorst. Wanneer het lang droog blijft mag het water geven nog wel eens herhaald worden, want de bollen moeten nu een goed wortelstelsel ontwikkelen.
Voor het subtiele plantwerk (bol voor bol) kun je gebruik maken van een zogenaamde bollenplanter of een speciaal bollenplantschepje - lang en smal. Beide ondervinden evenveel weerstand in de klei, dat maakt niet veel verschil. Maar als je je tulpenbollen liever niet opgraaft in de zomer en ze dus in de grond laat zitten, moeten ze beslist díep gepoot worden. Wel viermaal de bolgrootte, zo'n twintig centimeter. Dit geldt trouwens ook voor alliums. Zo zullen ze minder snel uitdrogen en dat is belangrijk voor herbloei in het volgende seizoen. Bovendien is er minder kans op beschadiging door vorst. Maar met een bollenplanter haal je zo'n diepte niet in één keer en dan is een schepje handiger. Ook deze solisten bemesten en bedekken. En water geven.
Dan is er ook nog de mandjesmethode: bollen in een mandje ingraven, markeren en na het afsterven van het blad in de zomer met mandje en al weer opgraven. Ik heb er geen ervaring mee, omdat ik mij niet wil binden aan de afmetingen van zo'n mandje. Maar het kan natuurlijk best handig zijn.
Narcissen in
pachysandra terminalis
DE ADMINISTRATIE
Schrijf na het planten meteen even de datum op de verpakking en waar je ze gelaten hebt (achter het hekje, bij de brievenbus - want dat is leuk voor de postbode -, onder de appelboom) en bewaar dat in een 'bollenmap': je eigen naslagwerk. Vooral als je er in het voorjaar nog even bijschrijft hoe het afgelopen is!
Mij dunkt dat we voorlopig genoeg te doen hebben. Bollen poten! een van de leukste karweitjes in deze tijd van het jaar. Wat je noemt: genoegen scheppen in je tuin!

(September 2003)