In míjn tuin......
is het eigenlijk alleen maar een ‘komen’ en zelden een ‘gaan’ van planten, struikgewas en boompjes. Maar de meidoorn was onomstotelijk dood, dus die hebben we afgevoerd. Het nieuwe uitzicht wende snel; er komt geen vervanger. De omgekomen boom ging met zijn stam schuil achter een twee meter hoog laurierblok - dat kan nu doorgroeien. Dit alles ‘op het noorden’, dus voor ons aantal zonuren maakt het niets uit.
Toen ook de laatste meidoornmootjes netjes waren opgeruimd en de temperatuur buiten daalde, wist ik binnen ook nog wel iets te doen. Onze kleinste slaapkamer is ingericht als ‘bibliotheek’ en goed voorzien van ter zake doende leeskost, op meerdere terreinen. Wel vaak gedateerd, maar voor ‘tuingerelateerd’ is dat geen probleem.
Mijn tuinboekenverzameling ... |
Overigens staan de meeste tuinboeken nog altijd voor het grijpen, beneden in de inmiddels volgepropte boekenwand. Vijf planken in de eerste kast zijn volgestouwd met nog meer ‘tuinliteratuur’. En nee, daar mag niets van weg! Mijn laatste aanwinst, uit de inbrengwinkel, is het boek ‘De bonte berm’, De rijke flora en fauna langs onze wegen, van Dr. P. Zonderwijk, deskundige op het gebied van de wilde flora met bijbehorend insectenleven, uitgegeven in 1979! Dat ga ik fijn buiten lezen, in mijn bonte ‘geïnsecteerde’ tuin met ook best wel rijke flora en fauna!
Wat blijkt: de geschiedenis herhaalt zich. De schrijver vertelt hoe in de jaren ’50 en ’60 ‘… de bermen in principe weinig kruidenrijk mochten zijn en het gras uit netheidsoverwegingen kort moest worden gehouden’ én dat ‘… deze principes steeds meer worden verlaten. Een kleurige, bloemrijke berm is dan ook in vele opzichten aantrekkelijker.’ Toch zijn in de decennia daarna de grasmaaiers regelmatig ingezet, langs straten en snelwegen, om de grasstroken laag te houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten