... aan de literatuur ligt het niet ... |
Een andere kijk op de tuin ... en ook weer niet |
Maar
het grappigste tuinboek dat ik ooit gelezen heb verscheen in 1929 in Praag: Het
Jaar van de Tuinier. Karel Čapek beschrijft hierin met een groot gevoel voor
humor en een flinke dosis ironie, op het cynische af, de wederwaardigheden van
de tuinier in elke maand van het jaar.
Zijn broer Josef Čapek illustreerde de verhalen: met eenzelfde gevoel voor
humor. Qua omvang is het met zijn pocketformaat een bescheiden boekwerk, maar
qua tuinliteratuur is het groots! Mijn exemplaar werd gedrukt in 1998 en is
niet meer volop verkrijgbaar; reden temeer om het te koesteren.
Na
de lange januarimaand brengen de dagen in februari eindelijk iets meer licht en
ook de temperatuur neemt, vooral gemiddeld, weer toe. De winter nadert zijn
einde en de tuin lokt. Maar nog steeds zijn er bezwaren en beperkingen en het
echte tuinieren moeten we voor ons uit schuiven. De grond is doorweekt of
plotseling weer bevroren; er is nog niets mee te beginnen. Onder zulke
omstandigheden biedt ‘Het Jaar van de Tuinier’ vrolijke afleiding én troost:
het treft ons door alle jaren heen allemaal en overal.
Ook
Čapek heeft het niet begrepen op februari, “... dit kwaadaardige misbaksel
onder de maanden”, en de extra dag, die elke vier jaar aan dit misbaksel wordt
toegevoegd, had hij er liever in de meimaand bijgekregen. Een originele
gedachte, maar eerlijk is eerlijk: de weersomstandigheden zouden er niet anders
van worden.
Met
de ‘eerst waargenomen vlinder in het jaar’ maakt hij korte metten: dat is gewoon
de laatste vlinder van het vorige jaar, die vergeten is dood te gaan! Nee, voor
Karel Čapek begint de lente met ontluikende krokussen en sneeuwklokjes, maar de
ultieme aankondiging van het voorjaar komt voor hem van de buren: zodra die
naar buiten komen met hun arsenaal aan tuingereedschappen schiet ook hij in een
oude broek en haast zich naar buiten om op zijn beurt het signaal door te
geven!
En
dan volgen alsnog praktische adviezen om de grond te verbeteren, waarbij hij
een lange lijst van mogelijkheden opsomt, van duivenuitwerpselen en stukken
pleisterkalk tot schimmel van oude boomstronken. Het klinkt gedateerd, maar er
kan zomaar iets tussen zitten wat je wél in huis hebt en waarvan je niet wist
dat je er de grond mee kunt verbeteren. Afgeknipte nagels bijvoorbeeld, net zo
goed als eierschalen. Want uiteindelijk draait het hele verhaal over de maand
februari om het verbeteren van de grond. Voor Čapek is niet de rozengeur
belangrijk; rozenstruiken vindt hij iets voor dilettanten. Nee, een echte
tuinier dient zich te verdiepen, ook letterlijk, in de aarde waarin die
struiken groeien.
... dilettante, ik ... |
Waarschijnlijk
is dít het beste wat je als
tuinliefhebber kunt doen in die onbestendige februarimaand, op de grens tussen
winter en voorjaar: je grondig verdiepen in een tuinboek van formaat.
Februari 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten