In míjn tuin...
… heeft zich als altijd de metamorfose voltrokken van voorjaar naar zomer. De lente is óók mooi, met dat prille groen, maar nu zijn we op weg naar de ‘apotheose’, ons buiten vol in bloei, in volle glorie!
Maar
wat is ‘volle glorie’ in een tuin? Hoofdkleur in de meeste tuinen, gazons niet
meegerekend, is toch wel de bedaarde kleur groen. Even opzoeken: het hoe en
waarom.
Het gaat hier om chemie: met het chlorofyl (bladgroen) in de bladeren en zonlicht worden tot en met de herfst koolstofdioxide en water omgezet naar (onder andere) zuurstof. Zuurstof bepaalt de kleur van het gebladerte: groen. Onwillekeurig vraag ik me dan toch even af waarom wij zelf niet groen uitslaan met per dag toch ook een forse inname van zuurstof. Maar het antwoord ligt natuurlijk voor de hand: wij zijn niet ‘bebladerd’.
|
De bloemen van uitgebloeide voorjaarsbloeiers verdwijnen als eerste in het vat. Dat lot treft ook een teveel aan bodembedekkers, die zich na elke winter met meer enthousiasme en dus meer uitlopers presenteren. De term ‘grenzen aan de groei’ wordt vaak gebezigd, op meerdere terreinen, maar is ook van toepassing op mijn eigen terreintje.
Een
uitkomst bieden de klimmers, tot op zekere hoogte. En die mag je zelf bepalen,
met je snoeischaar. Klimop is in mijn tuin favoriet: groenblijvend en goed op
maat te snoeien. Plat tegen de muur kan prima. Met minder snoeiwerk de klimop
wat laten uitgroeien biedt nestgelegenheid én voer aan mussen, merels en andere
tuinvogels. De bloei van klimop, na zes tot tien jaar, is qua kleur niet
opvallend (groen), maar de bolletjes (donkerblauw en voor ons niet eetbaar)
zijn wel een aardige toevoeging.
Dan
de klimhortensia, Hydrangea anomala petiolaris. Die maakt zijn klimnaam waar
met eigen hechtworteltjes. Bloeit de hele zomer met mooie witte bloemschermen
die je ook (binnen) kunt drogen, eventueel met verf bespuiten en in een vaas
‘uitstallen’.
Maar in de zon zitten en zonder meer genieten kan ook, buiten in je tuin!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten