Heggenmussen
Wat is dat toch: dat we allemaal zo dol zijn op ‘zomer’? Behalve soms ‘te koud’, ‘te nat’, ‘te heet’ of ‘te droog’ beleven we in deze periode toch vooral veel genoegen aan het buitengebeuren. Lekker zonder jas naar buiten, (deze zomer zelfs zo goed als zonder paraplu!) en voor de temperatuur hoeft niemand naar Zuid-Europa: in je blote bast buiten rondlopen (mannen) of in een dun hemdje (vrouwen) kan hier net zo goed. Bovendien kun je op je telefoon iedere dag zien hoe je tuin er thuis bij ligt/staat/hangt.
Dat is trouwens nog best meegevallen. In mijn tuin is tot nu toe niet gesproeid; planten die het zichtbaar moeilijk hadden zijn met een gietertje water over hun dode punt heen geholpen. Er hoefden geen planten vervangen te worden.
Maar we hebben nog één zomermaand én een 'nazomer' tegoed: wat nog niet was kan dus nog komen.'Voordeurroos' |
De rode (klim)roos bij mijn voordeur troont daar al járen en heeft al heel wat (onhandige) snoeibeurten van mij overleefd. Het is precisiewerk, van de uitgebloeide rozenbloem naar de plek waar zijn steeltje de afslag heeft genomen. Ik zit er nog wel eens naast. Toch overleeft mijn inmiddels naamloze roos (niet genoteerd) al tientallen jaren mijn geklungel en wij (de roos en ik) hopen dat nog wat tientallen jaren vol te houden.
Nog
zo’n ‘die hard’ is hortensia ‘Annabelle’, Hydrangea arborescens, waarvan nu ook
een verbeterde versie verkrijgbaar is: ‘Strong Annabelle’, beter bestand tegen
wind en regenbuien. Heb je al een ‘gewone’ Annabelle dan kun je die ook
overeind houden met een eenvoudige plantensteun.
Maar
er zijn ook veel zomerbloeiers die zonder ondersteuning kunnen. Verbena
bonariensis, ook wel ‘Stijf ijzerhard’ genoemd, is er zo een. De naam zegt al
genoeg. Deze Verbena, met een hoogte van
anderhalve tot twee meter, behoort tot de groep van kortlevende vaste
planten, maar dat maakt hij goed met het achterlaten van tientallen
zaailingetjes. Het teveel wat daarvan opkomt kun je verdelen over de tuin of
cadeau doen; hij staat tenslotte in de top tien van vlinderplanten!
Iets lager, ongeveer een meter hoog, blijft Gaura lindheimeri ‘Whirling Butterflies’. Wij Nederlanders zien er kennelijk geen vlinders in en noemen deze plant ‘Lindheimers prachtkaars’; dat zegt ook iets. Deze ‘kaars’ bloeit van juli tot de vorst intreedt - dan dooft hij uit en is het wachten op zijn zaailingen in het volgende voorjaar.
Tot
zover de vlinderplanten. Wie heeft er nog geen Delphinium ofwel Ridderspoor in
de tuin? De Nederlandse naam kan je zomaar op het verkeerde spoor zetten, want
van een ridder is in dit geval geen sprake. ‘Delphinium’ is het Latijnse woord
voor ‘dolfijn’: wie goed kijkt kan in de knop van de bloem een dolfijn zien!
En
nu we het toch over beestjes hebben: ooievaars zijn ook vertegenwoordigd in het
plantenrijk, hun bek althans. Geranium Rozanne en Geranium Azure Rush vallen
beide in de categorie ‘ooievaarsbek’. Maar eigenlijk is dat een verkeerde
indeling, want ‘géranos’ betekent ‘kraanvogel’ - en dat is toch een andere
vogel.
Terug
van de beestjes naar de bloemetjes.
Campanula's, ook bestand tegen de Groningse klei |
Zij wél!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten