zaterdag 11 december 2021

'BUITENTUINTJE'

 

In míjn tuin...  

… is in de herfst weer veel verkleurd blad omlaag gedwarreld. Het is toch ieder jaar weer even wennen, al die doorkijkjes en die kale takken. Maar er is ook een positieve kant: je móest naar buiten om de dwarrelaars bij elkaar te vegen en af te voeren - of, mijn methode, als een dekentje over je tuin te spreiden. Want nu is het winter. Weliswaar zijn we vorst en sneeuw inmiddels een beetje ontwend, maar het zou zo maar kunnen dat we toch nog eens verrast worden met zo’n mooi laagje sneeuw of misschien zelfs ‘natuurijs’. Je zou bijna vergeten hoe dat was vroeger: met een door je moeder gebreide sjaal en muts glibberend over de aangetrapte sneeuw naar de dichtstbijzijnde sloot waar je op een van huis meegenomen stuk karton je schaatsen onderbond, of op de fiets naar de ijsbaan. Een heel gedoe, dat binden, en ze zaten nooit in een keer goed. En dan die reusachtige sneeuwpoppen die we maakten. 

Onze sneeuwpoppen, ergens in de jaren '60

Hijgend en snuivend sneeuwballen rollen, doorsnede: een meter. Die met nog meer gehijg stapelen en dan nog een kleine bol erbovenop: het hoofd. Voor de ogen haalden we kolen uit het kolenhok, de mond krasten we met een stokje, een afgedankte pijp van je vader erin en een winterpeen als neus. Nog een muts erop voor de finishing touch. Eerlijk gezegd: ik mis het niet. En voor de liefhebbers van het glijgebeuren zijn er al lang de beschaatsbare overdekte ijsbanen.

Maar dit is ook mooi ... anno 08-02-2021

Nu ben ik blij met ook in de winter nog een aardig groen uitzicht op mijn tuin. Gelukkig heb ik in de loop der jaren ruimhartig geïnvesteerd in ‘groenblijvers’ als klimop, taxus, laurier en ligusterhagen. En bodembedekkers als asarum (mansoor) en sedum spurium (rode muurpeper).

‘Wat is natuur nog in dit land?’ schreef dichter J.C. Bloem al in 1945 in zijn sonnet ‘De Dapperstraat’, waar je troost kunt vinden in de laatste zin: ‘Domweg gelukkig in de Dapperstraat.’ Jammer dat hij geen rondgang meer kan maken door onze dorpen en steden, waar nu toch steeds meer bewoners zich bewust lijken van het belang van ‘natuur’. In ‘Groningen stad’ word ik in zomer en najaar helemaal vrolijk van de vele stokrozen, die wel gepromoveerd lijken te zijn tot ‘stadsplant nr. 1’!


De 'andere beplanting': bolletjes!

Thuis staat mijn (manshoge) heg een halve meter af van de stoep: zo is ook daar ruimte voor groenblijvers en andere beplanting. In navolging van de Groninger stadjers heb ik er natuurlijk ook stokrozen een plek gegeven: langs de stoep, in mijn ‘buiten-tuintje'.

December 2021 

Geen opmerkingen: